AutomaGische inspiratie en boek als intimiteit: Anouk Kruithof.

Anouk Kruithof  (fragment: 'The Daily Exhaustion’)
© foto Anouk Kruithof
Het kunstenaarsboek.

Een schilderij of een sculptuur is een duidelijk herkenbaar medium. Zij vinden hun weg naar de kijker of de koper via presentaties in musea en galeries. Iedere keer als zich een nieuw medium aandient, zie je ‘dit circuit’ aarzelend en met de nodige tegenzin reageren. Maar hoe zit dat met een kunstenaarsboek? Waarom kies je als kunstenaar voor het medium boek? Is het een vanzelfsprekende keuze? Volgens publicist, recensist en curator Rob Perrée gedraagt het kunstenaarsboek zich bij de presentatie ervan eigengereid. Het is volgens hem gedoemd een bestaan in de marge te leiden. Perrée: “Al is het noodgedwongen een marginaal medium, het is wel een volwaardig medium. Het fascineert omdat het zich zo moeilijk gewonnen geeft. Het intrigeert omdat het drempels opwerpt. Juist het mysterie maakt het aantrekkelijk. Toch hebben de galeries en musea nog niet de ideale manier gevonden om het te presenteren. Meestal verdwijnt het, haast letterlijk, in een vitrine. Opengeslagen op een mooie pagina of trots zijn omslag tonend. Een verre van ideale situatie, omdat ze geen recht doet aan wat het medium uniek maakt: de boekvorm” (bron: Een eigengereid medium, Rob Perrée 2006).
 
Bij het kunstenaarsboek gaan we in ieder geval er vanuit dat de kunstenaar de verantwoording heeft voor het creatieve idee en dat het boek zélf het beeldende werk is. Een project, idee, of creatief proces wordt dus met het kunstenaarsboek uitgedrukt. Het werk wordt uitgedrukt als boek. Het werk komt hiermee volledig tot zijn recht. Het schept een een-op-een relatie tussen de kunstenaar en zijn publiek. Daarmee neemt de kunstenaar bewust het besluit dat het werk niet aan een muur in een museum komt te hangen.
 
De laatste jaren zorgt de fotografie voor een opleving van het kunstenaarsboek. Volgens Frits Gierstberg, bijzonder hoogleraar fotografie, zijn de nieuwe mogelijkheden voor het publiceren van boeken grotendeels ontstaan door de digitalisering. Kunstenaarsboeken hebben volgens Gierstberg de oude traditie van fotografie in druk doen opleven – al dan niet via Printing On Demand (POD) en het in eigen beheer uitgeven. Gierstberg: “De fotografie lijkt met dit alles een fase ingegaan waarin meer wordt geëxperimenteerd, meer artistiek onderzoek gedaan, conceptueler wordt gewerkt en verschillende media naast elkaar gebruikt. Een fotograaf van de jongere generatie die de nieuwe artistieke vrijheid in de fotografie goed begrijpt en daarvan de grenzen nog eens oprekt, is Anouk Kruithof” (bron: De Gids 2011).
 
'Check Double Check' versie 1 in SPWTP&E Antwerpen 2010 (© foto Anouk Kruithof)
'Intercollapsing' in De Brakke Grond 2011 (© foto Anouk Kruithof)

Een multimedia kunstenares.

Beeldend kunstenaar en fotografe Anouk Kruithof is afgestudeerd binnen de richting fotografie aan de kunstacademie St. Joost in Breda. Ze is een multimedia kunstenares. Zij maakt foto’s, video’s, installaties, kunstenaarsboeken en in situ werken zoals een foto taart of take away werk. Tijdelijke werken ook, zelfs performance en heel af en toe een collage. Hierbij zijn de foto’s een belangrijk beeldend middel. Dit wordt door haar op een vaak conceptuele manier benaderd. Haar werk komt met regelmaat tot stand in samenwerking met de mensen die zij fotografeert. Kruithof voert daarbij de regie maar is niet bang om het toeval een stevige rol te geven. Ook schuwt ze hierbij niet om haar werk gewaagd en prikkelend te presenteren, zoals dat in september 2011 te zien was in De Brakke Grond Amsterdam op de tentoonstelling ‘The second act’, georganiseerd door Time to meet. Met haar installatie Check/Double Check: Intercollapsing’ (2010-12) brak zij volledig met de traditionele presentatie van fotografie.

Bewondering en inspiratie.

