Als redacteur en producent optreden: Frank van der Stok

 
Frank van der Stok is kunsthistoricus. Zijn favoriete bezigheid is als redacteur en producent optreden van kunstboeken, evenals lesgeven en lezingen geven. Met enthousiasme overdragen van ervaring, kennis en inzicht aan anderen is voor hem plezierig werken. “Wat ik nóg meer zou willen is adviseren - in de ruimste zin. Dat is ook: keuzes maken, keuzes leren maken, weloverwogen, beargumenteerd en constructief”. Van der Stok studeerde van ’87 - ’93 kunstgeschiedenis in Leiden, met als specialisatie fotografie. Vanaf zijn tweede studiejaar werkte hij als jonggediende bij Fotomania te Rotterdam. Dit was een non-profit galerie met geestverwante ambitieuze kunsthistorici die fotografie meer in de vaart der volkeren wilden brengen als volwaardige kunstvorm. Toen die missie in 2000 geslaagd werd bevonden is Fotomania opgeheven.

Bij Fotomania kwam Van der Stoks‘ passie voor het(kunstenaars)boek tot uiting met het samenstellen van een boekje (met overzichtswerk) van Paul den Hollander, in 1992. Van der Stok was toen student kunstgeschiedenis en was gevraagd een tekst te schrijven en samen met Den Hollander de beeldredactie te doen. Geen kunstenaarsboek pur sang, maar wel de eerste serieuze aangelenheid om keuzes te laten voortvloeien uit redactionele afwegingen (het eigenlijke editen). Kort daarop maakte Van der Stok voor Museum De Commanderie van St. Jan te Nijmegen (nu de Valkhof) de tentoonstelling ‘Vrij Spel’ met 8 Nederlandse fotografen die hij belangrijk vond voor het tijdvak 1970-1990.

Voor Van der Stok kent pure schoonheid twee gedaanten: direct aansprekende schoonheid in de zin van esthetiek (zijn gevoeligheden in de omgeving waarin hij leeft heeft alles te maken met een zekere schoonheidsbeleving) en in indirecte zin, bijvoorbeeld bij de manier waarop conceptuele kunst indirect een schoonheidsbeleving met zich meebrengt als idee of begrip. “Ik hang geen stijl of stroming aan, maar ben het meest gesteld op die kunstuitingen die sterk georiënteerd zijn op reflectie en beschouwelijkheid, ter verscherping van het (kritisch) bewustzijn en het zelfbewustzijn”.

Bij meerdere publicaties waarbij Van der Stok is betrokken werd gevonden beeld of archiefbeeld uit zijn oorspronkelijke context gehaald en in een nieuwe context en beeldvorm geplaatst. In Nederland zijn we in een betrekkelijk vroeg stadium aangehaakt bij internationale ontwikkelingen rondom found-footage. Volgens Van der Stok speelt die belangstelling vanaf het begin van de jaren negentig, met kunstenaars/fotografen Hans-Peter Feldmann, Julian Germain, Larry Sultan, Joachim Schmid en Richard Prince - om er een paar te noemen. Wellicht in Nederland aangezwengeld door Aarsman en Van der Meer en mede dankzij aandacht vanuit de fotografieafdeling van de Rietveld Academie voor Gerard Fieret, To Sang e.a. (de belangstelling voor amateurfotografie, de snapshot, de ‘vernacular’). hebben we in retrospectief bezien zeker wel wat aangezwengeld en bijgedragen aan internationale ontwikkelingen”.

