Fragmenten uit: Interview |
De kunstwerken van Wilmering zijn namelijk gebaseerd op vragen die zijn eigen identiteit aangaan. Met zijn werk onderzoekt hij zijn eigen positie als mens en als kunstenaar. De kunstenaar geeft geen antwoorden, maar ondertussen gedraagt het werk zich als een sjabloon waarin de kijker zich kan herkennen en wordt uitgedaagd zijn eigen leven te overdenken. Ook neemt Wilmering het op voor de minder succesvolle mens, in een samenleving waarin geluk en succes voor iedereen als haalbare zaken worden voorgesteld. Wilmerings foto’s zijn beelden van pech en onmacht, van eenzaamheid of de angst daarvoor (bron: De Hallen Haarlem).
Wilmering houdt van boeken. Van kunstenaarsboeken en van dichtbundels, maar ook van oude atlassen of bijvoorbeeld boeken over ziekten ("vol enge platen"). Hij houdt ervan om een boek in zijn handen te hebben, het te voelen en door te bladeren, te ontdekken. Sinds 1991 maakt Wilmering kunstenaarsboeken en ook multiples. In de collectie kunstenaarsboeken van onder andere De Hallen Haarlem, Stedelijk Museum Amsterdam, Van Abbemuseum Eindhoven, Centre Pompidou in Parijs, Museum of Modern Art in New York en de Caldic Collection bevinden zich een flink aantal kunstenaarsboeken van Wilmering. Meestal zijn het kleine intieme werkjes. Alle boeken zijn door hemzelf uitgegeven en meestal in kleine oplagen verschenen. De eerste interesse voor de multiple werd bij Wilmering gewekt door Fluxus. Later (1984) is hij assistent geweest van Sol LeWitt en kwam hij in aanraking met zijn boeken. Wilmering: "Mijn ervaringen met Sol LeWitt waren buitengewoon inspirerend. Vooral in het begin heeft hij veel invloed gehad op mijn werk. Ik heb ook altijd contact gehouden met deze aardige en benaderbare man. Soms ging ik bij hem langs in Italië en New York"(bron: interview met Floor de Bruyn Kops en Hetty de Mol van Otterloo, 2007). Het werk van Wilmering bestaat verder uit installaties, collages, fotografie, tekeningen en schilderijen. De boeken en multiples sluiten thematisch hier bij aan.
Uitgangspunt van de boeken zijn vaak zelfportretten van de kunstenaar of portretten van zijn dochters waarin, zonder veel omhaal en op een humoristische wijze, verhaald wordt over aspecten uit het dagelijkse leven. "I think that it is very important that art has a direct involvement with life; with life itself as the criterion" (bron: Proton Papers). Hierbij heeft Wilmering oog voor de poëzie van een doodgewone handeling. In het geval van het kunstenaarsboek 'Friend of a friend' (Eigen publicatie 2004, oplage 25) is de toonzetting zelfs wrang. De foto’s en teksten in dit boek impliceren de problematiek die kan ontstaan wanneer een vriend, in de gedaante van een rat, zijn vriend, ook een rat, meeneemt die eveneens bevriend wil raken met de hoofdpersoon maar aanvankelijk door hem afgewezen wordt. De bijgevoegde prentbriefkaart toont aan de voorzijde een rattenval, aan de achterzijde is voor de geadresseerde al voorgedrukt 'to my friend' en voor de afzender 'lots of love'. Ondanks zijn wrangheid is deze poëzie van alledaagse beelden voor iedereen herkenbaar, en daardoor bijzonder innemend (bron: Suzanna Héman in Stedelijk Museum Aanwinsten 2003/2004).
Poëzie, een doodgewone handeling en zelfportretten komen prachtig bij elkaar in het boekje 'I'd rather be with you' (Eigen publicatie 2002, oplage 350). Wilmering heeft dit gemaakt als een visueel gedicht. In dit boek heeft Wilmering foto's samengebracht van zijn toenmalige vrouw die een beeld scheppen van een liefdesrelatie voordat er kinderen uit zijn voortgekomen. Wilmering: "Ik wilde een boek maken dat één geheel zou zijn en dat je van voor naar achter en van achter naar voor zou kunnen 'lezen'. Waar geen foto teveel in zit. Een boek dat ook een grote intimiteit zou hebben. Je kunt het boekje ook een beetje zien als een reactie op het gangbare fotoboek. Ik ervaar de meeste fotoboeken als weinig geconcentreerd en redelijk saai. Niet meer dan een stapel gebundelde beelden, waarvan het onderwerp weliswaar vaak de binding vormt maar niet de visuele beleving".