Er zijn veel goede kunstenaars, schrijvers en filmmakers die Kruithof bewondert: Todd Solondz, Michel Houillebec, Sophie Calle, Bas Jan Ader, Janet Gardiff, Harmory Korin, Mark Manders, Mike Leigh, Murakami, Allain de Botton, Brian Blommaert, David Lynch “en nog zoveel meer...” Kruithof wordt automaGisch geïnspireerd door de combinatie van hardlopen, dansen, haar slapeloosheid en de relatie die zij aangaat met (onbekende) mensen. AutomaGisch is een verbastering van automatisch. Het 'maGisch' geeft aan dat het vaak een raadsel is hoe dat gaat.

1.  De relatie met (onbekende) mensen.

Met betrekking tot de relatie met (onbekende) mensen geeft Kruithof aan dat zij kunst maakt omdat dat haar verbindt met mensen: “zowel in het proces kan een 'wandering' ervoor zorgen dat ik iemand ontmoet die mij leidt tot een project. Ook mensen die ik uitnodig om als protagonisten van mijn foto's te participeren, brengen mij ideeën. Gesprekken of interviews kunnen de basis worden van een werk. Zij kunnen de sleutel zijn. Ik maak zo onderdeel uit van het publieke terrein, observeer, reflecteer en verwerk of verbeeldt naar werk. Hiermee ben ik sociaal, iets dat ik noodzakelijk acht. Ik ben een humanist. Ik zie dit ‘wanderen’ als rondlopen met een vooropgesteld idee voor een project en tegelijkertijd staan alle antennes op mijn hoofd totaal uitgespreid naar buiten. Naar de buitenwereld. Het echte bestaan, een hoek verder dan het scherm. Het universum. Zo tref ik mensen. Soms toevallig. Soms omdat ik er als een magneet naar toe gezogen word. Het gebeurt gewoon, dan is er contact. Dat is iets belangrijks: contact, het is als een gen van het collectieve bewustzijn”.
 
2.  Slapeloosheid.

Volgens Kruithof is slapeloosheid iets waar je nooit meer van afraakt. Het heeft volgens haar natuurlijk vooral een negatieve associatie, maar ze heeft het met de jaren ook leren zien als iets dat je kunt omarmen (optimistisch zijn over een verschrikking). Kruithof: “als je slapeloosheid hebt, bevind je, je veelal wakker in je bed, want je lichaam is te moe om iets te doen, maar je geest kan niet ophouden met ratelen. Die blijft maar hyper en alert, alsof die zelfs nog moet leven en doorgaan wanneer al het andere eromheen stil is. Gedachten stromen als een woeste orkaan door je hoofd, maar je wilt ze verdrijven, dat kan niet. Soms na uren vechten beland je toch in een soort tussenfase van wakker zijn en slapen. Je ogen open en dicht tegelijk hebben. Figuurlijk en letterlijk gezien. Het is als een gevecht tussen dysforie en euforie, waarin een tussenruimte ontstaat van tomeloze dromen. Als je ze ertussenuit kan vissen, dan heb je een idee, een krachtig gevoel, er is inspiratie”.
 
3.  Dansen.

Dansen is voor Kruithof de ultieme symbiose van muziek in je opnemen en vrije fysieke uiting. “Ik dans iedere dag, ik kan niet zonder. Vaak alleen in mijn kamer of op straat. Maar ik tracht af en toe ook grondig uit mijn dak te gaan in een openbare plek, dus waar ook andere mensen zijn. Ik zie dit als een noodzakelijkheid, want dit is namelijk de beste stress release in mijn optiek. Automatisch glijden zorgen van je af als je danst, eventueel onder invloed van alcohol of andere middelen, dat maakt niet uit. Het put je misschien fysiek uit, maar geeft je geestelijk een verruiming die ervoor zorgt, dat van alle dingen waar je eerder over tobde verdwijnen en louter de dingen die er toe doen, dus dingen waaraan je aandacht moet geven, overblijven. Ook is het een uitwisseling van energie, als je het met andere mensen doet en dan voel je dat je onderdeel bent van een collectief bewustzijn, iets wat ik ook belangrijk vind. ‘uit je dak gaan’ vind ik ook een mooie uitdrukking, het is nogal grappig als je het je verbeeldt... Het betekent ‘buiten zinnen raken’ en dat is zoiets als tijdelijk gek worden. Gekte is voor mij iets goeds. Het heeft te maken (in dit geval dan) met het verliezen van controle. Wanneer je dat kan en durft, heb je volgens mij iets overwonnen. Je bent namelijk beland in het onbekende gebied van oneindige mogelijkheden die je in ‘het korset des moderne mens zijn’ nooit had ontdekt. Dat is het moment, de ruimte waarop en waarin alles pas boeiend gaat worden in het leven”.
 