Reader "the past in the present"
Samenstelling: Frank van der Stok (uitgave: AKV St. Joost)
Van der Stok is mede-initiatiefnemer van het kunstprogramma ‘The Past in the Present’, dat bestaat uit tentoonstellingen, publicaties, lezingen en debatten. ‘The Past in the Present’ onderzoekt de wijze waarop de representatie van het verleden wordt verbeeld. Het oorspronkelijke doel was vooral om de discussie over de betekenis van archiefbeeld en found-footage binnen een verscheidenheid aan kunstvormen te bevorderen. In de loop der jaren echter, is het accent verschoven naar een bredere analyse van voorstellingen over de geschiedenis. Van der Stok: “Toen Flip Bool en ik eind jaren ’90 dit programma opstartten voelden we ons heel erg geroepen om kunstenaars die we bewonderden uit te nodigen om over hun werk te vertellen (en meer). Sprekers waren Hans-Peter Feldmann, Julian Germain, Larry Sultan, Lewis Baltz, Mark Klett, David Claerbout e.a. als nog betrekkelijk onbekende grootheden aan het kunstfirmament. Vooral Hans-Peter Feldmann was groots in zijn beweging, maar ook Martin Parr droeg zijn steentje bij. Kort daarop volgde de ‘school’ van Erik Kessel alias KesselsKramer. Die heeft onmiskenbaar interessante dingen toegevoegd, waaronder de reeks ‘In almost every picture...’. Maar de Kesselskramer-moeheid sloeg snel toe; “Ik ben er eigenlijk wel op uitgekeken”. Sommige kunstenaars echter hielden zich bezig met het bevragen van geschiedenis zonder dat ze daar per se ‘plaatjes’ bij benodigd hadden. Die gingen Flip en ik ook dan ook steeds meer naar voren halen. Bedachtzame kunstenaars vaak, wars van fotografische modegrillen, zoals Gert Jan Kocken, Zachary Formwalt en Roy Villevoye & Jan Dietvorst die zich op een betekenisvolle manier tot de geschiedenis verhouden en ook een actieve rol (terug)geven aan de toeschouwer. Questioning History was de culminatie van die ‘afkeer’ van het plaatjesniveau van veel hergebruikte fotografie, met de bedoeling meer naar de ‘verbeelding’ op te trekken dan naar de ‘afbeelding’.

Volgens Van der Stok heeft Nederland drie belangrijke karakteristieken binnen de kunstwereld: een bijzondere documentaire traditie, een onderscheidende vormgevingscultuur en een gunstig subsidieklimaat. Denk aan Ed van der Elsken of aan de andere kant Cas Oorthuys. In de vormgeving natuurlijk Piet Zwart en Paul Schuitema, Wim Crouwel, Karel Martens, Jan van Toorn, Irma Boom en Mevis & Van Deursen. Van der Stok: “Ik weet dat bij het Mondriaan Fonds stemmen waren opgegaan om na de afschaffing van de publicatiesubsidies eventueel fotografen daarvan uit te zonderen. Vooral de ‘verhalenvertellers’ onder de fotografen (die ook geen podium meer hebben via de gedrukte media, omdat die te kort van stof zijn en te vluchtig) hebben veel baat bij een specifieke editing, vanwege het vaak seriematige karakter van hun reportages of anders wel vanwege de redactionele wijze waarop beeld, tekst en vormgeving optimaal bij elkaar komen en alleen op deze wijze hun verhaal kunnen vertellen”.

Twee voorbeelden van documentaire fotografie waarbij Van der Stok als redacteur en producent heeft opgetreden zijn ‘Broedplaats’ van Paul Bogaers, en ‘Shelter’ van Henk Wildschut. ‘Shelter’ is sociaal geëngageerde documentaire fotografie met een kunstzinnige inslag. ‘Broedplaats’ is kunstzinnige fotografie met een documentaire inslag. Maar bij beide boeken is veel te zeggen over de rol van concept, editing en vormgeving die beide boeken een belangrijke toegevoegde waarde verleent. Voor Van der Stok is goede documentaire een kwestie van uitgesproken auteurschap, waarbij een interessante invalshoek en zienswijze het onderwerp op een betekenisvolle manier uitdiept en in perspectief plaatst.

