De grappige, absurde en ongrijpbare wereld van Chantal Rens

(fragmenten uit: Kanada 2013)











I would like the work to be non-work. This means that it would find its way beyond my preconceptions...It is the unknown quantity from which and where I want to go. As a thing, an object, it accedes to its non-logical self. It is something, it is nothing.

Deze quote van beeldhouwster Eva Hesse (1936-1970) is voor Chantal Rens (geboren in 1981 en wonend en werkend in Tilburg) heel aansprekend en inspirerend. Het spontane karakter van haar werk komt namelijk ook grotendeels instinctmatig tot stand. Na een lange zoektocht is het er ineens dan. Het is van te voren niet bekend hoe lang de zoektocht zou worden en uit hoeveel materiaal Chantal put. Het komt, net zoals het bij Eva Hesse het geval was, zoals het komt. Er zijn geen invloeden van buitenaf. Er wordt geen rekening gehouden met meningen over hoe er iets uit zou moeten kunnen zien. Sterker nog. Chantal probeert alle vooroordelen die in haar geheugen zijn opgeslagen opzij te zetten. Hoe het werk er uiteindelijk er uit gaat zien staat dus totaal niet van te voren vast.
(fragment uit: Carolina had weliswaar geen aids maar ze dacht er wel vaak aan 2009-2013)
Chantal houdt zich met collages bezig, en hoe! Voor Chantal is de collage het ultieme middel om uiting te geven aan haar ideeën. Kenmerkend voor haar werk is found-footage. Haar focus ligt op alledaagse foto’s; beelden die we daardoor niet direct als artistieke fotografie beschouwen. Chantal werkt intuïtief, ze verzamelt veel bestaand materiaal, reageert op wat ze vindt en tegenkomt, liefst spontaan, zonder vooropgezet plan.

Chantal haar werk sluit goed aan bij de uitspaak van de Duitse kunstenaar Joachim Schmid dat het eigenlijk niet nodig is om nieuwe foto’s te maken zolang we reeds gemaakte foto’s zinvol kunnen hergebruiken. Chantal maakt gebruik van de enorme hoeveelheid beelden uit haar archief. Chantal weet juist die fotobeelden bloot te leggen die voor veel mensen onzichtbaar blijven en is in staat om op een bijzondere manier de schoonheid ervan te duiden. Het beeldmateriaal wordt uit de oorspronkelijke context gehaald en vervolgens in een nieuwe context en beeldvorm geplaatst. Op het eerste gezicht lijkt er niets te zien aan de werken, maar juist door de nieuwe context en beeldvorm ontstaat er iets grappigs, iets raadselachtigs, ongrijpbaars of iets speels.

Er ontstaan dan werken die niet ontleend zijn aan de werkelijkheid zoals wij die kennen, maar aan een voorstellingsvermogen dat daar buitenom gaat. Volgens Chantal zijn “ongrijpbare beelden waar je met je verstand niet bij kunt de beste werken. Dat kun je niet forceren of afdwingen, soms ontstaan ze en vaak ook niet”. In haar werken zijn vaak dieren, planten en vooral ook mensen afgebeeld, vooral echtparen, vrouwen of kinderen. Bijna alle gezichten zijn bedekt of bewerkt. Op een speelse, kinderlijke manier worden beelden opnieuw samengesteld tot eenvoudige voorstellingen. Dromerige, spontane, bekoorlijke, of magische beelden, soms met de nadruk op het absurde, waarbij titels soms verklaren, maar je ook op een verkeerd been kunnen zetten. 



Fragmenten uit:
Y
OU RUN AROUND TOWN LIKE A FOOL AND YOU THINK THAT IT’S GROOVY (2016)
Foto's Chantal Rens
Chantal zet de beelden naar haar eigen hand door er in te knippen en snijden en ze met simpele ingrepen te vervormen tot iets nieuws. Kunstenares en curator Florette verwoord het werk van Chantal als “Bevrijd van het cliché en de fixatie, ontdekt het eindeloze mogelijkheden van wisselwerking. Het samengestelde beeld kan niet anders dan in een loop vervat raken. Wij staan daar volledig buiten” ( bron: KUNSTWORDTTERUGKUNST, publicatie #3. 09/2012). Volgens kunstcriticus en auteur Alex de Vries kun je door de techniek van uitknippen, opplakken en inlijsten het werkproces dat ze volgt nauwkeurig afleiden. “Het resultaat is echter een beeldende gewaarwording die vergelijkbaar is met die van het trompe l’oeil. Je weet niet wat je ziet, terwijl je dat toch zeker denkt te weten” (bron:  Een hapering in het denken It’s uh that way, openingstoespraak 8 maart 2013, Luycks Gallery).

