"Het liefst vorm is inhoud": recent werk van Els ter Horst




Fragmenten uit: 't draadje 2010
Na 'Over mensen en zijn gedragingen: Els ter Horst' in deel 1 van 'kunstenaarsboeken uit Nederland en België'(jaren zeventig en tachtig) wordt nu ingegaan op drie recente kunstenaarsboeken van Els ter Horst. Ook zal dieper ingegaan worden over het gebruik van het kunstenaarsboek als representatievorm. Een mooi en representatief voorbeeld is het kleine (8 x 11 cm.) nog niet overtroffen boekje "’t draadje" uit 2010 (Uitgeverij Snood oplage 200 ges.). Deze is in zeefdruk uitgevoerd met een draad. Dit draadje loopt steeds van de linker naar de rechterpagina als onderdeel van de tekening. Hiermee is het kunstenaarsboek is een werk dat een een-op-een relatie schept tussen de kunstenaar en zijn publiek.

Ter Horst houdt zich bezig met tekenen, schilderen (zie Galerie AdK Amsterdam) en maakt vanaf 1985 vooral kunstenaarsboeken. Ter Horst: "Allereerst maak ik boeken omdat ik het interessant vind dat je beweging en gelaagdheid aan kan brengen in boeken. Dit gaat niet makkelijk in een schilderij. Ik maak ook boeken omdat ik iets 'heb' met boeken. Het is een pakketje waar je van alles in kunt stoppen en uit kunt halen, zoals bij een koffer. Je kunt wonen tussen boeken en de hele wereld naar je toe halen met boeken". Ter Horst voelt zich onder andere verbonden met Max Ernst, Joseph Cornell, Middeleeuwse miniatuurschilders: "Beetje verhalend, beetje absurd en vrijheid in techniek".

Bij het maken van boeken is het drukken en binden een belangrijk deel van haar werk. Van al haar werk zijn haar boeken het meest uitgesproken en uitgewerkt. Volgens Ter Horst geven boeken de ruimte om dit en dat en het andere te beweren en om verschillende kanten te belichten. "In een boek kan ik veelzijdigheid, sequenties en gelaagdheid tonen. Daarnaast het grafische karakter, de combinatie van tekst en beeld die me bevalt". De intiemheid van het boek is volgens haar het voordeel om een werk niet aan de muur van bijvoorbeeld een museum op te hangen maar in een boek te presenteren. Ter Horst: "Het formaat van een boek is prettig. Boeken zijn handzaam en gemakkelijk te distribueren. Tegelijkertijd schept het formaat en de chronologie orde". Voor haar is een boek een goede manier om creatieve ideeën uit te drukken. "Veel van mijn werk gaat over het ja-maar en over het een ten opzichte van het ander. Dit kan goed in een boek verbeeld worden. Het presenteren van boeken blijft echter moeilijk. Men heeft meer tijd nodig om een boek te doorgronden dan een schilderij en het boek is kwetsbaar. Dus misschien is presenteren van ondergeschikt belang. Vooraf of rondom een boek maak ik daarom tekeningen, objecten en schilderijen. In het boek kan ik uiteindelijk het beste mijn zienswijze verbeelden". Op de vraag of het erom gaat om beelden te presenteren of een verhaal of beiden antwoord ze: "Alle aspecten van een boek kunnen onderzocht worden. Het is de combinatie van de fysiek van het boek, de druktechniek en inhoud die kloppen moet. Liefst vorm is inhoud".




Fragmenten uit: Land, water, lucht... 2009

2D uitsnede uit: Land, water, lucht... 2009

Het boek "Land, water, lucht..." (Uitgeverij Snood 2009 oplage 20 + 20 ges.) is gemaakt naar aanleiding van foto’s van Jeroen Clausman. Er zijn originele foto’s afgedrukt in dit boek en Ter Horst heeft foto’s gebruikt als basis voor een serie zeefdrukken. De foto’s zijn gemaakt op verschillende plekken in Nederland als illustratiemateriaal voor een organisatie die zich inzet voor duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied. "In den beginne schiep God schiep de hemel en de aarde en de wateren onder de hemel.En God schiep de mens, opdat hij het land zou bewerken en de wateren zou bevissen. De mens zocht beschutting, maakte wegen en versierde zijn omgeving. Het ging goed met de mens. Hij leefde van het land en de zee en de lucht. Het leven op aarde veranderde sneller en sneller. Koud, warm, hoog , laag, de ruimte en de tijd werden overwonnen. Het land raakte bedekt met asfalt, er stonden hekken en de wateren waren droog gepompt. Er werd een park aangelegd in de nieuwe woonwijk. De mens was permanent onderweg en plantte daarom een boom. De mens dacht dat het goed was en dronk bier op zijn balkon".