Van der Stok ziet een publicatie als een voorbeeldige manier om het (project)werk van een kunstenaar op een samenhangende manier naar buiten te brengen. De kracht van het boek is een sterk gecondenseerde vorm van presentatie. Een boek vraagt vanwege haar verdichting, haar zorgvuldigheid en (sequentiële) ordeningscriteria om zoveel zorg, toewijding en aandacht dat het een bijzonder creatief ontwikkelingsproces is. Bovendien heeft een boek substantie: inhoud van enige omvang, diepgang en samenhang. Van der Stok: “Je kunt het tot op zekere hoogte afzetten tegen de tentoonstellingspraktijk, die kortdurend, kostenverslindend, eenmalig en locatiegebonden is, en in die zin aanmerkelijk vluchtiger is. Het gevoel van ‘voorbijgaande aard’ hangt niet aan een boek: die kun je altijd onder je (eigen) ideale omstandigheden tevoorschijn pakken en van voren naar achter lezen en van achter weer naar voren. Om maar te zwijgen over de rol van een tekstbijdrage of de toegevoegde waarde van de vormgeving, die je lang niet altijd bij een tentoonstelling hebt. Ruimtelijk werk en/of audiovisueel werk daarentegen kan soms niet altijd goed overkomen in boekvorm, hoewel ook daar e.e.a van voelbaar is te maken”.

Van der Stok is vooral een editor. Een editor is iemand die verantwoordelijk is voor de verwerking, bewerking en/of samenstelling van beeld- en/of geluidsmateriaal tot een product dat geschikt is voor publicatie. Volgens Van der Stok vraagt elke creatieve schepping om redactie. “Er zijn zeer weinigen in staat om zich aan een te subjectieve kijk op de dingen te onttrekken. Het is zoiets als blind staren. Ik kan op geen enkele manier precies aangeven wat redactie plegen precies inhoudt, maar laten we zeggen, de gave om dingen op te merken, (kritisch) uiteen te kunnen zetten, en vervolgens te kunnen omzetten in de vorm van een weloverwogen, kritisch en constructief advies. Maar dat is deel van een heel delicaat samenwerkingsproces, waarbij de maker en de vormgever goed moeten kunnen omgaan met opbouwende kritiek, of de argumentatie om een voorgestelde edit of sequencing op een bepaalde manier te doen, te begrijpen. En omgedraaid moet ik dat - als klankbord - ook weer zijn. Maar als de kunstenaar niet ervoor openstaat ‘to kill his darlings’ omwille van de samenhang, is dat al problematisch. En goed editen betekent ook met nadruk niet een ‘consensus vinden’, maar een heel goed te motiveren edit beiden volledig kunnen onderschrijven en legitimeren. Elke rotte appel valt op. Alles moet goed zijn en alles moet kloppen. In een boek met 50 beelden, waar er één niet goed werkt heb je al een verlies van 10% te pakken - bij wijze van spreken. Het is altijd én én. Veel makers kunnen blijven steken in het enthousiasme voor een inhoudelijk idee, maar hebben onvoldoende nagedacht over de vorm, waarin die inhoud verpakt moet worden. Het gaat om die versterkende toegevoegde waarde; én én. Nogmaals: een goed boek bestaat bij de gratie van het weloverwogen maken van keuzes op alle niveaus, die allemaal op de best mogelijke manier op elkaar moeten inwerken. Het klinkt als een open deur, dat is het ook, maar het klopt het wel!”

De combinatie (beeld)editor en producent is in Nederland niet zo’n veel voorkomende rol. De dubbelrol redactie/productie dekt volgens Van der Stok nog altijd onvoldoende de lading, maar geeft volgens hem wel het beste aan wat het nu ongeveer is. Het is de verwevenheid van inhoud en vorm die een belangrijke meerwaarde heeft voor een met aandacht, zorg en toewijding samengesteld boek. De betrokkenheid is dus ‘all-round’; zowel zakelijk als inhoudelijk in wisselende verhoudingen en altijd in nauwe samenspraak met maker, ontwerper en (in mindere mate) met de uitgever. In het kader hiervan geeft Van der Stok ter verduidelijking een opsomming van wat hij zoal doet:

