Fragmenten uit: Queen Ann. P.S. Belly cut off |
Het manipuleren van beelden vormt ook een belangrijk deel in het oeuvre van Wessels. Deze beelden komt ze tegen na een zoektocht of worden door haar gemaakt. De beelden worden later gerangschikt en zo komt er een vaste volgorde in. Het komt vanzelf bij elkaar en er wordt niet sterk aan een verhaal gehouden. De beelden maken het verhaal en het verhaal de beelden, waarbij alles om haar heen een inspiratiebron is. In feite is zij niet in de eerste plaats in het materiaal geïnteresseerd maar in de perceptie ervan. Het proces van het verwerven, interpreteren, selecteren en organiseren van zintuiglijke informatie. Centraal staat bij haar de gedachte dat de interpretatie van beelden een creatieve daad op zichzelf is.
De wereld om haar heen is een belangrijke inspiratiebron. Ook de schrijvers Margaritte Duras en Georges Perec zijn voor haar grote inspiratiebronnen. Hiermee heeft Wessels een verbondenheid. Beide schrijvers beschrijven met veel gevoel hun nauwkeurige observaties, opsommingen van de mens en zijn omgeving. Bij Wessels komen deze beschrijvingen als een rode draad terug in haar werken.
Presentatie van kunstenaarsboeken in de etalage van Athenaeum Boekhandel 2012 |
Wessels heeft in 2008 de Rietveld Academie in Amsterdam afgerond. Kunstenaar is eigenlijk haar tweede beroep, zegt ze. Haar eerste beroep is actrice. Eind jaren tachtig heeft ze de toneelschool gedaan. Op de Rietveld Academie heeft ze de vrije richting gedaan, ofwel 'autonoom'. Wessels gebruikt vaak het boek als representatievorm voor haar werken. Dit vanwege de intimiteit van het boek. De intimiteit wordt door haar opgezocht. Zij ziet het boek als een object. De beweging van het omslaan van de pagina's maakt dat het object dichtbij bij de persoon is. Een boek geeft een ritme en een beweging aan die zij wilt uitdragen. Alles telt mee in de aanraking. Zwaarte, dikte en de structuur van het papier van het boek. Sommige delen/series uit haar boeken kunnen ook aan een muur deze werking hebben. De serie werkt dan autonoom. Een heel boek aan de muur mist de intimiteit en het object maar kan wel werken als representatie van het boek.
Wessels maakt ook foto's, ruimtelijke installaties, sculpturen, video's of een cross-over van deze media. Het boek is daarnaast ook een manier om haar creatieve ideeën uit te drukken. Boeken geven voor haar een juiste vertaalslag voor de beelden. De opeenvolging van beelden, seriematig is een belangrijk aspect. Een boek ziet zij ook als een soort van opslag/geheugen van gebeurtenissen/systemen etc. Dit spreekt haar aan. Een boek kan voortbestaan en verlengt een mensen leven. Het maken van een boek heeft vele aspecten waarin zij haar kan uitdrukken. De vormgeving, papierkeuze etc. doet zij zelf en draagt bij tot hetgeen wat zij wilt vertellen. Haar karakteristieke stijl in relatie met het boek wordt zo goed uitgelegd en getoond.
Fragmenten uit: Elisabeth - I want to eat - |
Een prachtig voorbeeld is het kunstenaarsboek Elisabeth - I want to eat - (Alauda Publications, 2010). Het boek werd in 2008 door de kunstenaar zelf uitgegeven in kleine oplage van 150 en is in 2010 herdrukt. 'Elisabeth - I want to eat - ' is gebaseerd op een collectie anonieme foto s, brieven en kaarten van een jonge vrouw, die de kunstenaar in een winkel in de Hendrik Jacobszstraat in Amsterdam vond. Wessels eigende zichzelf het materiaal toe door het opnieuw te fotograferen, bewerken, rangschikken of soms zelfs aan te vullen met eigen materiaal. Het is overigens wel heel moeilijk te beoordelen waar de hand van de kunstenaar te zien is. Welk stuk is eigenlijk authentiek? Ze tonen een jonge vrouw die uitdagend voor de camera poseert en zichzelf letterlijk en figuurlijk blootgeeft. Het zijn doorleefde, door talloze krassen en stofjes aangevreten zwart-witfoto s, waarin exaltatie en melancholie samen lijken te gaan. Naast de foto's toont het boek een serie aan Elisabeth gerichte prentbriefkaarten en brieven, waaruit de lezer geleidelijk opmaakt dat haar leven is ontspoord. Religie, orde, regelmaat, het loslaten van de fixatie op ambitie; dat zijn kortweg de ingrediënten waarmee een familielid haar wil 'genezen'. Maar ook het leven van de raadgever zelf kent nogal bizarre wendingen: wie is er eigenlijk gekker? De met zoete aquarelkleuren ingekleurde, idyllische landschappen op de kaarten, staan lijnrecht tegenover de ontwapenende directheid van Elisabeth's blik in de camera. In het boek zijn losse, dunne vellen gekleurd papier ingelegd, waarop de brieven en kaarten aan Elisabeth bijna een appel aan de lezer zelf worden. Het boek dankt echter haar titel aan de enige opgenomen brief van Elisabeth zelf, gericht aan een onbekende vriend: '(...) The last time I saw you it was nice and I felt much better. Are you still in Brussels? I don t know but I liked the house you lived and the streets there. I want to eat' (bron: Volskrant 2010).