"Soms is een beeld in mijn hoofd heel helder en het lukt af en toe het exact zo te materialiseren. En soms ontstaat een voorstelling aarzelend, al tekenend. Dat worden vraagtekens en doorkijkjes. In het kunstenaarsboek "Beeldgeheugen" (Uitgeverij Snood 2008 oplage 50) worden mensen en voorwerpen uit hun context gehaald, waardoor de omgeving opnieuw ingericht kan worden. Mijn werk gaat over ons, mensen en over onze gedragingen. Dit is niet altijd figuratief en zichtbaar, soms is het werk zelfs schijnbaar levenloos en abstract. Dan gaat het over verhoudingen of over het decor waarin we leven".

"Het liefst vorm is inhoud: recent werk van Els ter Horst" is in augustus 2012 in samenwerking met Els ter Horst tot stand gekomen.


Omslag: Beeldgeheugen 2008




Fragmenten uit: Beeldgeheugen 2008

Luuk Wilmering's onderzoek naar eigen identiteit als mens en kunstenaar.




Fragmenten uit: Interview
In het kunstenaarsboekje 'Interview' (Eigen publicatie 2004, oplage 350) van de Haarlemse kunstenaar Luuk Wilmering worden alleen foto's van hemzelf getoond tijdens een fictief interview. De inhoud van het gesprek wordt niet weergegeven. De foto's laten duidelijk de gemoedstoestand van Wilmering zien. Wilmering: "Ik wilde gewoon een andere kijk op interviewen geven... hoe belangrijk is lichaamstaal, zijn stembuigingen en zijn gezichtsuitdrukkingen? Wanneer je een interview leest zijn die aspecten verloren gegaan terwijl die juist gebruikt worden in het onderstrepen en benadrukken". Het boekje is hiermee een duidelijk zelfportret dat een een-op-een relatie schept tussen de kunstenaar en zijn publiek.

De kunstwerken van Wilmering zijn namelijk gebaseerd op vragen die zijn eigen identiteit aangaan. Met zijn werk onderzoekt hij zijn eigen positie als mens en als kunstenaar. De kunstenaar geeft geen antwoorden, maar ondertussen gedraagt het werk zich als een sjabloon waarin de kijker zich kan herkennen en wordt uitgedaagd zijn eigen leven te overdenken. Ook neemt Wilmering het op voor de minder succesvolle mens, in een samenleving waarin geluk en succes voor iedereen als haalbare zaken worden voorgesteld. Wilmerings foto’s zijn beelden van pech en onmacht, van eenzaamheid of de angst daarvoor (bron: De Hallen Haarlem).


Wilmering houdt van boeken. Van kunstenaarsboeken en van dichtbundels, maar ook van oude atlassen of bijvoorbeeld boeken over ziekten ("vol enge platen"). Hij houdt ervan om een boek in zijn handen te hebben, het te voelen en door te bladeren, te ontdekken. Sinds 1991 maakt Wilmering kunstenaarsboeken en ook multiples. In de collectie kunstenaarsboeken van onder andere De Hallen Haarlem, Stedelijk Museum Amsterdam, Van Abbemuseum Eindhoven, Centre Pompidou in Parijs, Museum of Modern Art in New York en de Caldic Collection bevinden zich een flink aantal kunstenaarsboeken van Wilmering. Meestal zijn het kleine intieme werkjes. Alle boeken zijn door hemzelf uitgegeven en meestal in kleine oplagen verschenen. De eerste interesse voor de multiple werd bij Wilmering gewekt door Fluxus. Later (1984) is hij assistent geweest van Sol LeWitt en kwam hij in aanraking met zijn boeken. Wilmering: "Mijn ervaringen met Sol LeWitt waren buitengewoon inspirerend. Vooral in het begin heeft hij veel invloed gehad op mijn werk. Ik heb ook altijd contact gehouden met deze aardige en benaderbare man. Soms ging ik bij hem langs in Italië en New York"(bron: interview met Floor de Bruyn Kops en Hetty de Mol van Otterloo, 2007). Het werk van Wilmering bestaat verder uit installaties, collages, fotografie, tekeningen en schilderijen. De boeken en multiples sluiten thematisch hier bij aan. 