- discussiëren over de vraag of het project ‘boekwaardig’ is (bijstelling vaak nodig)
- concept, redactionele opzet en een format bedenken in lijn met de aard en uitgangspunten van het werk
- een uitgeefplan ontwikkelen
- een longlist met uitgevers opstellen, onderzoek doen naar wat de shortlist wordt
- een shortlist uitgevers benaderen, net zo lang tot de geschikte is gestrikt
- idem dito voor wat betreft de vormgever
- subsidieaanvragen (helpen) schrijven, redigeren, aanscherpen
- de bijbehorende calculaties opstellen en uitwerken
- optreden als beeldredacteur
- optreden als tekstredacteur
- optreden als begeleider, aanjager en coördinator
- nevenactiviteiten bedenken/opzetten voor rondom de boekpresentatie
- tekst schrijven (voorwoord, persbericht etc.)
- nazorg
 
“Deze rol zie je bijna nergens voorkomen, in ieder geval niet zozeer de combinatierol. In die zin denk ik in deze gevallen een katalyserende sleutelrol te hebben, omdat anders dingen niet tot stand zouden zijn gekomen, of in ieder geval niet met die ‘meerwaarde’... Waarom? Omdat de ‘gap’ tussen uitgever en kunstenaar te groot is, dan ben ik als redacteur/producent tegelijk initiatiefnemer die als een bemiddelaar matched en alle processen optimaliseert”. Ik zie dat de tandem vormgever - maker niet per se altijd het optimale resultaat oplevert, zowel in proces als in eindresultaat.
 
Een boek heeft voor Van der Stok pas iets substantieels als het uitnodigt om je er keer op keer in te willen verdiepen. Als de lagen, relaties en dwarsverbanden zich niet zomaar prijsgeven als in ‘what you see is what you get’. Als inhoudelijkheden zich telkens weer als nieuw aan je kunnen aandienen wanneer je het boek openslaat. Als er een vorm van onderzoek en experiment uit spreekt, waarvan de werking altijd weer tot nieuwe invalshoeken, verbanden of inzichten leidt. Als de meerduidigheid regeert. Noem het een vorm van geslaagd essayisme.
 



Fragment uit: "Haphazard"
Bij de kunstenaarsboeken ‘Haphazard’ van Ellert Haitjema en ‘Upset Down’ van Paul Bogaers wordt geëxperimenteerd met de boekvorm. Zit het in ‘Haphazard’ o.a. in het bindwerk, bij ‘Upset Down’ draait het om de radicale lay-out. Vóór alles geldt: het is altijd een samenwerking tussen de kunstenaar en de editor, waarbij je elkaar ontzettend scherp kan houden en waar het vrij staat om altijd te blijven ‘schieten’, het voorlopige ontwerp of concept te bedenken, maar ook meteen weer te bevragen, en altijd i.h.k.v. proces de dingen stap na stap oppakt, bekijkt, herziet, weglegt, oppakt, weer fris bekijkt, herziet, weglegt, oppakt etc. Een waar proces. Van der Stok: “Heel soms weet je voor jezelf best welke belangrijke beslissingen ‘op jouw conto’ zijn te schrijven, maar opnieuw, daar gaat het feitelijk niet om: het gaat uiteindelijk altijd om het klimaat waarbinnen dit gebeurt. Dat klimaat waarbinnen het werkproces zich kan voltrekken laat zich kenmerken als kritisch, urgent en open-minded. Zodra je daarin evenwicht hebt gevonden met de kunstenaar en vormgever en je bent scherp en geduldig, dan komt daar altijd wat goeds uit en dat is dan uiteindelijk een haast onontwarbaar proces van scheppen, afbreken en herscheppen. Daar bouw je een ontzettend solide geheel mee”.
 

Uitgevouwen omslag "Shelter"
In het kunstenaarsboek ’Shelter’ van Henk Wildschut, is de ambivalentie, zo niet de vertwijfeling van de maker zelf in het boek prachtig tot uitdrukking gebracht: de schoonheid van de shelters in strijd met het humanitaire conflict dat eraan ten grondslag ligt. Dat zijn moreel lastig te verenigen begrippen: esthetiek vs. engagement.
 