Gelijktijdig met 'I'd rather be with you' is 'Promise me something' (Eigen publicatie 2002, oplage 350) uitgekomen waarin foto's van zijn oudste dochter zijn samengebracht. Wilmering: "Dit boekje toont een mengeling van verwondering en vaderangsten. In de tijd dat ik deze boekjes maakten vond ik in mijn direct dagelijks leven de inspiraties voor mijn werk".
Omslag (opengeslagen) en fragmenten uit: I'd rather be with you |
Gelijktijdig met 'I'd rather be with you' is 'Promise me something' (Eigen publicatie 2002, oplage 350) uitgekomen waarin foto's van zijn oudste dochter zijn samengebracht. Wilmering: "Dit boekje toont een mengeling van verwondering en vaderangsten. In de tijd dat ik deze boekjes maakten vond ik in mijn direct dagelijks leven de inspiraties voor mijn werk".
Omslag (opengeslagen) en fragment uit: Ik zag je pas toen je groen was |
Het boek 'Ik zag je pas toen je groen was' (Eigen publicatie 2004, oplage 250) heeft Wilmering voor kinderen gemaakt naar aanleiding van een monumentale kunstopdracht voor een zogenaamde brede school. Daarin zaten een kinderdagverblijf, een peuterspeelzaal, een naschoolse opvang en een basisschool. Kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar brengen daar hun dagen door. In het boekje gaat Wilmering in over de weerkaatsing en de snelheid van het licht en over kleuren. Titels kiest hij altijd op intuïtie. Wilmering: "Dit boekje biedt een ingang voor kinderen in het denken over waarneming. Het mooist vind ik het wanneer een titel een klein tipje van de sluier oplicht maar tegelijk alles in nevelen hult. Voor het kiezen van de titel 'Ik zag je pas toen je groen was' heb ik proberen te denken in kindertaal".
Fragmenten uit: A Personal Geographic |
De wereld om ons heen wordt in de nieuwsmedia vaak geësthetiseerd, zelfs al het gaat om natuurrampen en dramatische gebeurtenissen. De werkelijkheid wordt daardoor geruststellender en minder bedreigend. Over deze cosmetische benadering is Wilmering kritisch. Om die reden is hij begonnen met A Personal Geographic, een grote serie collages die weliswaar een fictieve, maar een meer waarachtige wereld tonen. Wilmering gebruikt hiervoor uitsluitend foto’s uit het Amerikaanse tijdschrift National Geographic, omdat dit tijdschrift de esthetische verbeelding van de werkelijkheid tot zijn handelsmerk heeft gemaakt. Het bijzondere van deze met de hand gemaakte collages is dat de perspectivische verhoudingen kloppen. Bij een eerste vluchtige blik zien de collages er zelfs uit als foto’s die geknipt zijn uit National Geographic. Bij nadere beschouwing ziet de kijker echter een wereld, waarin schoonheid en lelijkheid, zachtmoedigheid en wreedheid, mededogen en onverschilligheid op een onnavolgbare manier naast elkaar bestaan. Met deze zeer eigenzinnige collages schept de kunstenaar een persoonlijke wereld; tezamen vormen ze een eigen 'Personal Geographic'.
Het onderwerp van de collages is geïnspireerd op een zevenluik met voorstellingen van de werken van barmhartigheid geschilderd door de Meester van Alkmaar in 1504. In een eigentijdse beeldtaal drukt Wilmering aan de hand van dit thema zijn zorg uit over de onstuitbare globalisering van onze wereld en de ontmenselijking en vervreemding die dit tot gevolg heeft. Zijn collages lijken in eerste instantie haaks te staan op het werk dat hij doorgaans maakt: geënsceneerde foto’s van alledaagse gebeurtenissen en situaties. Wilmering is in staat om onmacht treffend weer te geven: onmacht om te kunnen handelen volgens de gangbare regels binnen het maatschappelijk verkeer. Het zijn vaak beelden van pech of eenzaamheid. De mensen in deze foto’s scheppen een eigen werkelijkheid, daartoe – zo lijkt het - gedwongen door de harde realiteit van het leven. Deze meedogenloze realiteit speelt in de collages de hoofdrol (bron: De Hallen Haarlem 2005).