Behalve losse collages, behoren ook kunstenaarsboeken tot het oeuvre van Chantal. Een kunstenaarsboek is een medium, meer dan alleen een drager van afbeeldingen, al dan niet in combinatie met tekst. Op het moment dat eigenschappen en vorm van een boek samenvallen met je idee, kun je spreken van een kunstenaarsboek. Het kunstenaarsboek heeft de unieke mogelijkheid dat je dit kunt aanraken en zien tegelijk (bron: Rein Jelle Terpstra, catalogus Sequence 1 2015). Chantal kiest op dat moment ook bewust voor het boek omdat het vastgehouden kan worden, er kan doorheen gebladerd worden, het kan gelezen worden. Daarmee ontstaat een bijzondere één op één relatie tussen haar en haar publiek.
BEING in SHAPE 2009-2013 (foto Chantal Rens)
De uitgaven kunnen bestaan uit samengestelde beelden zonder een context. Willekeurig gekozen, zoals in de uitgave ‘Kanada’ (oplage 250 genummerd en gesigneerd, 2013). In dit boekje gebruikt Chantal diverse kleuren en diktes van papier waardoor een variatie van verschillende uitvoeringen ontstaat. De uitgave ‘YOU RUN AROUND TOWN LIKE A FOOL AND YOU THINK THAT IT’S GROOVY’ (oplage 500 genummerd en gesigneerd, 2016) daarentegen is wel door een eenduidige keuze tot stand gekomen. Hierin worden wilde en huisdieren getoond met zich meedragend een glas alcoholische versnapering. In ‘BEING in SHAPE’ (1e editie oplage 25, 2009, genummerd en gesigneerd en 2e editie oplage 50, 2013, genummerd en gesigneerd) wordt beeldmateriaal uit één bron gebruikt is, namelijk een jaren zeventig kinder-gymnastiek -oefeningen-boekje uit Australië.

Chantal geeft haar publicaties zelf uit. “Zelf uitgeven geeft autonomie, het hoe, wat en waarom zelf bepalen. De tijd en ruimte om werk te laten rijpen zonder tussenkomst/inmenging van andere mensen”.  


De bestelde uitgaven worden niet zomaar in een envelopje ingepakt en opgestuurd. Absoluut niet. Het is een waar feest om een uitgave te ontvangen. Een lust voor het oog. Het wordt verstuurd in een enveloppe vol geplakt met gevonden beeldmateriaal en als dat al niet genoeg is stop Chantal er ook los materiaal in als ansichtkaarten, stickers, buttons en zelfs soms een kleine collage. Kunstwerkjes als verpakking.


Foto's Chantal Rens
Het laatste project van Chantal, ‘Cats and dogs in the window’, ligt haar focus niet op alledaagse foto’s die we elke dag om ons heen vinden en bestaand beeldmateriaal uit archieven. Al een tijdje maakt Chantal op straat foto’s van katten en honden die achter een raamkozijn zitten. Elke dag wordt op een website een foto geupload. Ook hier is sprake van een groot aantal beelden die waarschijnlijk aan je voorbij was gegaan. Het lopende project is ook uitgekomen in een handgemaakte publicatie met originele foto’s, getiteld ‘Cats and Dogs in the Window’. De driedelige uitgave is handgemaakt, gesigneerd en genummerd.
(fragment uit: Carolina had weliswaar geen aids maar ze dacht er wel vaak aan 2009-2013)

Claudia Kölgen en de suggestieve kracht van het medium fotografie.

Fragment uit Sehversuche 2011
Ik had een bijzondere ontmoeting met Claudia Kölgen. Haar statement en vooral op de wijze hoe zij met het thema waarnemen omgaat sprak mij gelijk aan. Haar werken in boekvorm zijn van een ongekende schoonheid. Het beste kan ik over haar kunstenaarschap en haar werken Kölgen zelf aan het woord laten. In de antwoorden die ze op mijn vragen heeft gegeven, verwoordt zij het beter dan ik zou kunnen.

Statement.
…I always have been attracted to images: not as they are meant to represent the world, as documents; not as observations; and not as they prove the reality of a single moment. Rather, I am most interested in the image being a mirror of an illusion and a projection of personal experience, thinking and expression. I like to work with images as a material and to reconstruct them. I use them in a new setting to understand the meaning of things, perhaps the meaning of understanding itself. There are so many realities around us and I am curious about their concepts and ideas beyond…

Fotobuch 1982: "Het boek bestaat uit lichtgevoelig fotopapier. Telkens bij het openen van het boek 
worden de pagina’s belicht en veranderd de kleur van het papier tot het uiteindelijk zwart is."