4.  Hardlopen.

“Als lichte endorfine verslaving, als een soort positief medicijn. Vrij snel gaat mijn lichaam volgens mij endorfine aanmaken en dit maakt mij euforisch en geeft me drive”.


'The Daily Exhaustion’ (© foto Anouk Kruithof)


'The Daily Exhaustion’ at Daegu Photo Biennale, 2012 Korea
(© foto Anouk Kruithof)

Het kunstenaarsboek als onderdeel van een installatie.

Na haar afstuderen zijn beelden voor haar nog steeds het uitgangspunt om een verhaal te vertellen, maar auteurschap of esthetiek zijn geen strenge vooropgestelde uitgangspunten; de functie van de foto’s is om een idee te dienen, om de creatieve uitvoering van een concept vorm te geven (bron: PhotoQ.nl 2012).
 
Voor deze vormgeving gebruikt zij ook vaak het kunstenaarsboek. Uit de zes publicaties die Kruithof heeft gemaakt blijkt dat het boek voor haar een goede manier is om haar creatieve ideeën uit te drukken. Een Kruithofpublicatie is onconventioneel, origineel en ontroerend. Ze gebruikt dit echter niet altijd als zelfstandig medium. Ze combineert de presentatie van haar werk met een combinatie van foto’s met installaties. Haar kunstenaarsboek is daar soms een onderdeel van. Een prachtig voorbeeld is: ‘The Daily Exhaustion’. Dit is een reeks zelfportretten die ze uitdrukte in krantvorm (Kodoji Press 2011 oplage 5.000). Deze uitgave kan als kunstenaarsboek worden beschouwd. Het gaat over de uitputting die de westerse mens dagelijks ervaart. Kruithof putte zich voorafgaand aan de foto’s fysiek uit door te gaan spinnen (indoor-cycling) om zichzelf vervolgens in uitgeputte toestand op de gevoelige plaat vast te leggen. Bij de presentatie van dit werk bedacht Kruithof een ruimtelijk concept: naast de foto’s een installatie van opgestapelde kranten. De kranten konden door de toeschouwers gratis meegenomen worden.
 
'Lang zal ze leven' (Dutch Doc Award 2012, Tropenmuseum Amsterdam)
© foto Anouk Kruithof
Fragment uit: 'Lang zal ze leven' (© foto Anouk Kruithof)
Een ander voorbeeld is het conceptueel-sociale project met de titel ‘Lang zal ze leven’. Hiermee heeft zij zich opnieuw verdiept in de menselijke geest. Door aan psychiatrische patiënten te vragen hoe zij hun verjaardag wilden vieren en die wens ook daadwerkelijk uit te voeren. De schijnbare grens tussen patiënt en omgeving verdwijnt in rituelen die niet anders zijn dan bij niet-patiënten. En daarmee die twee werelden effectief en confronterend met elkaar verbindt (bron: FoMaa). Uiteindelijk maakt Kruithof een krant waarin alle verjaardagen zijn gedocumenteerd. 'Lang zal ze leven' bestaat uit quotes van de interviews en foto’s van handgemaakte driedimensionale sets waarin de documentatiefoto’s van de verjaardagen als kleine exposities zijn te zien. De publicatie (In eigen beheer, 2011 oplage 500), die als een kunstenaarsboek kan worden beschouwd, geeft een chronologisch overzicht van de viering van de tien verjaardagen en toont de integere wijze waarop is samengewerkt met mensen met een psychiatrische beperking. Op een tentoonstelling van de onafhankelijke stichting ‘Dutch Doc Photo’ was de verjaardag van Frits de Beer (64) te zien. De expositie was bijna een letterlijke weergave van het deels handgemaakte boek.
 
Een kunstenaarsboek als een intiem werk.

