De onbevooroordeelde fotografie van Hans Biezen.

Een aantal originele foto's uit de tentoonstelling "Foto's van Jet" in het van Abbemuseum.
Overzichtstentoonstelling in het Alma Löv Museum in 2011 (© foto Hans Biezen)
 
Inleiding
Begin jaren zeventig van de vorige eeuw wordt de Nederlandse fotografie een nieuw leven ingeblazen. Niet langer gaat het de fotograaf alleen maar om de inhoud van de foto. Het gaat verder. Er wordt gebruik gemaakt van ruimte, licht en timing. Er is het constante zoeken naar verborgenheden evenals het creëren van lichtvallingen, schaduwen, abstracties en een zekere ‘surrealistisch esprit’. Dit alles suggereert een wereld buiten de foto om. Het werk grijpt terug op de tijd van de grote meesters die in hun schilderijen op enigmatische wijze ruimte en licht, en de diepte van lumineuze tonen wisten weer te geven (bron: Lorenzo Merlo, Hedendaagse fotografie in Nederland 1980).
 
In diezelfde tijd ook wordt de jonge Rudi Fuchs aangesteld als directeur van het Van Abbemuseum in Eindhoven. Dankzij hem, en door de eerder genoemde ontwikkelingen komen de Eindhovense kunstenaars weer in beeld. Fuchs neemt intensief deel aan gesprekken in de Eindhovense ateliers, leert er de houdingen en standpunten kennen, die mede het beleid van het Van Abbemuseum zullen bepalen. Hans Biezen, René Daniëls, Piet Dirkx en Stijn Peeters zijn aansprekende Brabantse kunstenaars uit die periode. Onder de rook van het Van Abbemuseum komen inspirerende projecten als het kunstenaarsinitiatief De Fabriek van de grond. In de Randstad is iets dergelijks nog ondenkbaar (bron: Michiel Morel, onder de rook van Van Abbe 2011).

Onbevooroordeelde fotografie van Hans Biezen
Fotograaf Hans Biezen staat tijdens deze ontwikkelingen in het centrum van de Eindhovense kunstwereld. Biezen, opgeleid als beeldhouwer, is op fotografisch gebied autodidact. Dit is niet zonder reden, want op deze wijze wil hij zo eerlijk, dat wil zeggen zo onbevooroordeeld mogelijk fotograferen. Meer dan beeldhouwen is fotografie voor hem een middel om de werkelijkheid naar eigen inzicht en gevoel te interpreteren. In zijn fotografie richt Biezen aanvankelijk zijn aandacht op situaties die hem de gelegenheid geven om mooie en sterke foto’s te maken. Maar die voorwaarde ‘mooi’ ervaart hij op een gegeven moment ook als een beperking van zijn fotografische mogelijkheden. Daarom versobert Biezen zijn fotografie tot een hoofdzakelijk documentaire vorm (bron: Atelier 14, Stedelijk Museum Amsterdam 1977).

Fragment uit: "Foto's van Jet"
Foto’s van Jet
Biezens fotografische ontwikkeling gedurende de jaren zeventig is duidelijk te zien op zijn eerste tentoonstelling ‘Foto’s van Jet' in 1975 in het Van Abbemuseum. Biezen volgt zijn vrouw Jet jaren achtereen met een camera en legt als een soort van dagboek van haar leven de belangrijkste dagelijkse gebeurtenissen vast. De foto’s vormen een reeks die begint als Jet achttien jaar is (januari 1969) en die eindigt op het moment van de tentoonstelling. In bijna elke foto kijkt Jet naar de fotograaf. De fotograaf kijkt terug en begrenst de werkelijkheid in een beeld. Volgens Rudi Fuchs wordt Biezens manier van fotograferen in de loop van de jaren '70 helderder, eenvoudiger en tegelijkertijd neutraler. “Berekende vormgeving verdwijnt dan, hoe beheerst ook de foto’s steeds zijn. Veranderlijk in de reeks is dan alleen het model, en niet de fotografische stijl die simpel en aan zichzelf gelijk blijft. Jet is zoals ik denk dat zij is. Een foto stimuleert de verbeelding; omdat onze verbeelding gebruik maakt van onze ervaringen, reorganiseert een foto onze waarneming van de werkelijkheid” (bron: inleiding catalogus Foto’s van Jet).