Je eigen ding kunnen doen.
Claudia Kölgen (Koblenz 1957) is beeldend kunstenaar en filmmaker. Na haar opleiding grafische vormgeving in Krefeld en Mainz, kwam zij in 1983 naar Amsterdam voor een vervolgstudie aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten. Sindsdien woont en werkt zij in deze stad. In 1986 studeerde Kölgen aan the Royal College of Art in Londen. Haar werk concentreert zich op experimenten met de media fotografie, film en boek.

Henk Woudsma: Waarom wilde je grafisch ontwerper worden?
Claudia Kölgen: Mijn eerste keuze was om naar de kunstacademie te gaan, maar ik had alleen toegang tot een HBO studie. De studie grafische vormgeving leek goed aan te sluiten bij mijn interesses omdat ik toen al veel tekende en fotografeerde. Later ging ik alsnog naar de kunstacademie.

Fragment Letterbuch 1983
Fragmente 1983
HW: Heb je je tijdens de studie ook bezig gehouden met typografische experimenten?
CK: Ja, zeker. Het was een verplicht vak en ik vond het erg leuk om met letters bezig te zijn. In die tijd deed je alles met de hand. Letters ontwerpen, vergroten en verkleinen, affiches uitsluitend met letters vormgeven. Knippen en plakken. We hadden een docent, die het experimenteren met typografie zeer stimuleerde. Ik leerde heel goed kijken: naar de optische afstanden tussen letters, naar het karakter van een letter. Gaandeweg ontwikkel je een gevoel voor de wisselwerking en de balans tussen vorm en inhoud. Ik vind het fantastisch wat jonge vormgevers nu met de computer kunnen doen op het gebied van typografie.

HW: Wanneer wist je dat je kunstenaar wilde worden?
CK: Ik had geen voorstelling van het beroep kunstenaar. Ik was al jong geïnteresseerd in kunst, dat wel. Ik was 13 of 14, ging naar allerlei tentoonstellingen en volgde een teken- en grafiekcursus. Op de middelbare school had ik een enthousiaste kunstdocent, die ons veel liet zien en met ons naar het museum ging. Ik voelde me zeer aangesproken en er ging een wereld voor mij open. Het was het gevoel van vrijheid dat mij trok: je eigen ding te doen en uitdrukking te geven aan mijn belevingswereld.

HW: Waarom ben je in 1983 naar Amsterdam verhuisd?
CK: Ik was klaar met mijn studie als grafisch ontwerper en wilde verder. Het idee om een jaar in het buitenland te studeren vond ik zeer aantrekkelijk. Per toeval bezocht ik de Rijksacademie in Amsterdam en kwam daar terecht. Van het een kwam het andere. Ik kreeg een DAAD beurs van Duitsland en later een beurs van het Fonds Beeldende kunst.
Kupferbuch 1982
Fadenbuch 1984
Untitled 1987

Het boek als kunstwerk.
Kölgen heeft een brede onorthodoxe basis en dat is af te lezen in haar werk. Volgens Rob Perrée (1991) is dat niet alleen omdat haar werk zich uitstrekt over uiteenlopende disciplines als kunstenaarsboeken, films enz., maar ook omdat Kölgen zich onttrok aan de traditionele geldende codes van deze disciplines. Haar eerste (object)boeken bijvoorbeeld zijn ‘te onpraktisch’ voor een commercieel verantwoorde drukgang. Haar films zijn ‘teveel kunst’ voor het commerciële circuit.

Over haar boeken en boekobjecten zei Kölgen: “Meine Bücher/Buchobjekte verdeutlichen transformierte Erlebnisinhalte, die dem traditionellen Buch entnommen sind. Eine neue Form entsteht, die das Geheimnis des Mediums zu enthüllen sucht. Die intime Begegnung, die ein Buch von sich aus fordert, gibt mir den Anlass, dies als solches zum Thema meiner Arbeiten zu machen” (bron: Het Boek en de Kunstenaar, Stads Galerij Heerlen 1988).