Uitgangspunt van de boeken zijn vaak zelfportretten van de kunstenaar of portretten van zijn dochters waarin, zonder veel omhaal en op een humoristische wijze, verhaald wordt over aspecten uit het dagelijkse leven. "I think that it is very important that art has a direct involvement with life; with life itself as the criterion" (bron: Proton Papers). Hierbij heeft Wilmering oog voor de poëzie van een doodgewone handeling. In het geval van het kunstenaarsboek 'Friend of a friend' (Eigen publicatie 2004, oplage 25) is de toonzetting zelfs wrang. De foto’s en teksten in dit boek impliceren de problematiek die kan ontstaan wanneer een vriend, in de gedaante van een rat, zijn vriend, ook een rat, meeneemt die eveneens bevriend wil raken met de hoofdpersoon maar aanvankelijk door hem afgewezen wordt. De bijgevoegde prentbriefkaart toont aan de voorzijde een rattenval, aan de achterzijde is voor de geadresseerde al voorgedrukt 'to my friend' en voor de afzender 'lots of love'. Ondanks zijn wrangheid is deze poëzie van alledaagse beelden voor iedereen herkenbaar, en daardoor bijzonder innemend (bron: Suzanna Héman in Stedelijk Museum Aanwinsten 2003/2004).



Omslag (opengeslagen) en fragmenten uit: I'd rather be with you
Poëzie, een doodgewone handeling en zelfportretten komen prachtig bij elkaar in het boekje 'I'd rather be with you' (Eigen publicatie 2002, oplage 350). Wilmering heeft dit gemaakt als een visueel gedicht. In dit boek heeft Wilmering foto's samengebracht van zijn toenmalige vrouw die een beeld scheppen van een liefdesrelatie voordat er kinderen uit zijn voortgekomen. Wilmering: "Ik wilde een boek maken dat één geheel zou zijn en dat je van voor naar achter en van achter naar voor zou kunnen 'lezen'. Waar geen foto teveel in zit. Een boek dat ook een grote intimiteit zou hebben. Je kunt het boekje ook een beetje zien als een reactie op het gangbare fotoboek. Ik ervaar de meeste fotoboeken als weinig geconcentreerd en redelijk saai. Niet meer dan een stapel gebundelde beelden, waarvan het onderwerp weliswaar vaak de binding vormt maar niet de visuele beleving".

Gelijktijdig met 'I'd rather be with youis 'Promise me something' (Eigen publicatie 2002, oplage 350) uitgekomen waarin foto's van zijn oudste dochter zijn samengebracht. Wilmering: "Dit boekje toont een mengeling van verwondering en vaderangsten. In de tijd dat ik deze boekjes maakten vond ik in mijn direct dagelijks leven de inspiraties voor mijn werk".


Omslag (opengeslagen) en fragment uit: Ik zag je pas toen je groen was

Het boek 'Ik zag je pas toen je groen was' (Eigen publicatie 2004, oplage 250) heeft Wilmering voor kinderen gemaakt naar aanleiding van een monumentale kunstopdracht voor een zogenaamde brede school. Daarin zaten een kinderdagverblijf, een peuterspeelzaal, een naschoolse opvang en een basisschool. Kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar brengen daar hun dagen door. In het boekje gaat Wilmering in over de weerkaatsing en de snelheid van het licht en over kleuren. Titels kiest hij altijd op intuïtie. Wilmering: "Dit boekje biedt een ingang voor kinderen in het denken over waarneming. Het mooist vind ik het wanneer een titel een klein tipje van de sluier oplicht maar tegelijk alles in nevelen hult. Voor het kiezen van de titel 'Ik zag je pas toen je groen was' heb ik proberen te denken in kindertaal".