Deze tentoonstelling blijkt de sleutel tot zijn vervolgwerk. Beeldverhalen worden Biezens handelsmerk. Observatie en registratie van de werkelijkheid, het creëren van archieven met betrekking tot ervaringen en het samenstellen van korte verhalen met als onderwerp een periode die Biezen beroert.


Fragmenten uit: "Mittwoch"
 
Bijdrage aan: Beelden van de eigen werkelijkheid (Van Reekumgalerij Apeldoorn 1979)
De fotodagboeken
Tussen 1975 en 1984 komen verschillende dagboeken tot stand met kenmerkende foto’s van eigen omgeving. Ze beschrijven fotografische periodes variërend van één tot honderd dagen. Foto’s van iedere esthetiek ontdaan, intiem en sensueel met Jet als middelpunt. Ze worden afgewisseld met vrouwelijk naakt, winterse landschappen, portretten en stillevens met sigaren. Maar ook met foto’s van een bezoek van Rudi Fuchs en kunstenaar Baselitz. In dit werk gebruikt Biezen fotografie als een spel met zijn eigen werkelijkheid; hij creëert in zijn foto’s situaties die evengoed allemaal thuis hadden kunnen plaats vinden. Kunstadviseur Michiel Morel verwoordt zijn dagboeken als volgt: “dagboeken ontdaan van esthetiek, privé en niet zelden intiem en sensueel, afgewisseld met gewone en minder gewone gebeurtenissen. De foto’s vertellen details van een groter verhaal, waarin het ingrijpen in de tijd wordt geregistreerd, evocatief, af en toe romantisch, nuchter ook. Deze beeldverhalen zijn tijdsdocumenten geworden, waarvan slechts uiterlijke zaken als kleding veranderden, maar de feiten hetzelfde zijn gebleven. Jet zal in zijn oeuvre een centrale plek blijven innemen; foto’s van haar zijn Biezens lentebloesems” (bron: onder de rook van Van Abbe 2011).


Fragmenten uit: "100 dagen"
De foto’s uit de dagboeken zijn heel mooi geregistreerd in twee kunstenaarsboeken: Mittwoch 29-3-1978 (ontwerp i.s.m. Walter Nikkels, Van Abbemuseum Eindhoven, 1978) en 100 dagen. 15-12-1978 / 24-3-1979 (Galerie Nouvelles Images, Den Haag i.s.m. De Gemeentelijke Van Reekum Galerij, Apeldoorn, 1979 oplage 1.000). Het boek zelf is volgens Biezen beeldende kunst en geen afbeelding van beeldende kunst. Het is geen boek over kunst, het is ook geen catalogus met plaatjes. Het is het werk zelf. Biezen: “De meeste boekjes zijn gemaakt en bedoeld om in je jaszak te stoppen. Ook voor mij is een kunstenaarsboek een werk dat een één-op-één relatie schept tussen mij en het publiek”.
 
Fragment uit: "De Nacht"

Foto’s uit deze periode zijn in 2001 ook in Nederland te zien, in het kader van het project ‘Foto’s van de nacht’. Dit project bestaat uit een kunstenaarsboek met de titel De Nacht (Artoteek Den Haag 2001, oplage 350) en een tentoonstelling in de Artoteek Den Haag georganiseerd door Michiel Morel, de toenmalige directeur van de Artoteek. De registratie van foto’s in het boekje zijn voorzien van teksten van Jacqueline Nas. Het is een selectie van foto’s die zich allemaal in de nachtelijke uurtjes afspelen. De foto’s zijn een relatie met elkaar aan gegaan. Ze vertellen wat over elkaar. Dit is in zo’n sterke mate aanwezig dat Biezen de tekst van Nas als foto’s mee laat spreken.

Documentaire fotografie
Naast zijn autonome werk in de jaren zeventig en tachtig gaat Hans Biezen ook ‘documentair’ aan de slag. Michiel Morel: “voorts werkte hij voor talrijke, nu wereldberoemde kunstenaars als André, Baselitz, Byars, Kiefer, Rückriem of Zaug. Beter dan welke fotograaf, bleek hij het karakter en de plasticiteit van hun werk te kunnen fotograferen. Maar hij werd ook de ‘hoffotograaf’ van het Van Abbemuseum. Biezens foto’s van tentoonstellingen, evenementen, zaaloverzichten en portretten van kunstenaars zullen regelmatig opduiken in de door Walter Nikkels ontworpen catalogi en andere publicaties. Ze geven een heldere en soms ook weelderige kijk op het kunstleven in en rond het museum” (bron: onder de rook van Van Abbe 2011).
 