'Claudia Kölgen' 1989
In 1989 verscheen van de hand van Kölgen een overzichtswerk van haar boeken, films en foto installaties. Hierin is een mooie en treffende tekstuele bijdrage van Michael Gibbs opgenomen: “Her book objects are beautifully crafted, and extend our sense of what a book means – a sequence of identical pages in a closed form that invites an opening, a filigree of strands conducting the charge of meaning to a reader/viewer, a breath of air whispered between the leaves… The page of a book is analogous to a screen, so it should come as no suprise to learn that Claudia Kolgen has worked extensively with film and film installations… Light, space, image, screen and language are the elements that form Claudia Kölgen’s artistic practice. Yet rather than dealing with these elements in a formalistic sense, she employs them in a poetic, almost abstract, metaphysical way, drawing attention to the specificity not of the medium but of the picture, the object, as well as the specific way these are perceived” (1989).






HW: Michael beschrijft in het overzichtswerk ook een film installatie met de titel Lighthouse uit 1987. Je hebt ook als registratie hiervan een prachtige uitgave gemaakt. Kun je dit werk beschrijven?
CK: Lighthouse is een installatie waarbij een staand object met een draaiend cilinder licht projecteert zoals een vuurtoren. Ik plaatste het object in het midden van een vierkante ruimte. Op een wand hing een koperen plaat, op een andere wand zag je een film waarin de draaiende lichtstraal van het hetzelfde object in de ruimte gefilmd was. Op het moment dat de ‘echte’ lichtstraal over de filmprojectie heen loopt en met de lichtstraal in de film samenvalt, verdwijnt het beeld volledig en je ziet alleen een wit kader op de muur. Op het moment dat de lichtstraal op de koperen plaat valt, weerkaatst voor een kort moment een palet van kleuren. De uitgave bestaat uit een cassette met twee leporello’s en documenteert met een reeks foto’s de geprojecteerde lichtbeweging.

HW: Tijdens en na je studie als beeldend kunstenaar bleef je je voor de diverse aspecten van het boek interesseren. Veel kunstenaars zagen in het medium boek ook de oplossing van veel problemen. Boeken waren gemakkelijk te verzenden en te bewaren. Was dat voor jou ook het geval?
CK: Voor mij betekent een boek een vertaling van een idee in een gedefinieerd kader. Het geeft mij alle ruimte om met inhoud, vorm en materiaal te experimenteren - en met tijd en ritme te spelen.

HW: Je hebt in tegenstelling tot veel kunstenaars veel meer op een ambachtelijke wijze gewerkt en in plaats van papier en karton hele andere materialen gebruikt. Is dat voor jou een belangrijke uitingsvorm om je ideeën te verwezenlijken? Om je artistieke gedachten uit te drukken?
CK: De liefde voor materiaal speelt zeker een belangrijke rol, en het ligt voor mij voor de hand om ermee te experimenteren. Ik kan de ambachtelijkheid van hoe iets gemaakt is zeer waarderen, ook bij andere voorwerpen. Elk materiaal heeft zijn eigen taal.

Ein Hauch von Erinnerungen 1987

HW: Je hebt samen met Sjoerd Hofstra Ein Hauch von Erinnerungen uitgegeven. Een heel mooi ambachtelijk gemaakt boek. Kun je daar meer over vertellen?
CK: Ik weet niet meer precies hoe het boek is ontstaan. Boeken kunnen synoniem staan voor zoveel aspecten van betekenissen. Ik denk, dat ik op een luchtige manier de beladenheid van herinneringen wilde benaderen, dat een boek soms als inhoud kan hebben.
Zeichen 1984
Fragment uit Zeichen 1984
HW: Waarom heb je tijdens je studie gekozen voor objectboeken (doorbladerbare boeken) en boekobjecten (zien er uit als boeken, maar bevatten geen pagina’s) en niet voor uitgaven in een oplage en die ook meer als een boek kunnen functioneren?
CK: Al tijdens mijn studie grafische vormgeving had ik een voorliefde voor het ontwerpen van boeken, maar zocht ook de grenzen van het medium op om tot nieuwe oplossingen komen. Voor mij heeft een boek iets intiems, je kunt het bij je hebben en er ontstaat een relatie van object en gebruiker.
In mijn eindexamen werkstuk koos ik als thema het medium boek. Het was een onderzoek naar het boek ‘an sich’. Haptische elementen, de binnen- en buitenkant, verschillenden materialen waren de ingrediënten waarmee ik speelde om een bepaalde ervaring met het boek te creëren. De vraag naar een oplage stelde zich toen niet.
Er was veel gaande in die tijd om met traditionele vormen te breken. De invloed van Fluxus en de Documenta 6 in 1977 tonen hoe kunstenaars zich het boek eigen maakten door vooral veel te experimenteren. De vraagstukken die hierbij ontstonden creëerden nieuwe benaderingen en leidden tot fantastische resultaten. Hier haalde ik veel inspiratie vandaan.