Volgens Van der Stok is ‘Haphazard’ ook een typisch kunstenaarsboek. Er is begonnen met een stapeltje schimmige en ‘poor quality’ snapshots, die Ellert Haitjema had gemaakt van provisorische gebruiksvoorwerpen in de wijde zone rondom de Mediterranee. In eerste instantie was er niet van een boek uitgegaan, maar dat is het uiteindelijk toch geworden. Een boek met meerdere (‘conceptuele’) belevingslagen: de provisorische gebruiksvoorwerpen, de mix met sculpturen van Ellert en ook nog met een interventielaag eraan toegevoegd (bewerkte foto’s). Door te kiezen voor een bijzondere format (het Indiase kasboek in rolvorm, zonder rug) en door beelden van verschillende grootheden door elkaar heen te groeperen op vorm, functie en inhoud - per spread, maar ook in een vloeiende sequentie - kwam het boekproject na drie jaar vallen en opstaan tot een uitgekristalliseerd eindresultaat.
 
Van der Stok werkt graag samen met fotografen, maar zijn hart ligt bij de beeldende kunst. Zijn beweging is daarom - als het er op aan komt - meer richting beeldende kunst dan de fotografie, ook al lijkt zijn professionele profiel de andere kant op te wijzen. De meeste lens-based kunstenaars met wie hij graag samenwerkt, denken niet op de eerste plaats vanuit een fotografisch idioom en zijn in die zin eerder als kunstenaars dan als fotograaf te kwalificeren. Van der Stok geeft toe: “In de documentaire sfeer is het soms wat problematisch, maar hier gaat het vooral om de verhouding tussen aan de ene kant de informatiewaarde van de fotografie en aan de andere kant over auteurschap, visie en engagement die in wisselende verhoudingen de totale inhoud vormen. In mijn geval blijk ik vaak voorkeur te hebben voor fotoprojecten die sterk overhellen naar de ‘kunstkant’ - tussen de polen journalistiek en kunst”.
 
Van der Stok heeft veel met Elspeth Diederix samengewerkt: ‘Things – as they are’, ‘Super Natural’, ‘Doride/Ultramarine’. In 1999 kwam hij voor het eerst in aanraking met haar werk. “Toen werkte ik net bij Solar en kon haar er al snel toe bewegen ook incidenteel in opdracht te werken. In 2002 of 2003 verstrekte ik haar (namens vermogende verzamelaars) een opdracht voor ‘Super Natural’ en toen was de basis al dik gelegd. Ik hou van haar werk, omdat het zo voor zichzelf spreekt. Het is wat het is (en dat is natuurlijk een prettig soort magische realiteit of surrealiteit), die het kijken naar het alledaagse nog eens verscherpt. Zij is een van de weinige (foto)kunstenaars die van het bijzondere naar het algemene weet te kijken, en niet andersom, zoals bij vrijwel alle anderen.”
 
"Broedplaats" met 4 bijbehorende boekjes als inserts.



Fragmenten uit: "Broedplaats"
Een prachtig voorbeeld van zijn samenwerking met een kunstenaar waarbij beeldredactie, redactie en productie heel mooi samenkomt, is met Paul Bogaers (‘Upset Down’ en ‘Broedplaats’). Van der Stok werkte van 1990-2000 als staflid in Galerie Fotomania, Rotterdam. Bogaers was aan deze galerie verbonden. Daar hadden Bogaers en van der Stok een zeer hecht contact en een vriendschap opgebouwd. Na 2000 kwamen er twee boekprojecten voort uit deze samenwerking. De eerste was een opdracht namens Flip Bool en Van der Stok om in het kader van ‘The Past in the Present’ een tentoonstellingsproject ten uitvoer te brengen, waarvoor zij een thema paraat hadden, namelijk het voormalige natuureiland ‘De Beer’. Een opdracht voor een tentoonstelling, maar voor hen (bijna) vanzelfsprekend één die het niet zou kunnen stellen zonder boek. Zo hebben Bogaers en Van der Stok met ontwerper René Put een boek tot ontwikkeling gebracht met een geheel eigen dynamiek. Van der Stok: “Eigenlijk kwam de tentoonstelling uit het boek voort. Bijzonder aan het project is dat heden (Europoort) en verleden (Vogeleiland) compleet verschillend zijn en er in het heden in principe niets meer van dat verleden terug te vinden is (te midden van grote olietanks en bedrijven op een onmetelijk groot terrein van 5 meter hoog opgespoten zand, bovenop voormalig vogeleiland ‘De Beer’). Niks voor Paul eigenlijk die in zo’n geval liever op zoek gaat naar weemoedige sporen van het verleden. Hij had bijna de opdracht teruggegeven (met het idee dat hij alleen maar een historisch beeld tegenover het moderne kon plaatsen), totdat hem ging dagen dat hij ook de volhardende ‘continuïteit’ van de natuur als spoor zou kunnen volgen. De natuur blijft gewoon doorgaan, ondanks ingrijpende veranderingen. Daar kwam het bijzondere boek ‘Broedplaats’ uit voort, met insertboekjes vanuit een beeldredactionele opzet die alleen in boekvorm werkt - met een verwarrend tijdsbegrip als één van de ingrediënten.
 