Een boek heeft voor Kruithof iets heel intiems. Het is als een ‘spel’ tussen de bezitter van het boek en het boek zelf. Tussen deze twee gebeurt het volgens haar. “Ik zie een kunstruimte als een plaats om het kunstwerk vorm te geven, te plaatsen, te installeren. Precies zo zie ik de pagina’s en omslag etc. waaruit het een boek bestaat ook. Het is een ‘ruimte’ die de concentratie van het kijken en eventuele lezen bepaald. Ik vind zelf ook het proces van boek maken een aangename manier van werken: het is klein, je kunt het overal doen, heel intiem en geconcentreerd. Je bent in een boekmaakproces niet van veel 'buitenaf' afhankelijk, zoals bij een video of een installatie in een museum bijvoorbeeld. Een solitude proces, een soort worsteling met eenzaamheid is het. Een boek maken is daardoor zwaar, maar boeiend en keer op keer een uitdaging”.
 
Het blijft een voortdurende overweging om werken niet alleen aan de muur van een museum etc. op te hangen, maar soms ook in boekvorm te presenteren. Kruithof legt uit: “Het boek kan op een vrij gekozen moment bekeken worden, er zijn geen openingstijden en er is geen moment waarbij de suppoost je vriendelijk verzoekt te gaan. Dit versterkt de intimiteit en biedt de ruimte voor de concentratie van het kijken en eventueel lezen”. De kunstruimte en het boek lopen volgens Kruithof parallel aan elkaar, maar op een gegeven moment komen ze bij een T-splitsing aan. In een kunstruimte is er geen heldere oriëntatie, je kunt dicht naar de muren gaan of in het midden blijven staan, rechts omlopen of linksom of zelfs achteruit gaan. Kruithof: “Het boek is in richting zoals een horizontale lijn. In principe is er een begin en een eind. Al weet je dat bij een kunstenaarsboek nooit natuurlijk. Je kunt de eigenaar van je boek aansturen en bijvoorbeeld met je opeenvolging van je beelden een verhaal vertellen. Eenvoudig van voren naar achter of andersom. Hoewel het van achter naar voren bladeren iets is, wat volgens mij meer mensen in eerste instantie doen, wanneer ze een boek in hun handen hebben. Meestal realiseert men zich dan direct dat ze respectloos met het boek omgaan. Je voelt je betrapt, als je sneaky over je schouder kijkt of de maker niet ziet dat je met dat boek omgaat alsof het een hapklare kleffe hamburger is”.
 
Een kunstenaarsboek als verbeelding van de gespannen mens.

Het kunstenaarsboek is voor Kruithof een prima manier om haar werken uit te drukken, maar volgens haar is het kunstenaarsboek nog altijd een outsider in de kunstmarkt en ook erg oncommercieel. “Wel sociaal. Zeker als je het ‘boek’ gratis maakt, zoals mijn krantje ‘The Daily Exhaustion’. Het idee ervan was dat de ‘The Daily Exhaustion’ gratis was, want als ‘de dagelijkse uitputting’, die krijg je voor niks. Het is ook een zin en een titel die ik bedacht heb en waarvan ik vond dat hij iedereen toebehoorde. Vandaar dat iedereen zo’n krantje zou moeten hebben. Het is misschien een contradictie met wat je er letterlijk in ziet, namelijk 21 zelfportretten van mij, toch zie ik mijzelf hier meer als de ontboezeming van uitputting, work alcoholics and stress. Ik moest het doen, omdat niemand zo ver zou gaan als ik in deze truc om de serie foto’s te hebben. Hardcore indoor-cycling genaamd spinning to the Max. De foto’s zijn gemaakt met een klein digitaal cameraatje hangend aan het stuur en na afloop van de training schoot ik enkel 2 of 3 foto’s van mijzelf. Er is fysieke uitputting te zien, maar hier doorheen schijnt voor mij ook zeker een mentale leegte die ontstaat door de activiteit. Het afdrijven van de geest, zoals het ook is als je burnout raakt. Iets wat ik zelf ook heb meegemaakt toen ik 25-26 jaar was. Ik vind dat het ieder mens aangaat; de vraag wat ‘The Daily Exhaustion’ precies is of kan zijn. Vooral omdat er tegenwoordig geen enkel gesprek er aan voorbij gaat, waar een deelnemer niet een beetje moe is of er doorheen zit of burnout raakt of nog erger... iedereen kent dit fenomeen. De aarde raakt uitgeput: milieu uitputting. De mens ook, maar dan mentaal”.
 