"Tenten" (De Vleeshal 1984, (© foto De Vleeshal)
 
Leporello: "8 Tenten" (Van Abbemuseum 1979)
Conceptuele fotografie
Het werk van Biezen wordt later conceptueler. Begin jaren tachtig legt hij tentobjecten fotografisch vast die hij in de periode oktober 1983 tot oktober 1984 voor verschillende natuurlijke omgevingen ontwierp. Hij toont deze tenten en de foto’s in 1984 in De Vleeshal te Middelburg en een jaar later in het Van Abbemuseum. Naar aanleiding van de tentoonstelling in Eindhoven is het kunstenaarsboekje 8 Tenten uitgegeven. Dit boekje bestaat uit een leporello van zeven ansichtkaarten waarop de tenten in verlaten landschappen zijn afgebeeld. In de catalogus van De Vleeshal is een inleiding van Rudi Fuchs opgenomen met een treffende verwoording van dit werk: “Het gaat om de wereld achter de horizon, om de wereld (in de moderne kunst) die buiten het perspectief is komen te liggen. Allereerst reisde de fotograaf in het veranderlijke gezicht en in de gedaantes van zijn vrouw, ook in de dingen die zij aanraakte. Bijzondere mise-en-scène bracht het beeld aan de andere kant van de horizon waar het verrassend werd. De tenten in de vallei zijn een volgende stap: geen ontsnapping naar een verbreding van de middelen en een verder loslaten van de theorie. Het beeld komt nu, spaarzaam gevormd slechts: een gestalte die ’s morgens door de nevel in de kring van licht treedt”.

Fragment uit: "Het Huis" (z.t. 1987)
Fragment uit: "Het Huis" (z.t. 1992)

Drie werken uit de periode "Biezen als lichtkunstenaar"
Overzichtstentoonstelling in het Alma Löv Museum in 2011 (© foto Hans Biezen)
 
Biezen als lichtkunstenaar
In projecten gedurende de jaren ’80 en ‘90 gaat Biezen op zoek naar de grootsheid en de macht van de natuur, onderzoekt hij licht, donker en perspectief met eigengemaakte schaalmodellen. Biezen wordt meer een ‘lichtkunstenaar’ dan fotograaf. Hij bouwt maquettes die hij op een zodanige manier belicht en manipuleert dat het bestaande locaties lijken. Er zijn theoretici die de fotografie magisch vinden omdat ze zo ‘plat’ is, en juist haar ‘platheid’ diepte en ruimte kan suggereren. Voor Biezen is de ruimte op zich juist een magisch gegeven. Hij gebruikt de fotografie om zijn ruimtes weer te geven. Het zijn letterlijk zijn eigen ruimtes, want hij treft ze niet aan, maar bouwt ze zelf op. Ruimte als een natuurkundig begrip van hoogte, breedte en diepte? Of zijn de fysische dimensies afspiegelingen van een geestelijke ruimte? Ruimte als gedachte. En ruimte kan waarschijnlijk alleen maar een mediterende geest veroverd worden. De fotografie van Biezen is een verslag van deze verovering (bron: 89 Fotografie).

Een registratie van deze foto’s zijn opgenomen in het kunstenaarsboek Het Huis (Jan van Eyck Akademie, Maastricht 1992, oplage 350). Door deze foto’s tegelijk te laten zien gaan ze een relatie met elkaar aan. Ze bepalen elkaars context, vertellen iets over elkaar. Dit is in zo’n sterke mate aanwezig dat Biezen ook opschriften en tekst als foto’s mee laat spreken. Het boekje begint met een afbeelding van zijn atelier en vervolgens met een gedicht.

Een huis dat weer verdwijnen kan,
zonder sporen achter te laten.
Het huis staat niet op de grond,
maar iets erboven.
Een huis dat zich niet van de natuur
isoleert en waar men de regen hoort.
Een huis met spannende structuren
en kamers zonder deuren, met vensters
voor licht en warmte.
Een huis dat leeft en sterft met
zijn bewoners.
Een jas, een huis. Een hoed, een dak.
Het huis bewoont door nomaden.
Een huis om in te ademen.
Een huis als dorp.
Een huis als toegankelijk sculptuur.
 