Fragmenten uit: "Upset Down"
Aan het andere boek ‘Upset Down’ ligt een prachtig proces ten grondslag: mede onder invloed van de roep om zichtbaarheid in een enigszins verstilde praktijk gingen Bogaers en Van der Stok samenwerken in het atelier; er moest een prachtig retrospectief uit rollen. Maar hoe langer er over werd nagedacht, hoe meer er werd gemeend dat dit saai en overbodig zou worden en vooral: niet urgent. Er werd niet letterlijk op zoek gegaan naar een concept, maar het boek zou iets bijzonders en onderscheidends moeten krijgen. Er werd door het archief van Bogaers gespit en beiden kwamen er na lang kijken, wikken en wegen achter dat heel veel van diens foto’s geen horizon bevatten. Daardoor ontstond het idee voor het surreële mechanisme van de omdraaiing; op elke spread staat het linkerbeeld op zijn kop. Zonder oriëntatiepunten en het gevoel van zwaartekracht ontstaat er steeds een heel nieuw beeld. Van der Stok: “We hebben allebei veel met de patafysica, dus we gingen het idee tot in het extreme doorvoeren. Let wel: het boek bevat drie editings. Die a. van de dubbelbeelden/spreads, dan b. van de heenweg (de rechterpagina) en dan, na kering van het boek c. van de terugweg (wederom de rechterpagina). In tweede en derde instantie geeft dat problemen met de editing omdat de combinatiebeelden natuurlijk al aan elkaar gefixeerd zaten. En we wilden uiteraard geen genoegen nemen met een boek waar we gewoon ‘random’ interessante combinatiebeelden achter elkaar zouden laten opvolgen, maar wilden echt een op verschillende manieren leesbaar boek. Feitelijk is de opeenvolging van de rechterpagina (heen- en na kering weer terug) in redactioneel opzicht leading, hoewel de visuele aantrekkingskracht en werking van het boek juist grotendeels leunt op de combinatiebeelden”. Vele dagen hebben zij samen gekeken, gewogen, gekozen, herschikt. En het heeft lang geduurd voordat het toch werd aangedurfd om een heen- en terugreis op te nemen in plaats van een 100% optima forma omdraaibaar boek, waarin alles evenwaardig zou zijn - zonder begin en einde. Belangrijk selectiecriterium voor de beelden was de vraag of het niet teveel eruit zou komen te zien als een simpelweg omgedraaid beeld. Portretmatige beelden, of beelden waar de verhouding hemel-aarde een te grote rol zou spelen zijn weggezuiverd, omdat het dan een te makkelijk maar ook niet werkbaar trucje wordt. Van der Stok vervolgt: “Het beeld moet, liefst ook in combinatie, een nieuw soort vervreemding opleveren, die op de een of andere manier nog denkbaar of geloofwaardig is. Beeld dat het niveau van ‘leuk, maar het enige dat het doet is dat ie op z’n kop staat’ is dus taboe geweest. We hebben het onszelf niet makkelijk gemaakt”.
 