Fragment uit: 'Playing borders' (© foto Anouk Kruithof)
Kruithof verbeeldt in haar werken enerzijds de gespannen mens die een constante druk voelt om maar door te gaan. De mens die zichzelf ‘verliest’, zich door te veel stress laat uitputten en zelfs angstig wordt. In het project ‘Becoming Blue’, waarvan ook een publicatie is verschenen met een gelijknamige titel (Ontwerp Kummer-Herman, Revolver Publishing 2009, oplage 750), vroeg zij een aantal onbekende personen om te poseren en kleedde hen in het blauw. Het is een serie portretten geworden van mensen die in een moment van stress of met de schrik in het lijf zijn gefotografeerd. Op het moment van de opname liet zij hen schrikken door onverwachte ingrepen en handelingen. Een handeling zou bijvoorbeeld een speldenprik geweest kunnen zijn. Dat leidde tot een bepaalde mimiek en gezichtsexpressie. Het blauw van de kleding is voor Kruithof een metafoor voor de fase waarin de mens weer tot rust komt. Maar ook de mens, die zichzelf probeert ‘terug te vinden’. De mens die de rust en stilte toelaat en de balans tussen lichaam en geest hervindt. Het is een zoektocht naar manieren om de hedendaagse mentale toestand van de (Westerse) mens te verbeelden, die volgens haar vooral wordt bepaald door stress, de druk om te presteren en het voortdurende ‘geleefd worden’.

Het fictief foto-essay Playing borders, this contemporary state of mind’ (2009) sluit ook aan op dit ‘stressthema’. Het is een beklemmende fotoreeks en een absurd beeld van de anonieme en inwisselbare werkplekken van de moderne kantoormens. Hiermee onderzoekt Kruithof de eigentijdse geestesgesteldheid door deze te spiegelen aan een wereld waarin een pure emotionele staat-van-zijn heerst. Kruithof werkte in een verlaten Rotterdams kantoorpand. Net als in ‘Becoming Blue’ castte zij een aantal personen, dat zij vroeg om ongeremd te reageren op de omgeving en de door haar vervaardigde bouwsels van meubels en andere in het gebouw aangetroffen objecten. Een mix van fotografie, installatie en performance. Op de foto’s maken de personen in kwestie een gestreste en neurotische indruk. Het laat zich lezen als een metafoor voor de getourmenteerde mens in de hedendaagse maatschappij. Het kunstenaarsboek (Revolver Publishing 2009, oplage 400) met een gelijknamige titel dat Kruithof samen met ontwerper Kummer-Herman, erbij maakte, bestaat uit een aantal grotendeels losse, met foto’s bedrukte vellen.
 
'AutomaGische inspiratie en boek als intimiteit: Anouk Kruithof' is in samenwerking met Anouk Kruithof in oktober 2012 tot stand gekomen.

De vrije geest van Jaap Scheeren.

Fragment uit: 'Oma Toos'
De fotograaf Jaap Scheeren werd voor zijn serie ‘Playground’ in 2011 uitgeroepen tot winnaar van de ‘Bouw in Beeld prijs’. Volgens de jury brengt Scheeren met zijn serie ‘This spot might mean shit to you but is the world to me’ met een speelse en intelligente mix van beelden het thema Playground autobiografisch tot leven. “Een interessante, speelse en humorvolle invulling van het thema: creatief, onderscheidend, veelzijdig en verrassend”. Humor en relativering zijn voor Scheeren hele belangrijke dingen. De foto’s zijn grappig, soms melig, absurdistisch, sprookjesachtig en een beetje surrealistisch. Hij lijkt zich niets aan te trekken van de wereld om hem heen en laat zijn associaties de vrije loop. Hij probeert de beschouwer deel te laten maken van deze wereld.

In zijn fotografie gaan observeren, registreren en ingrijpen hand in hand. Scheeren gebruikt de media als inspiratiebron voor opvallende artikelen en onderzoekt hoe hij deze informatie als fotograaf vervolgens om kan zetten in beelden. Alledaagse onderwerpen worden door hem zo in simpele stappen aangepast waardoor nieuwe beelden ontstaan. Zijn geënsceneerde fotografie is ook documentair, omdat het bijzondere mensen en locaties vastlegt. Al deze eigenschappen vermengen zich in de series die hij tentoonstelt en publiceert. Scheeren: “De wereld wordt niet geregeerd door orde, noch door logica. Ik toon de slapende onderwereld onder de lak van de alledaagse realiteit. Ik doorloop de stad, de kranten van de dag, maak notities van ongebruikelijke feiten, belachelijke, vreemde prestaties en onthutsende ontdekkingen die zich (schijnbaar onopgemerkt) in de gedrukte kolommen bevinden. Vervolgens bouw ik vanuit deze achtergrond een, meestal fotografisch, beeld op. Maar soms loop ik tegen deze eigenaardigheden aan en kan ik het gewoon meteen fotograferen”.