Fragmenten uit: A Personal Geographic
Wilmering maakt veel collages. Een collage is een kunstvorm die gebruikmaakt van uitgeknipte stukken papier, die op steviger papier of op schilderdoek geplakt zijn. De gebruikte materialen kunnen zijn knipsels uit kranten (tekst, foto's, advertenties), of foto's, tekeningen, gescheurde stukjes van een mislukte aquarel, etc. Het woord collage komt uit het Frans, van het werkwoord 'coller', waar het plakken of kleven betekent. Met de collage bereikt Wilmering het spiegeleffect tussen de kunstenaar en zijn publiek. Dit vormt een belangrijk element binnen zijn oeuvre. In de collages haalt hij beelden uit hun context zoals hij zichzelf als kunstenaar ook steeds uit de context van het kunstenaarschap haalt. De dagelijkse gang van zaken in de wereld is een belangrijke inspiratiebron voor Wilmering. Zijn werken ontstaan mede vanuit zijn gevoel dat de werkelijkheid bestaat uit een: "...nogal richtingloze aaneenschakelingen van toevalligheden en absurde situaties, waarin je gemakkelijk het spoor bijster raakt" (bron: Institut Néerlandais).

De wereld om ons heen wordt in de nieuwsmedia vaak geësthetiseerd, zelfs al het gaat om natuurrampen en dramatische gebeurtenissen. De werkelijkheid wordt daardoor geruststellender en minder bedreigend. Over deze cosmetische benadering is Wilmering kritisch. Om die reden is hij begonnen met A Personal Geographic, een grote serie collages die weliswaar een fictieve, maar een meer waarachtige wereld tonen. Wilmering gebruikt hiervoor uitsluitend foto’s uit het Amerikaanse tijdschrift National Geographic, omdat dit tijdschrift de esthetische verbeelding van de werkelijkheid tot zijn handelsmerk heeft gemaakt. Het bijzondere van deze met de hand gemaakte collages is dat de perspectivische verhoudingen kloppen. Bij een eerste vluchtige blik zien de collages er zelfs uit als foto’s die geknipt zijn uit National Geographic. Bij nadere beschouwing ziet de kijker echter een wereld, waarin schoonheid en lelijkheid, zachtmoedigheid en wreedheid, mededogen en onverschilligheid op een onnavolgbare manier naast elkaar bestaan. Met deze zeer eigenzinnige collages schept de kunstenaar een persoonlijke wereld; tezamen vormen ze een eigen 'Personal Geographic'.

Het onderwerp van de collages is geïnspireerd op een zevenluik met voorstellingen van de werken van barmhartigheid geschilderd door de Meester van Alkmaar in 1504. In een eigentijdse beeldtaal drukt Wilmering aan de hand van dit thema zijn zorg uit over de onstuitbare globalisering van onze wereld en de ontmenselijking en vervreemding die dit tot gevolg heeft. Zijn collages lijken in eerste instantie haaks te staan op het werk dat hij doorgaans maakt: geënsceneerde foto’s van alledaagse gebeurtenissen en situaties. Wilmering is in staat om onmacht treffend weer te geven: onmacht om te kunnen handelen volgens de gangbare regels binnen het maatschappelijk verkeer. Het zijn vaak beelden van pech of eenzaamheid. De mensen in deze foto’s scheppen een eigen werkelijkheid, daartoe – zo lijkt het - gedwongen door de harde realiteit van het leven. Deze meedogenloze realiteit speelt in de collages de hoofdrol (bron: De Hallen Haarlem 2005).

Wilmering toonde in 2005 in De Hallen Haarlem veertig van deze collages. Bij de tentoonstelling verscheen een kunstenaarsboek van 64 pagina’s, waarin alle collages op ware grootte zijn afgebeeld: 'A Personal Geographic: de werken van barmhartigheid' (i.s.m. Frans Hals Museum en De Hallen Haarlem 2005).
 


Fragmenten uit: Heel Ander Blad
Een krant van 24 pagina’s vormde de kern van een tentoonstelling in 2009 van Wilmering in de projectzaal van De Pont in Tilburg. Niet alleen qua uiterlijk, ook inhoudelijk heeft 'Heel Ander Blad' (2009) alles wat een krant hoort te hebben; van de opvallende foto en de dagelijkse cartoon op de voorpagina tot de columns en de rouwadvertenties; van de binnenland- en buitenlandpagina’s tot de kunst- en economiebijlage. In drie jaar tijd spelde Wilmering dagelijks pagina voor pagina de NRC Handelsblad uit, om vervolgens een eigen draai aan het nieuws te geven. Honderden krantenkoppen, artikelen, foto’s en illustraties zijn versneden en op een nieuwe manier samengevoegd. In deze krant raakt de lezer de grip kwijt. De koppen zijn, anders dan je van een krant zou verwachten, eerder verwarrend dan verklarend. Wilmering: "Ik wil dat het ongrijpbaar blijft. Mijn krant mag absoluut niet eenduidig zijn.  Dat is bijvoorbeeld ook de reden dat ik geen foto’s van bekende personen gebruik. Die zuigen direct alle aandacht naar zich toe. De koppen ontstaan op een intuïtieve manier, ze worden ingegeven  door de associaties die ik met de woorden heb. Bij 'Loverboy' bijvoorbeeld denk ik niet aan een pooier. Dat woord suggereert iets heel anders".