‘Questioning History’. Waar nodig, gaf Frank van der Stok zelf, tekst en uitleg.
Voor Van der Stok is het een hele interessante vraag én uitdaging hoe een tentoonstellingsconcept zich optimaal vertaalt in een tentoonstellingsruimte en het boek daarbij optimaal op zichzelf staat als boek, waarbij ze significant onderscheidend zijn ten opzichte van elkaar. Hij vindt zelden dat de tentoonstelling iets toevoegt aan een boek of vice versa. Het presenteren van een boek bij een expo, of omgedraaid, is vaak een ‘must’ in kunstenland (dat hoort nu eenmaal bij cultureel ondernemerschap), maar de verhouding tussen de twee is eerder problematisch (het ene illustreert in het slechtste geval het andere) dan dat het leidt tot meer dan de som der delen: het kan soms een beetje afbreuk aan elkaar doen”.
 
Zelf denkt Van der Stok vooral met plezier terug aan de tentoonstelling ‘Questioning History’, in 2008-2009. Een onderdeel van 'The past in the present'. Dit was helemaal zijn ding, ondanks de (ruimtelijke en budgettaire) beperkingen waar hij mee te kampen had in het Nederlands Fotomuseum. Vooral de combinatie met het essayboek maakte het geheel perfect rond. “Het kritisch beschouwende, reflectieve en ondervragende karakter van het onderwerp, is iets waar ik me graag toe verhoud”.
 



Fragmenten uit: "Unfolded"
Het boek ‘Unfolded’ van Maurice Sheltens & Liesbeth Abbenes is zelfs een expositie op zich. Het boekontwerp benadert het concept van de tentoonstelling. De gehele plattegrond van het museum is hierin één op één weergegeven. Voor Van der Stok is dit boek ultiem. “Maurice en Liesbeth nodigden mij uit mee te denken over het tentoonstellingsplan en kort daarop ook m.b.t. het beoogde boek. Ik had al goede ervaringen met Scheltens in relatie tot ons eerdere boek: ‘On Display’. Mede naar aanleiding van hun manier van werken met interessante fotografische wijzen waarop tweedimensionaal en driedimensionaal steeds bij elkaar komen en zich van elkaar verwijderen, kwam ik met het idee om iets te doen met een ruimtelijke zienswijze op werk, zoals dat afwijkt van de directe, frontale reproductie. Dit alles geïnspireerd door Wolfgangs Tillmanns catalogus ‘Lighter’. Scheltens & Abbenes hadden ook al een serie waarvan de presentatiewijze vanuit diagonaal perspectief was. Dus de ontvankelijkheid was er bij hun net zozeer als bij mij, dat was meteen een match. Toen we na rijp beraad de vormgevers Laurenz Brunner en Julia Born uitnodigden hadden we feitelijk het hoofdconcept al helemaal uitgedacht. Zij hebben er evenwel zeer wezenlijke toevoegingen aan gedaan door er op voort te borduren en het idee nader uit te diepen. Zo hebben zij enkele beelden tot sleutelbeelden verheven en kwamen zij met het idee om volgens de techniek van de ‘rendering’ te werken. Ook kozen zij de standpunten/zichtlijnen die corresponderen met een vooropgezet parcours door het museum. Al met al een voorbeeldige manier van samenwerken”.
 
Van der Stok zou graag nog veel kunstenaars aan zijn portfolio willen toevoegen. In ieder geval worden het in de meeste gevallen beeldmakers die niet snel tot de fotografie gerekend zullen worden. Dat sluit dus aan bij de ‘ontwikkeling’ die hij maakt. “Ik ben me aan het orienteren op het tot ontwikkeling brengen van 9 + 1 kunstenaarsboeken over drie jaar heen. In ieder geval staan Martine Stig en Daan Paans op stapel, te presenteren op 13 juni in Foam, met respectievelijk Cauchy Horizons en Letters from Utopia”.

"Als redacteur en producent optreden: Frank van der Stok" is in samenwerking met Frank van der Stok in juni 2013 tot stand gekomen.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...