Film.
Fotografie staat centraal in het werk van Kölgen, daarnaast heeft zij ook een aantal analoge films op haar naam staan. In deze films gaat Kölgen o.a. dieper in op de relatie tussen beeld en geluid. Beiden worden als een autonoom gegeven tegenover elkaar gezet, waarbij de complexiteit van beeld en geluid wordt getoond in de gelaagdheid van beelden en de geluidsband. Het experimenteren met film als materiaal was toen een benadering die in de experimentele film vaak toegepast werd. Voorbeelden van deze werkwijze zijn Ricercar (1984) en Wende (1985). De films kunnen online bekeken worden bij COLLECTION EYE.

De iconische functie van fotografie.
Vanaf 1989 tot in de jaren negentig zette Kölgen de foto in als onderdeel van een sculptuur en laat dit tot een uniek kunstwerk worden. Kölgen onderzocht in deze fotowerken en foto installaties de relatie tussen de eigen persoon en de natuur en vestigde in haar werken de aandacht op de wijze waarop onze kijk op de natuur is geconditioneerd.

Michael Gibbs over Kölgen’s fotowerken: “Fotografie wordt eerder om zijn iconische functie gebruikt dan om zijn indexicale. De foto’s van Kölgen leggen niet zozeer sporen van de werkelijkheid vast, ze dienen eerder als modellen die verwant zijn aan een groter model dat te maken heeft met de waarneming en met de zichtbaarheid als zodanig” (1991). Dat wat we zien in de werken van Kölgen lijkt volgens Gibbs eerder op een scherm dan op een venster. Kölgen gebruikt daarbij regelmatig metalen constructies die het beeld letterlijk tot in de ruimte uitbreiden, waardoor ze niet alleen een fysieke drager voor het beeld vormen, maar ook de beschouwer uitnodigen tot interactie.

HW: Wat betekent het medium fotografie voor jou?
CK: Ik fotografeerde al vrij jong. Ik denk dat ik zo’n twaalf, dertien jaar oud was. Ik kreeg een oude camera, een Voigtländer van mijn vader. Hij had een hele verzameling dia’s en hij experimenteerde met kleurenfilters. Ik heb later in mijn werk een aantal foto’s van hem gebruikt. Visuele beelden kunnen een sterke aantrekkingskracht op mij uitoefenen en als inspiratiebron dienen voor ideeën. Ik denk wat mij raakt is de ongrijpbare en mysterieuze kant van fotografie. Ik maak foto’s en gebruik foto’s van anderen. Ik werk met beelden, die ik verander en reconstrueer. Ik ben vooral geïnteresseerd in suspense en de suggestieve kracht van het medium.

HW: Volgens Mark Little onderzocht je vanaf 1989 in je fotowerken en foto installaties de relatie tussen de eigen persoon en de natuur en vestigde je in je werken de aandacht op de wijze waarop onze kijk op de natuur is geconditioneerd. Kun je dat uitleggen en daar iets meer over vertellen?
CK: Natuurlandschappen zijn steeds terugkerende thema’s in mijn werk. De vraagstukken waren hoe door media, cultuur en geschiedenis ‘natuur’ gezien en gepresenteerd wordt. Vooral romantische ideeën, het verlangen naar sensatie, verbondenheid en de ervaring van in de natuur zijn spelen hierbij een rol.

Untitled (Rilke) 1987



HW: In 1987 maakte je een prachtige uitgave in oplage met een gedicht van R.M. Rilke en gebruikte je voor het eerst foto’s in een publicatie. Kun je meer vertellen over deze uitgave? Hebben de gedichten van R.M. Rilke een bepaalde betekenis voor jou?
CK: Het boek, fotografie en film hebben per definitie met tijd te maken. Ik wilde dat in een boek laten zien en ook letterlijk hoe je door het boek bladert. Het transparante papier dat ik gebruikte, laat steeds herhalend dezelfde afbeelding zien, maar wordt in zijn ritme verstoord door een grafische druk met koolstof. Rilke is één van mijn dierbaarste schrijvers. Ik vond het gedicht, dat zo mooi past bij het onderwerp en gebruikte dit als een poëtisch begin.

De samenwerking met Michael Gibbs.
Kölgen heeft samen met Michael Gibbs twee projecten uitgevoerd; de eerste, Innocence & Experience in 1992. De tweede, Heaven and Earth, volgde in 1994.