Ook in 'Heel Ander Blad' staan collages, vol gruwelijke en grappige details. Zo staat in een probleemwijk een allochtoon lachend met een hamer in zijn hand, klaar om de ME’er naast hem voor zijn harses te slaan. De kunstenaar zelf gluurt guitig om het hoekje, als de voorbijganger die ook nog even op de foto wil. In veel van de krantenfoto’s zijn zelfportretten geïntegreerd, omdat veel van de beelden nogal een verontrustend karakter hebben. Wilmering: "Er zitten vaak behoorlijk wat nare kanten aan. Het risico bestaat dat je  daardoor te moralistisch wordt. Ik wil vermijden dat er in mijn kunst met een belerend vingertje gewezen wordt. Daarom heb ik mijzelf in de foto’s geplaatst, als deelnemer aan de voorstellingen. Ik ben de idioot, de toevallige passant, de initiatiefnemer of de mededader" (bron: interview met Sandra Smallenburg NRC Handelsblad 2008).

Wilmerings werken zijn vaak constructies van pseudo-gebeurtenissen. Verhalen die parallel lopen aan de werkelijkheid waarin Wilmering verschuivingen en uitvergrotingen heeft aangebracht. Wilmering: "Ik ben beeldend kunstenaar en de verhalende lijn in mijn boeken is soms evident, zoals in het kunstenaarsboek 'The man who never experienced anything' (Roma Publications 2010), maar soms ook minder nadrukkelijk. Het onderwerp bepaald dat min of meer zelf. Het beeld staat echter altijd voorop... zelfs als het tekst betreft".

'The man who never experienced anything' leest als een fotoroman en kan beschouwd worden als commentaar op het leven als kunstenaar. Enerzijds als illustratie van het zwarte gat waar iedere kunstenaar vroeg of laat een keer mee te maken krijgt. Tegelijk is de kunstenaar niet klein te krijgen zoals hij zijn genoegen put uit alledaagse bijzonderheden. Het boekje is opgebouwd uit zwart-wit foto’s en een enkel citaat en het beschrijft een dag uit het leven van het personage 'kunstenaar', tevens de verteller. Hij verslaat zijn dag nauwkeurig, zonder dingen over te slaan. Esthetiek en spektakel zijn afwezig, in zowel woord als beeld. Op een van de foto’s is een van linksonder aanschouwd eenvoudig Hema reiswekkertje te zien dat half tien aanwijst. De foto wordt vergezeld door de droge constatering "I awoke unexpectedly early". Wilmering speelt duidelijk met het vooroordeel dat kunstenaars lui zouden zijn. Maar wie zegt dat hij niet op een vlaag inspiratie de gehele nacht heeft doorgewerkt? Om elf uur begint de dag dan echt met het poetsen der tanden en het zetten van een kopje thee: "The morning was full of promise". Niettemin volgt kort daarop de eerste tegenslag: het brood is op. Hop de deur uit, een van wanden tot plaveisel uit bakstenen bestaand steegje in, hindernissen van gebroken glas ontwijkend, en op weg naar de supermarkt. Kunstenaar maakt van de nood een deugd en besluit van de zon te genieten in plaats van zich terug te spoeden naar huis om zijn zojuist gekochte brood te nuttigen. Wat is genieten? Vitrines, etalages, uitstallingen op een markt, een ontblote schouder van een passante, oersaaie veterschoenen. Tijdens het plukken van een madeliefje overvalt hem de troostende gedachte dat alle dagen eender zijn. Hongerige eenden die hem van bijna al zijn brood beroven interpreteert hij als een teken: "Is this what a man like me can expect?" Bij het vinden van bramen om tussen zijn boterhammen te stoppen wordt hij overweldigd door geluk. De emotionele dag eindigt in bed, terwijl het buiten nog licht is (bron: Tubelight).

"Luuk Wilmering's onderzoek naar eigen identiteit als mens en kunstenaar" is in augustus 2012 in samenwerking met Luuk Wilmering tot stand gekomen.