“Diep van binnen, ben ik een schilder”
Over de ontwikkeling van de (digitale) fotografie in de jaren negentig in Nederland zegt Biezen het volgende: “wars van elke ideologie, zonder voorbedachte rade, stel ik vast dat de fotografie in de jaren negentig een essentiële grens overschrijdt; namelijk begrippen als het land, de ruimte en het licht, worden voor het eerst ondergeschikt gemaakt aan het Concept. De digitale fotografie heeft zijn entree gemaakt. Nooit meer zullen wij zeker weten of de boom rechts van Jan of links van Piet stond. Wat reeds artificieel was, is nogmaals gedubbeld. Wij zullen voortaan kijken met ons verstand en denken dat we iets zien. Een uitgelezen moment om de laatste generatie jonge fotografen uit te nodigen. Zij, die nog opgroeiden met een enkelvoudige mogelijkheid tot het creëren van een illusie. Kortom, een poging om vast te stellen waar de werkelijkheid ons door de vingers glipt. Diep van binnen, ben ik een schilder” (bron: Leerschool der photographie, 1993).

"99 dagen sneeuw" (2010 © foto Hans Biezen)
Overzichtstentoonstelling in het Alma Löv Museum in 2011
 
De zingende natuur in Zweden als inspiratiebron
In 1995 vestigt Biezen zich, samen met Jet in Zweden. Het fotograferen gaat in Zweden gestaag door. Michiel Morel: “Biezen werkt in het Noorden van Zweden, 200 km verwijderd van de Noordpoolcirkel, nog steeds in rust en stilte op zijn landgoed. Het is een Zweedse bondegård met vele opstallen, waar de elanden in de winter voor de ramen staan en beren in de lente, op zoek naar voedsel, dicht bij zijn territorium geraken. De lange, ijskoude, donkere winterdagen, die Biezen grotendeels in een licht en helder atelier doorbrengt, zetten hem tot veel creativiteit aan. Veel van Biezen’s fotografie heeft ook betrekking op de zingende natuur in Zweden. Bloemen, varens, kruiden, bomen, stammen, takken, bergen, rotsen, water of wolken komen in hun vergankelijkheid veelvuldig in zijn werk voor”. Biezen legt uit: “belangrijke inspiratiebronnen gedurende de jaren zeventig en tachtig waren om te beginnen vooral de fotograaf  ‘Lartigue’, maar tegelijkertijd ook de conceptuele kunst uit die periode. Omdat ik me vanaf 1995 min of meer heb teruggetrokken door naar Zweden (en zijn bossen) te verhuizen, is dat eigenlijk de voornaamste inspiratiebron gebleken. Tot op heden”.



Fragmenten uit: "Stam Stock"
Zo is er in 1999 in het Alma Löv Museum in Ostra Amtervik en op diverse andere plaatsen in Zweden zijn bomenproject ‘Stam-Stock’ te zien. In het Alma Löv Museum is dit project als onderdeel van de tentoonstelling ‘Make A Memory’ opgenomen. Naar aanleiding hiervan is het kunstenaarsboekje Stam Stock (Ramstroms Tryckeri, Sunne 1999, oplage 500) verschenen. Biezen: “Het boekje gaat over ‘HOUT’. Er liggen volop boomstammen overal in de bossen en aan de kant van de wegen bij ons in Zweden. "A tree is best measured when it's down", is hier een zeer toepasselijke uitspraak. De schoonheid van de stam, in al zijn soorten en maten wordt vaak overschaduwd door het imposante bladerdak. Door de stam te isoleren van de rest, ontdek je de schoonheid, de letterlijke waarde en de structuur. Voor mij was het van belang de bomen in tact te laten en ze niet om te zagen. Dat dat een goocheltruc moest worden is waar, maar niet van belang”.

In de zomer van 2011 heeft Biezen in zijn vertrouwde Alma Löv Museum nog een grote overzichtstentoonstelling. In Zweden heeft de kunst voor Biezen een andere betekenis gekregen. Nadenken, wandelen, navelstaren, observeren, bouwen en sinds kort weer het manipuleren van ruimte en tijd in zijn maquettes. Het zijn de belangrijkste elementen in het Zweedse kunstleven van Biezen: “Ik onttrek me er niet aan, dat zou ik ook niet meer kunnen, maar het tempo is veranderd. Meer tijd om iets niet te maken. Rust en ruimte doen wonderen” (bron: onder de rook van Van Abbe 2011).

"De onbevooroordeelde fotografie van Hans Biezen" is in december 2012 i.s.m. Hans Biezen tot stand gekomen.

"Maquette" 2011( © foto Hans Biezen)
 
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...