'Het zwarte gat' opstelling:
6e Biennale Internationale de la Photographie et des Arts Visuels de Liège.
Fragment uit: 'Het zwarte gat'
 Kort na zijn afstuderen in 2003 aan de St. Joost Academie te Breda werd Scheeren geïnterviewd door de Volkskrant, die een serie wijdde aan de toekomst van afgestudeerden van kunstopleidingen en het 'zwarte gat' na het afstuderen. Ook Anouk Kruithof was in dat jaar afgestudeerd en werd geïnterviewd. Scheeren en Kruithof besloten samen dit thema als uitgangspunt te nemen voor een omvangrijk fotografieproject: ‘Het zwarte gat’, waarmee zij de ‘Unique Photography Prize’ in 2004 mee hebben gewonnen. Naar aanleiding hiervan is een kunstenaarsboek verschenen met een gelijknamige titel. In deze uitgave (Episode Publishers & HUP editions 2006 oplage 1.000) gaat het om het verbeelden van depressie op een speelse, humoristische, maar ook ernstige manier en vanuit verschillende invalshoeken. Scheeren en Kruithof kwamen hiermee op associatieve wijze tot een reeks uitbeeldingen van depressieve momenten. Daarbij namen zij de uitdrukking 'in een zwart gat terechtkomen' heel letterlijk (bron: De Gids, Fris Gierstberg 2011).

Klik voor meer informatie op: ‘Anouk Kruithof: de universele kracht van de emotie’.

Een project waar fotografie en analoge (druk)techniek bij elkaar komen is: ‘Fake Flowers in Full Colour’. In het kunstenaarsboek met de gelijknamige titel (Uitgever FW: Books, 2009) wordt dit project uitgebeeld. Scheeren onderzocht met ontwerper Hans Gremmen of het mogelijk was om, in plaats van het aan de computer over te laten, zélf fysieke kleurscheidingen te maken. Een vertaling van fotografie naar full colour drukwerk. Er werden vier stillevens gebouwd: een Cyaan-, een Magenta-, een Yellow- en een Black-stilleven. Deze werden los van elkaar gefotografeerd en vervolgens over elkaar heen gedrukt wat het beeld 'Fake Flowers in Full Colour' heeft opgeleverd. Een project waarbij ontwerp en fotografie heel dicht bij elkaar komt.

Klik voor meer informatie op: ‘Onderwerpen object als één: Hans Gremmen’.



Fragmenten uit: 'Oma Toos'
In 2007 bracht Scheeren in eigen beheer een boekje uit over zijn oma Toos. De foto’s in het kunstenaarsboek ‘Oma Toos’ zijn niet bedoeld om het leven van zijn oma te registreren. Scheeren heeft zijn oma als model gebruikt om typische ‘oma Toos-dingen’ te fotograferen. We leren de aard van oma Toos beter kennen, doordat de foto’s worden afgewisseld met handgeschreven briefjes. De briefjes begeleiden de knipsels met voetbalnieuws die oma bijna wekelijks naar haar (schoon)zoon in Terneuzen (Vlissingen) stuurde. De aandoenlijke kattenbelletjes zijn in facsimile opgenomen tussen de foto’s die Scheeren van oma Toos maakte. Merel Bem schreef hierover in 2008 in de Volkskrant: “Hij is weloverwogen aan ‘Oma Toos’ begonnen. Hij heeft de fotografische kwaliteiten van het onderwerp herkend. En is ermee aan de slag gegaan op een manier die persoonlijk, ontroerend en documentair is”.

De bovenstaande boeken worden als werk uitgedrukt als boek. Het werk komt hiermee volledig tot zijn recht. Een werk dat een een-op-een relatie schept tussen de kunstenaar en zijn publiek. Scheeren kiest er soms bewust voor om kunstenaarsboeken te maken. Daarmee neemt hij heel bewust dus het besluit dat het werk niet aan een muur in een museum komt te hangen. Scheeren: “je voelt dat het een boek moet worden, dit geldt voor ‘Het zwarte gat’, ‘Fake Flowers in Full Color’ (waarbij het boek zelfs het uiteindelijke werk was) en ‘Oma Toos’. Het eerste is een werk op zich, het tweede had een structuur nodig om het verhaal te kunnen vertellen en Oma Toos is een echt document met tekst en beeld. Aan de andere kant heb je soms gewoon de kans een boek(je) te maken als catalogus of zoiets, zoals bij ‘3 roses, 9 ravens, 12 months’ (ontwerp: Hans Gremmen, Flatland Gallery 2008) of ‘Il/ElleS’Appelle Margriet’ (RVB Books 2011, oplage 250 gen.) die ik i.s.m. Harry Bloch heb gemaakt”. De mede oprichter Remi Faucheux van RVB Books over het ontstaan van het laatste boek: “one day I called Jaap Scheeren at his studio, he told me he was experimenting to see what happens to a mouse moving around with a scanner (!). That is how the idea of publishing”.