"The morning was full of promise"







"and weary, I crawled back into bed"

De nabije omgeving van Erik van der Weijde.


Fragment uit: Rear Window
In 2010 publiceerde  Erik van der Weijde i.s.m. Café Royal Books van Craig Atkinson de uitgave Rear Window. Een prachtig voorbeeld hoe Van der Weijde inspeelt op zijn nabije omgeving: "The wife is at work, the son is at school and i’m stuck in the new apartment. With a cup of coffee and my video camera. Wow, those dogs are so cool...". 

Publicist, fotograaf en kunstenaar Van der Weijde focust zich in zijn werk op de minder spectaculaire en meer gewone beelden uit ons dagelijks leven; het huis waarin we leven, de straatverlichting, onze toeristische gewoontes, familie portretten en andere populaire onderwerpen. "I believe that in a way, in everyday life, everything is present, if you look carefully. The feeling a movie or a song can give you can also be obtained from a building in the street you pass by every day. I am also interested in what's behind the things we see all the time and take for granted. I also like to look for patterns. To give things a place and to try to understand them. To put my own daily life into a grid. But, pictorially speaking, I am always looking for images that are iconic. A tree, or a house, or my son, that might look like all trees, houses or kids. Images that are both unique and universal. Those are images I always look for" (bron: interview in Lightra.com). 

Van der Weijde heeft een Duitse grootmoeder en is woonachtig in Brazilië. Het is daarom ook niet zo verwonderlijk dat de foto opnames vooral in Duitsland en Brazilië zijn opgenomen. In zijn nauwkeurig geordende fotoseries verbindt Van der Weijde de geschiedenis, cultuur, opleiding, het cliché en de dagelijkse gewoontes met elkaar, en toont nu en dan de zwaarte van het dagelijkse bestaan. Inspirerende kunstenaars voor Van der Weijde zijn de Duitse fotograaf Hans Peter Feldmann ("a huge eye-opener for me during art academy"), de Amerikaanse conceptuele kunstenaar Edward Ruscha, de Duitse filmmaker Rainer Werner Fassbinder en het Zwitsers kunstenaarsduo Fischli & Weiss. "And for all the rest of what involves an art practice I would name Paul Kooiker. Both his approach to images and photography as his approach to art or an art practice in general. The time I spent as assistant in his studio were quite crucial for my own work" (bron: interview in Zineswap.com).
Berlin shows Third Reich
architecture in Berlin (uit: fz. nr.2)

Niemeyer shows buildings by brazilian architect
Oscar Niemeyer in Europe (uit: fz. nr.2) 

Patinoire shows the Ice-Skating lanes where belgian
Marc Dutroux used to go skating before he started
kidnapping little girls (uit: fz. nr.2).


Ter aanvulling van zijn 'onderzoek' publiceert en ontwerpt hij boeken en zines, grotendeels in eigen beheer als 4478ZINE. "4478ZINE believes that questioning social phenomena is a healthy habit. We aim to translate specific themes into cool and intelligent artist's books, using bold production and challenging design". 4478 is overigens een eerbetoon aan de Matterhorn (4.478 mtr.)Een zine (afkorting van fanzine en magazine) is een publicatie van gefotokopieerde magazines op kleine schaal, vaak gericht op een minderheidspubliek. Een populaire definitie schrijft voor dat de oplage niet groter dan 5.000 zou mogen zijn en dat opbrengst nooit de reden tot publicatie mag zijn. De meeste 'zines' van Van der Weijde worden in series uitgegeven. Serie 4 bijvoorbeeld bestaat uit 5 foto zines waarvoor Erik van der Weijde verschillende fotografen (Linus Bill, Takashi Homma, Erik Kessels, Paul Kooiker en Eric Tabuchi) heeft gevraagd om bij te dragen met een kleine serie van hun werk. Het resulaat is een mix van zijn werk met de samenwerkende kunstenaars en allemaal zijn ze bedacht en ontworpen door Van der Weijde.

Er is ook een Publishing Manifest opgesteld die bestaat uit 12 punten. De reden waarom Van der Weijde het boek als presentatie gebruikt voor zijn werken wordt in de eerste vijf punten van het Publishing Manifest uiteen gezet:
 
01. The book is the carrier for my (photographic) series.
02. The printed page is the perfect form for the reproducibility of the photographic image.
03. The spread contextualizes the single images.
04. The sequence of pages may provide yet another context.
05. The collections of images are mirrored in the collectability of the actual book.
 