“I first met Michael in October 1988 at the opening of the exhibition 'Man Ray passed twice' in the Amsterdam gallery W139, where I showed the super 8 film installation 'Choreografie der Bilder'. He was enthusiastic about my contribution and he wrote a highly favourable text about my work for a self-published artist's book of mine. I admired his writing style, his critical views and his concise formulations… An extensive renovation made our studio in the Wilhelmina Gasthuis, a former hospital in Amsterdam, into a pleasant and productive place. The idea to collaborate on a project was born and in 1992 we made the installation 'Innocence and Experience'. In 1994 we made another installation 'Heaven and Earth'. The accompanying catalogues where published with texts by Andrew Wilson, Heinz Pätzold and Arjen Mulder. The starting point in our installations is the questioning of both the concept and the perception of the sublime. We were fascinated by this subject and during the process of the many discussions and research that we conducted the installations began to take shape. We made use of several media: photography, texts, and video. The texts were an essential part and here Michael found the right words. At the end of the 1980s I started to combine photos with three dimensional objects. The photographs came from several archives and this concept was also used in the installation 'Innocence and Experience'.” (uit: Michael Gibbs, all or nothing 2016).

Waarnemen als thematiek.
Een terugkomend thema in de werken van Kölgen is volgens Rob Perée die van het waarnemen. Een thematiek die, eigen aan haar aard, direct contact zoekt met de kijker, die hem enerzijds naar het werk toe trekt, maar die hem ook weer op zichzelf doet terugvallen. Volgens Arjen Mulder (1992) onderzoekt Kölgen hierbij de manier waarop wij naar de werkelijkheid kijken, hoe de relatie ligt tussen onze kijkgewoonten en wat er te zien zou kunnen zijn. Door de opkomst van de digitale fotografie is het zien van de werkelijkheid op de foto geen garantie meer, foto’s zijn makkelijk te manipuleren. Het referentiekader van een foto is daarmee niet langer een al bestaande werkelijkheid waarop ons een blik wordt gegund, maar een reeks andere media die alle op hun eigen wijze onze waarneming van de werkelijkheid bepalen, ze beperken, of juist verruimen.




De publicatie Wellengang (waves), bestaat uit twee boeken, één met tekst, één met foto’s.
Het ene boek laat een reeks van foto’s zien die een waarneming van herinneringen vormen aan een verblijf in Londen. Teksten zijn er een wezenlijk onderdeel van, maar zijn in het andere boek te vinden. Belangrijk daarbij is dat de inhoud boven de vorm gaat. De tekst weerspiegelt gedachten en gevoelens die er zijn als je terug kijkt. “I try to touch the emotion of that which has passed”. Er is een duidelijke relatie tussen het geheugen, de taal en de beelden. Het is een verhaal waarin beeld en tekst elkaar versterken, elkaar beïnvloeden, een geheel vormen, maar ook apart gelezen kunnen worden. Het is een poëtische en serene wereld die blijft hangen in je geheugen. Een reisverslag van herinneringen, waarin de personen nadrukkelijk afwezig zijn. “The inner chambers of my thoughts are filled with colours and feel soft”.

Ulises Carrión (1941-1989) omschreef het kunstenaarsboek als een onafhankelijke kunstvorm waarin de taal, de letterlijke betekenis van woorden, minder belangrijk is, maar een geheel van inhoud en vorm ontstaat. “Een boek kan het toevallige omhulsel zijn van een tekst, waarvan de structuur niet van betekenis is voor het boek: dit zijn de boeken in boekwinkels en bibliotheken. Een boek kan ook bestaan als een autonome en onafhankelijke vorm met daarin wellicht een tekst die de vorm benadrukt, een tekst die er een wezenlijk onderdeel van is: hier begint de nieuwe kunst van het boek maken”. Kölgen is met Wellengang hierin prachtig geslaagd.

De inspiratie van het gevonden materiaal.
Kölgen was één van de eerste kunstenaars die found-footage heeft toepast in Nederland. Bestaand beeldmateriaal uit archieven wordt uit de oorspronkelijke context gehaald en in een nieuwe context en beeldvorm geplaatst. De beelden van Kölgen komen uit oude fotoalbums. Ongezien en vergeten materiaal komt opnieuw tot leven. De beelden maken het verhaal en het verhaal de beelden, waarbij het dagelijkse leven de inspiratiebron is. Kölgen eigende zich het materiaal toe door het opnieuw te fotograferen, te bewerken, en te rangschikken. In Nederland zijn we in een betrekkelijk vroeg stadium aangehaakt bij internationale ontwikkelingen rondom found-footage. Die belangstelling speelt vanaf het begin van de jaren negentig met kunstenaars/fotografen als Hans-Peter Feldmann, Julian Germain, Larry Sultan, Joachim Schmid en Richard Prince.