Fragmenten uit: 'Gaassboggreidn'
Scheeren heeft met Bloch nog een ander boek gemaakt: Gaassboggreidn (Design & Concept: Harry Bloch 2010). Het (carnavals)boekje begint met: “Im Brinzib, wenn mä sich des genau überlechd, handeld dieser Umzuch ja von am wildgewordäna Gaaßbogg, den mä zuguderledzd donn erledigen ko. Daraufhin ko des Fesd donn aafanga”. Hiermee maakt het duidelijk dat je het niet van de tekst moet hebben. “Gaassboggreidn is a documentary about a procession which takes place every year in Merkendorf, a small village in Germany which counts two beer breweries for 800 inhabitants. A few people are dressed in costumes and act in a particular way. For instance, ‘the Bear’ dances with the women when the music starts, ‘the Jew’ hides himself and hits the guys on the back with a jute bag, and the main actor, ‘the Gaasbogg’ is a raging goat trying to rape the women. At the end he is killed and the party can start”. Het gaat er op een bepaalde manier vrolijk aan toe, maar dat er behoefte is aan een uitgebreide documentaire over dit vreemde gebruik lijkt duidelijk. De dialect Duitse teksten, noch de Engelse vertaling geeft antwoord op alle vragen.


Interview met Jap Scheeren waarin een uitleg over
'3 roses, 9 ravens, 12 months’

Het project ‘3 roses, 9 ravens, 12 months’ dat Scheeren  presenteerde speelt zich af in Slowakije aan de hand van Slowaakse sprookjes. Een uitnodigend boek met prachtige foto’s verrijkt met kleine tekeningen. De foto's laten een blijvende indruk achter. Een echt sprookjesboek waarin de foto’s het verhaal vertellen. Bij de introductie van de publicatie zei Zuzana Lapitková, curator bij het ‘Central European House of Photography’ in Bratislava heel treffend: “The basis for the project ‘3 Roses, 9 Ravens, 12 Months’ was a list of scenes and images found in particular Slovak fairy tales by Samuel Czambel and Pavel Dobšinský. Jaap decided to search situations and scenes in Slovakia that would remind of the atmosphere from Dobšinský fairy tales. However it does not function as a binding source. During his traveling across Slovakia, Jaap let himself be freely inspired by what he came across. Without premeditated intention, the series of photographs that has arisen is of almost unified colour scale, green, brown and gold; a scale used also by numerous Slovak artists portraying this country. All shots commonly reflect an atmosphere of somehow extraordinary reality, when everything seems normal, only a detail or an angle of view causes a disturbance from our lethargy of daily life. It is not important at all which picture is staged and which not in this series by Jaap Scheeren. A clearly defined view of the photographer strongly connects all pictures in one body of work. All together and each for itself, they offer a statement which can reflect an impression of fairy tales in Slovakia. If a viewer is seduced to combine them all in one story or invent a new one for each picture, he can always be sure it is the right approach”.




Fragmenten uit: ‘3 Roses, 9 Ravens, 12 Months’ (2008 © foto's Jaap Scheeren)
Zonder twijfel is het boek is voor Scheeren een kijkje in een parallelle wereld waarin hij degene is die de nadruk legt op sommige gebeurtenissen of structuren. Het boek is volgens hem hiervoor een goed medium omdat het structuur in chaos geeft en het niet vrijblijvend is, zodat het een eigen leven kan gaan leiden. Het boek is niet vaak een uitgangspunt voor Scheeren, meer een gevolg, zoals een foto inlijsten ook kan zijn. Scheeren: “Ik ben nu bezig met een nieuw project waarvan ik denk dat het een boek kan worden, tenminste die potentie heeft het, maar ik wil het niet overhaasten. Ik kan hiervoor nog hele goede werken maken die misschien nog juist moeten rijpen. Het verscherpt wel je ideeën omdat het nou eenmaal een boek wordt”.