Een ander treffend en vergelijkbaar voorbeeld is het kunstenaarsboek Queen Ann. P.S. Belly cut off (Alauda Publications, 2010, vormgeving samen met Esther Krop). Ook hier wordt gebruik gemaakt van een gevonden privéarchief van foto’s, kaarten en brieven. Het resultaat is een beklemmende fotoroman van een verstoord vrouwenleven met agressieve collages en krampachtige pogingen om via foto’s het zelfbeeld te verbeteren (bron: Zefir7). De suggestieve, intieme, associatieve kracht van 'de gevonden' historische foto’s en andere persoonlijke documenten, maar ook de beeldsequentie als geheel, worden door Wessels met uiterste precisie geregisseerd. Daarbij zet zij het boek op bijzondere wijze in als autonoom medium. In 'Queen Ann. P.S. Belly cut off' ontspint zich een melancholisch verhaal over een vrouw wiens leven beheerst lijkt te worden door haar zwaarlijvigheid. Toch wordt de kijker nooit een voyeur. 'Queen Anns' vreemde en aandoenlijke fotocollages van zichzelf, die het verlangen naar 'een ander zijn' uitdrukken, versmelten met het beeld dat het boek van haar oproept. In het contrast van de foto’s wordt een pijnlijke onverenigbaarheid zichtbaar tussen heden en verleden in het leven van Ann en de status van schoonheid. Wessels geeft haar protagonist als het ware een nieuw leven, waarbij de scheiding tussen feit en fictie wordt opgeheven en er sprake is van een 'hogere' werkelijkheid (bron: Alauda Publications).
Beide boeken hebben foto's uit twee verschillende persoonlijke archieven als vertrekpunt. Hier wordt de onderlinge verhouding van de personen blootgelegd. Wessels registreert de persoonlijke documenten met uiterste precisie waarbij de scheiding tussen feit en fictie vervaagt. In een kruising tussen beeldroman en autonoom fotoboek geeft zij een intieme blik in het raadselachtige leven van haar anonieme personages. Met beide boeken creëert Wessels een nieuwe spanning tussen het kijken en bekeken worden. Het idee van een familieportret benadrukt ook het concept. De interpretaties van beelden verschillen van persoon tot persoon en ook speelt de context een belangrijke rol. De boeken zijn in een mooi groot formaat uitgegeven en maakt de verbondenheid tussen de kunstenaar en het lezerspubliek daardoor nog intenser.
Wessels is gefascineerd over de werking van het geheugen en wat herinneringen zijn. Kun je ze zo manipuleren en zijn ze zo waar? Ons geheugen kan worden gezien als het archief van ons verleden. Het is het centrum van onze identiteit, onze persoonlijkheid en onze ervaringen. Ons geheugen is minder controleerbaar dan we misschien willen. Wat zouden we moeten doen als we dingen juist willen vergeten? Waar bevinden zich de onderdrukte en verdrongen herinneringen? Als we niet meer in staat zijn om deze herinneringen naar boven te halen, zijn deze gebeurtenissen dan wel echt gebeurd? Deze vragen vormen het uitgangspunt voor het boek Don't forget (Eigen publicatie 2012, beperkte oplage, gen./ges).
Omslag: Who |
Fragmenten uit: Who |
Hiermee bereikt Wessels op een intieme manier een werk dat een één-op-één relatie schept tussen de kunstenaar en haar publiek. Zij kiest er voor om een kunstenaarsboek te maken. Een bewust besluit dat het werk niet aan een muur in een museum komt te hangen. Er kunnen niet meerdere mensen tegelijk er naar kijken. Door het kunstenaarsboek vast te houden en door te bladeren, door te lezen, ontstaat er zo een bijzondere relatie tussen kunstenaar en publiek, waar beide partijen door worden beïnvloed in de manier waarop ze het werk benaderen. Een eigenschap die ervoor zorgt dat het kunstenaarsboek op de grens komt te staan van twee disciplines: beeldende kunst en boeken. Daarmee kan het terecht als object worden gekenmerkt. Een object van schoonheid en troost.
"Mariken Wessels en de intimiteit van het boek" is in samenwerking met Mariken Wessels in juli 2012 tot stand gekomen.
Fragmenten uit: Elisabeth - I want to eat - |