HW: Je bent een van de eerste kunstenaars die found-footage heeft toegepast in Nederland. Heeft het kunstklimaat vanaf de jaren negentig in Duitsland, en met name het werk van Hans Peter Feldmann en Joachim Schmid, er toe bijgedragen?
CK: Nee. Ik heb hun werk pas later leren kennen. Ik vond het niet zo bijzonder om met found-footage materiaal te werken. In de experimentele filmwereld, waar ik toen bij betrokken was, was het heel gewoon om daarmee te werken.
HW: Waarom gebruikte je beelden uit een archief en met welk archiefmateriaal werk je het liefst? Hebben deze beelden een speciale betekenis voor je? Of zijn ze willekeurig gekozen?
CK: Ik had een hele doos met dia’s en familiefoto’s. Ik vond het prachtig materiaal van sfeer en kleuren, ook de z/w foto’s. Het diende zich aan, of beter: het nodigde me uit, om hiermee iets te doen. De betekenis was persoonlijk, maar voor het resultaat uiteindelijk niet relevant. Later ging ik op zoek bij diverse archieven, omdat ik een speciale foto voor een project nodig had. Ik heb in de loop van de jaren een eigen archief  opgebouwd, waaruit ik geregeld put. Ik hoef de foto niet zelf gemaakt te hebben, ik voel me niet een fotograaf. Foto’s zijn er genoeg.



Fragmenten uit Sehversuche 2011
In de publicatie Sehversuche maakt Kölgen zich haar wereld eigen. Sehversuche bestaat uit een selectie van 30 foto’s uit een familie album van Kölgen en is een verwijzing naar het medium fotografie: de uit een archief opgedoken foto’s zijn niet bedoeld als een medium dat de realiteit wil laten zien of een boodschap wil overdragen, het zijn afbeeldingen van een medium (de fotografie). De fotografie als medium in plaats van als afbeelding. Arjen Mulder verwoordt dit als volgt: “Het medium zelf moet iets aan het beeld toevoegen, moet het verrijken met het fotografische bij uitstek, met iets wat alleen in fotografie mogelijk is en nergens anders. Een extra dat niet uit de wereld of de fotograaf afkomstig is, maar uit de fotografie zelf. Uniek aan fotografie is dat ze het fotogenieke kan oproepen”. Wat Kölgen aantoont is dat het fotogenieke iets anders is dan een kwaliteit van een begenadigde schoonheid of handige fotograaf. Zij laat d.m.v. fotografie de wereld en de beschouwer contact met elkaar maken. Het is echter niet makkelijk om de afbeeldingen te herkennen. In plaats van een vertrouwd familiealbum door te bladeren wordt de kijker gedwongen steeds opnieuw te kijken. lgen roept de vraag op: wat zijn media, maken ze zichtbaar of onzichtbaar? Helpen ze ons onze ervaring van de wereld te doorzien, of onttrekken ze de wereld juist aan ons oog? Of zijn het de media die ons ervaringen bezorgen: de foto die de herinnering vormt? De suggestie van verdwijning en verandering? Het is Kölgen bijzonder goed gelukt om het boek niet alleen als medium tot het overbrengen van informatie te gebruiken, maar ook voor het realiseren van een prachtige artistieke creatie.
Tekenen.
HW: Vanaf 2014 maak je hele mooie tekeningen. Van poëtische schoonheid. Ze doen ook wat surrealistisch aan. Ze beelden een dromerige sfeer uit. Ze lijken uit jouw onderbewustzijn te komen. Ook hier komt net als in jouw fotografische werken natuur en landschap als onderwerp terug. Hoe komen deze tekeningen tot stand?
CK: Ik ben begonnen intensief de tekenen tijdens een AIR verblijf in Noorwegen 2015. Ik koos details uit gemaakte foto’s van de landelijke omgeving en reageerde erop. Ik gaf me over aan een intuïtief en speels proces tot zich een nieuwe voorstelling kristalliseerde. Deze manier van werken, die ik nog steeds toepas, ervaar ik als heel verrijkend en stimulerend. Het is het onvoorspelbare waar ik nieuwsgierig naar ben.
De essentie van het boek als kunstwerk.
Een kunstenaarsboek is een kunstwerk bedacht door de kunstenaar die een bepaald werk met een bepaalde sequentie wil verbeelden in de vorm van een boek. In de jaren tachtig kwam hierin een accent te liggen op de fotografie. Door het ontstaan van de digitale fotografie begin jaren negentig werd deze ontwikkeling nog versterkt en is het kunstenaarsboek bijna volledig overgenomen door dit medium.
In haar oeuvre vanaf de jaren tachtig gebruikt Kölgen het boek optimaal. De zuivere selectie met een mix van beeld en taal, laat zien dat zij haar beeldtaal volkomen beheerst. Zij weet de suggestieve kracht van het beeld haar werk te laten doen, het kijken gespannen te houden en te inspireren. De intieme en associatieve kwaliteit van de foto’s, maar ook de beeldsequentie als geheel, worden door Claudia Kölgen met uiterste precisie geregisseerd. Het boek wordt op een bijzondere en mooie wijze een autonoom kunstwerk.
Plakatheft 1983 (diverse uitvoeringen)