'Playground'
Voor de serie ‘Playground’ uit 2011 heeft Scheeren bewust gekozen om dit aan de wand te presenteren. Hierbij gebruikt Scheeren beeldmateriaal om het verhaal te vertellen over een boerderij waar hij al vanaf zijn viertiende jaar komt. Deze boerderij is een bijzondere vrijplaats waar vaak zeer uiteenlopende mensen langskomen, zich welkom en veilig voelen, en hun gang kunnen gaan. Wat is de betekenis van een dergelijk plek, hoe is dit zo ontstaan en hoe komt het dat Scheeren er zich zo op zijn gemak voelt? De titel is alleszeggend: “This spot might mean shit to you but is the world to me”. Scheeren over deze vorm van uitbeelden: “Soms is een werk aan de muur beter als representatievorm, omdat je dan heel veel en vrij direct iets kan vertellen. In een boek moet je een enkele keer even wachten tot je erdoorheen bent. Ik vertel verschillende verhalen tegelijk, maar elk verhaal is gerelateerd aan de ander, omdat het gerelateerd is aan mij. In mijn werk onderzoek ik de link tussen realiteit en betrouwbaarheid in de fotografie, vaak met een focus op de vreemde relatie tussen mooie omgevingen en hun bewoners. Ik zoek naar een waarschijnlijk gemaakte wereld, een wereld die ik aan kan passen naar mijn eigen voorstelling ervan”.

Volgens de kunsthistoricus Frank van der Stok (was tevens curator van ‘Het zwarte gat’) moet je iemand als Scheeren helemaal niet willen typeren, tenzij het is omwille van het ophelderen van de diepere gronden en beweegredenen die achter zijn methodiek schuil gaan. Toch omschrijft hij het kunstenaarschap van Scheeren heel kernachtig: “Scheeren vertolkt onze heimelijke gevoelens en verlangens in de vorm van vrije expressie zoals we dat maar al te graag aan hem overlaten. Hij bedenkt de mafste, uitbundigste performances dan wel zorgvuldig geënsceneerde photo-opportunities, laat het allemaal gebeuren - en wij lopen er vervolgens allemaal mee weg. Het lijkt wel alsof we hem eigenlijk allemaal stiekem benijden om zijn verfrissende onaangepastheid, inventieve dadendrang en originele aanpak. Een poging zijn werk stilistisch te typeren voor een beter begrip is daarom bij voorbaat niet alleen een zinloze, maar bovendien onwenselijke onderneming. We hebben hier te maken met een vrije geest met een groots gevoel voor absurditeit en humor, die het zowel zoekt in de realiteit als in de enscenering. Grillig en onvoorspelbaar als een ongeleid projectiel onttrekt hij zich aan elke beeldconventie” (bron: tentoonstellingstekst voor bij de tentoonstelling ‘When I took off my mask, I noticed my face was missing’ van Jaap Scheeren bij Flatland Gallery, Utrecht 2011).

Het gaat Scheeren erom om een verhaal uit te beelden (“anders kan je net zo goed op straat gaan staan”). Of dit nu aan de muur is of in een boek. Het maakt niet uit. Er zijn verschillende mogelijkheden. Scheeren presenteerde ‘3 roses, 9 ravens, 12 months’ bijvoorbeeld als dia’s in een kartonnen huisje. Hij hoopt in ieder geval dat zijn foto's een verhaal oproepen. Welke verhaal, dat maakt hem niet uit, maar hij gebruikt fotografie omdat het relateert aan de werkelijkheid, niet omdat het werkelijkheid is. Geïnspireerd wordt Scheeren hierbij door mensen die vervlochten zijn met hun werk en gefocust doorwerken, in wat dat dan ook is. Met deze mensen zou hij graag mee verbonden voelen, maar soms heeft hij het idee dat dan nog meer doorgezet moet worden om alleen met zijn eigen werk bezig te zijn. Scheeren: “Daar heb ik nu helaas de -financiële- ruimte nog niet voor gevonden. Het lijkt een makkelijke keus, maar dat is het toch niet, je moet vrij streng zijn voor jezelf en daardoor ook voor anderen en dat ben ik niet van nature, streng tegen anderen”.

'De vrije geest van Jaap Scheeren' is in oktober 2012 i.s.m. Jaap Scheeren tot stand gekomen.


'Mother Nature' FOAM Amsterdam © foto Jaap Scheeren
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...