Wilmering toonde in 2005 in De Hallen Haarlem veertig van deze collages. Bij de tentoonstelling verscheen een kunstenaarsboek van 64 pagina’s, waarin alle collages op ware grootte zijn afgebeeld: 'A Personal Geographic: de werken van barmhartigheid' (i.s.m. Frans Hals Museum en De Hallen Haarlem 2005).
Fragmenten uit: Heel Ander Blad |
Ook in 'Heel Ander Blad' staan collages, vol gruwelijke en grappige details. Zo staat in een probleemwijk een allochtoon lachend met een hamer in zijn hand, klaar om de ME’er naast hem voor zijn harses te slaan. De kunstenaar zelf gluurt guitig om het hoekje, als de voorbijganger die ook nog even op de foto wil. In veel van de krantenfoto’s zijn zelfportretten geïntegreerd, omdat veel van de beelden nogal een verontrustend karakter hebben. Wilmering: "Er zitten vaak behoorlijk wat nare kanten aan. Het risico bestaat dat je daardoor te moralistisch wordt. Ik wil vermijden dat er in mijn kunst met een belerend vingertje gewezen wordt. Daarom heb ik mijzelf in de foto’s geplaatst, als deelnemer aan de voorstellingen. Ik ben de idioot, de toevallige passant, de initiatiefnemer of de mededader" (bron: interview met Sandra Smallenburg NRC Handelsblad 2008).
Wilmerings werken zijn vaak constructies van pseudo-gebeurtenissen. Verhalen die parallel lopen aan de werkelijkheid waarin Wilmering verschuivingen en uitvergrotingen heeft aangebracht. Wilmering: "Ik ben beeldend kunstenaar en de verhalende lijn in mijn boeken is soms evident, zoals in het kunstenaarsboek 'The man who never experienced anything' (Roma Publications 2010), maar soms ook minder nadrukkelijk. Het onderwerp bepaald dat min of meer zelf. Het beeld staat echter altijd voorop... zelfs als het tekst betreft".
'The man who never experienced anything' leest als een fotoroman en kan beschouwd worden als commentaar op het leven als kunstenaar. Enerzijds als illustratie van het zwarte gat waar iedere kunstenaar vroeg of laat een keer mee te maken krijgt. Tegelijk is de kunstenaar niet klein te krijgen zoals hij zijn genoegen put uit alledaagse bijzonderheden. Het boekje is opgebouwd uit zwart-wit foto’s en een enkel citaat en het beschrijft een dag uit het leven van het personage 'kunstenaar', tevens de verteller. Hij verslaat zijn dag nauwkeurig, zonder dingen over te slaan. Esthetiek en spektakel zijn afwezig, in zowel woord als beeld. Op een van de foto’s is een van linksonder aanschouwd eenvoudig Hema reiswekkertje te zien dat half tien aanwijst. De foto wordt vergezeld door de droge constatering "I awoke unexpectedly early". Wilmering speelt duidelijk met het vooroordeel dat kunstenaars lui zouden zijn. Maar wie zegt dat hij niet op een vlaag inspiratie de gehele nacht heeft doorgewerkt? Om elf uur begint de dag dan echt met het poetsen der tanden en het zetten van een kopje thee: "The morning was full of promise". Niettemin volgt kort daarop de eerste tegenslag: het brood is op. Hop de deur uit, een van wanden tot plaveisel uit bakstenen bestaand steegje in, hindernissen van gebroken glas ontwijkend, en op weg naar de supermarkt. Kunstenaar maakt van de nood een deugd en besluit van de zon te genieten in plaats van zich terug te spoeden naar huis om zijn zojuist gekochte brood te nuttigen. Wat is genieten? Vitrines, etalages, uitstallingen op een markt, een ontblote schouder van een passante, oersaaie veterschoenen. Tijdens het plukken van een madeliefje overvalt hem de troostende gedachte dat alle dagen eender zijn. Hongerige eenden die hem van bijna al zijn brood beroven interpreteert hij als een teken: "Is this what a man like me can expect?" Bij het vinden van bramen om tussen zijn boterhammen te stoppen wordt hij overweldigd door geluk. De emotionele dag eindigt in bed, terwijl het buiten nog licht is (bron: Tubelight).