De reden waarom Van der Weijde zijn werken nauwelijks aan de muur van een museum ophangt wordt in de punten 7, 8, en 9 uiteen gezet ("wanneer ik werk tentoonstel, benader ik een serie opnieuw, nadat het gepubliceerd is en zoek weer naar de beste manier om het naar de ruimte te vertalen"):
 
07. The relation between form and content is as equally important as both parts separately, but all parts may represent different values.
08. The fetishistic character of the printed matter may provide the extra layers to strengthen the iconic value of its images.
09. The book, as an object, gains strength as it gets recontextualized by its viewer, owner or bookcase in which it stands.


Voor Van der Weijde is een kunstenaarsboek een uitstekende manier om zijn creatieve ideeën uit te drukken. Voor hem is een boek een uitdrukkingsmogelijkheid om de vormgeving van spreads en opeenvolging van pagina's van zijn beelden krachtiger te maken. Het gaat met name om beelden te presenteren. Van der Weijde: "Ik vertel hiermee geen verhaal. Iedere serie kan door de toeschouwer zelf geïnterpreteerd worden. Ik stel liever vragen". Door te zich focussen op eigenaardige details die zich achter het dagelijkse verschuilen, verbindt hij de verschillende onderwerpen met elkaar. Over het gebruik van materiaal zegt Van der Weijde in een interview met Melanie McWorther in 2009 het volgende: "It always has to fit the content of the project. Take the Siedlung book for example, which is about houses built by and for the Nazi’s in the 1930’s, so for me the book should look as if it was made in that period. And where I show harsh reality of prostitution in Brazil, in the book Praira (4478ZINE 2004, oplage 500), of course it should be in quite raw colors and a fitting glossy paper. But maybe this is so clear for me and you might think— why the hell did he use...?"

Niet alleen publiceert Van der Weijde zijn eigen werk. Van juni 2007 tot november 2011 publiceerde hij online beelden van amateur fotografie: FZ77.BLOGSPOT.COM. Deze gevonden amateurbeelden van mensen uit het dagelijkse leven zijn voor hem heel inspirerend.
Lamp Posts, Albert Speer
Van der Weijde houdt erg van moderne architectuur, omdat het vaak zo onderscheidend is. Architectuur is verder een soort van een getuige van de geschiedenis en dit is voor Van der Weijde heel inspirerend. "I think architecture is maybe the most sublime forms of art, with its monumentality, scale, interactivity and time it lasts… it must be so great to have something like ‘your own building’. But for me buildings are also witnesses and monuments for something that happened in the past. And I love the contradiction of outside/inside, which is much more prominent in photos of architecture; you cannot see what going on inside. The viewer has to use his imagination" (bron: interview in Zineswap.com). Zo fotografeerde Van der Weijde de straatlantaarns van de Nazi architect Albert Speer in Berlijn die nog steeds in gebruik zijn. De foto's zijn vastgelegd in het kunstenaarsboek 'Lamp Posts, Albert Speer' (4478ZINE 2009, oplage 100). Van der Weijde: "The State architecture of the Nazi’s often still in use, I recently found a former transformer house, for the Nuremberg Rally's (Reichsparteitag), which is now a Burger King. That’s exactly what I look for" (bron: interview met Melanie McWorther).

FRagmenten uit: SUPERQUADRA

Een ander opvallend kunstenaarsboek met moderne architectuur is 
SUPERQUADRA (Roma Publications, ontwerp Erik van der Weijde en Roger Willems 2010). Deze uitgave is 50 jaar na het in gebruik nemen van de stad Brasilia uitgegeven. Hie
rin staan meer dan 160 foto's van grote residentiële wooncomplexen in Brasilia, de zogenaamde 'Superquadras'. Deze zijn ontworpen door de Braziliaanse architect Lucio Costa. De stad Brasilia is aan het einde van de jaren vijftig van de twintigste eeuw in enkele jaren tijd uit de grond gestampt. Brasilia moest als nieuwe, neutrale hoofdstad van het land dienen ter vervanging van Rio de Janeiro. Een belangrijk doel was de economische ontwikkeling van het Braziliaanse achterland. Voor veel inwoners is Brasilia echter niet meer dan een werkstad. In het weekend ontvluchten zij de stad.