Fragment uit Plakatheft
Fragment uit Plakatheft

Publicaties
Kupferbuch (eigen publicatie, 1982, 28 x 25 x 7cm, koper, celstof papier, unica)
Bleibuch (eigen publicatie, 1982, 24 x 26 x 3,5cm, lood, celstof papier, unica)
Fühlbuch (eigen publicatie, 1982, 24 x 30cm, diverse materialen, unica)
Plexiglasbuch (eigen publicatie, 1982, 30 x 42cm, diverse materialen, 3 uitvoeringen, unica)
Drahtbuch (eigen publicatie, 1982, 27 x 37cm metal gaas, celstof papier, zeefdruk, tekst van 'Alexander März', H.Kipphardt, unica)
Fotobuch (eigen publicatie, 1982, 21 x 29cm, fotopapier, unica)
Foto - Textbuch, (Werner), (eigen publicatie, 1982, 24 x 24cm, metaalgaas, fotokopieën, tekst, 5 diverse uitvoeringen, unica)
Plakatheft (eigen publicatie, 1983, 15 x 20cm, diverse uitvoeringen, unica)
Fragmente (eigen publicatie, 1983, 17,5 x 21,7cm, plastic, woorden, unica)
Letterbuch (eigen publicatie, 1983, 17,5 x 21,7 plastic, letters, unica)
Zeichen (eigen publicatie, 1984, 25 x 25cm, oplage 3)
Heftig als een stormwind (eigen publicatie, 1984, 5,5 x 8,7 x 2cm, oplage 5)
Fadenbuch (eigen publicatie, 1984, 25,5 x 21,5cm, touw, oplage 3)
Geräuschkomposition (eigen publicatie, 1985, 21 x 29cm, puzzel, cassette van installatie, oplage 2)
Zelte (objecte, 1987, lood, plastic, unica)
Ein Hauch von Erinnerungen (Zet Amsterdam, eigen publicatie, 1987, 24 x 32cm, oplage 5)
Lighthouse (cassette met 2 leporello’s, eigen uitgave, 1987, unica)
Kupferdrahtbuch (eigen publicatie, 1987, 55 x 37cm, koperblad en draad, unica)
Untitled (Rilke) (Zet Amsterdam, 1987, 33 x 24cm, gedicht van R.M. Rilke, foto’s, druk op transparant papier, oplage 5)
'Claudia Kölgen' (Zet Amsterdam, 1989, 26,5 x 20,8cm, oplage 200/50 genummerd en gesigneerd)
Innocence & Experience (AIR Amsterdam, 1992,  21 x 21cm, catalogus i.s.m. Michael Gibbs, oplage 1000)
Heaven & Earth (Camerawork London, 1994, 14,5 x 19,5cm, catalogus i.s.m. Michael Gibbs, oplage 400)
Wellengang (waves) (2 boeken, eigen publicatie, 2011, 20,5 x 27,5cm, oplage 35)
Sehversuche (Trying to see) (eigen publicatie, 2011, 20,5 x 27,5cm, oplage 25, genummerd en gesigneerd)

Haar werken in boekvorm zijn in de volgende collecties opgenomen:
Bayerische Staatsbibliothek München, Bibliotheque Centre Pompidou Paris, Bibliotheek De Appel arts centre Amsterdam, Bibliotheek Jan van Eck Academie Maastricht, Bibliotheek Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Bibliotheek Stedelijk Museum Amsterdam, Koninklijke Bibliotheek Den Haag, Museum Meermanno Den Haag, Orbis Yale University Library New Haven, Rijksakademie van beeldende kunsten Amsterdam, Tate Library London, The Getty Research Institute (library) Los Angeles.
Heftig als een stormwind 1984
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...