  

Fragmenten uit: Siedlung
Een prachtig en treffend voorbeeld van architectuur en van het dagelijkse waarachter eigenaardige details verschuilen is het kunstenaarsboek 'Siedlung' (Roma Publications nr. 117 2008). Het bestaat uit 220 zwart-wit foto’s van individuele huizen in Zuid-Duitsland. Siedlung is het Duitse woord voor 'nederzetting'. Tussen 1933 en 1945 bestond in Nazi-Duitsland een zogenaamde Siedlungpolitik, vrij vertaald: een nederzettingenpolitiek. Dat hield in dat er naar werd gestreefd om ieder werkend lid van NSDAP een eigen huis te bezorgen. Deze Siedlungpolitik was een sterk propagandamiddel om de arbeidersklasse aan de Staat te onderwerpen, maar voorzag ook in leefruimte voor de Nazi’s. Er werden in die jaren enkele tienduizenden van dit soort huizen neergezet. Dit was een uitermate effectief middel de leden aan de partij te binden. De stijl van de huizen werd beïnvloed door de oorspronkelijke lokale stijl zodat de huizen wat dat betreft goed aansloten bij de Heimat. De regionale stijl waarin de huizen werden gebouwd moesten een huiselijk (Heimat) gevoel geven aan de bewoners en het uniforme karakter van de huizen had als doel een eenheid te creëren tussen de Duitsers.

 

Een ander goed voorbeeld met curieuze details is het kunstenaarsboek 'Der Baum' (4478ZINE 2010). Het is een 'remake' van een Duits boek uit de jaren dertig met dezelfde titel. Dit boek toont 44 foto's van bomen die door Van der Weijde in een paar jaar zijn gefotografeerd. De lijst van de plaatsen waar de foto's werden genomen omvat verschillende locaties in Europa en Brazilië. Hun beschrijvingen variëren van opgegeven historische bezienswaardigheden, zoals de basisschool die Adolf Hitler bijgewoond, of op de straat waar ontvoering slachtoffer Natasha Kampusch werd gehouden, naar niet-geïdentificeerde plaatsen voor voorbeeld 'school', 'road' of 'park'.
Fragment uit: Bonsai
Van der Weijde's publicatie 'Bonsai' (4478 ZINE 2011) kan worden beschouwd als een uitbreiding van zijn boek 'Der Baum'. Ook is deze uitgave een persoonlijke reflectie over het boek als een gereproduceerd object. Vragen worden verder aan de orde gesteld over het auteurschap van de gevonden afbeeldingen en de fetisjitische kwaliteit van het drukwerk. De beelden zijn opnieuw gefotografeerd uit een boek over bonsai bomen die Van der Weijde gevonden heeft op vlooienmarkt in Tokyo. De foto's zijn vervolgens in fotonegatief gedrukt.

Fragment uit: This is Not My Son
Evenals de beeldende kunstenaar en fotograaf Luuk Wilmering fotografeert Van der Weijde ook graag zijn familie. Een prachtig familieportret is 'This is Not My Son' (4478ZINE i.s.m. Rollo Press Zürich 2009, oplage 100). In een interview met Melanie McWhorter zegt Van der Weijde hierover: "Basically it’s about my son. My beautiful eight years old boy, of whom I take pictures since he was 5 seconds old. I have all these great pictures of him, but then I started wondering if it was work, or just a father photographing the family. And I started questioning my role whenever I took a picture of him: Am I a father photographing a son? Or an artist photographing a model? And he, was he posing for his father? Or just to be in a picture? But in the end it’s all just great pictures and why shouldn’t I use that in my work? As he’s such a big part of my life and who I am. So in the book it’s not my son, but pictures of my son..."

De opvolger van dit familieportret is 'This is Not My Wife' (4478ZINE i.s.m. Rollo Press Zürich 2012) met Van der Weijde's vrouw Lúcia in de hoofdrol. "In the new book 'This is not my Wife', it's a bit different. My wife is of course very aware of the camera and posing in a different way. She knows she's posing for the photographer and not for the husband. And for me the game was to get pictures of this very intimate relation that were both universal and at the same time unique. The woman in the photos could be anyone, yet at the same time it could only have been me who took the photos, you know?" (bron: interview in Lightra.com).


"De nabije omgeving van Erik van der Weijde" is in augustus 2012 in samenwerking met Erik van der Weijde tot stand gekomen.
 
Fragment uit: This is Not My Wife
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...