De conceptuele kunstenaar Bas Fontein en zijn zoektocht door archieven.

Fragment uit Einmal um die Welt (2006)
Een flipboek is een boekje met een per pagina geleidelijk opeenvolgende reeks van illustraties of foto’s, zodat, als de pagina's in snel tempo worden omgeslagen, de afbeeldingen een vloeiende beweging lijken te vormen. De conceptuele kunstenaar Bas Fontein is de maker van vele flipboekjes. Fontein geeft zijn publicaties uit in eigen beheer onder de noemer BASBOEK. Fontein die het concept en de uitvoering voor zijn rekening neemt werkt voor de uitgaven samen met de ontwerpers Jeroen Disch en Ingeborg Scheffers.

Fontein maakte al boeken toen hij klein was. Unica, zoals eigen A-Team boeken, met tekeningen en korte tekstjes, gebonden met een stukje woldraad. Fontein: “Het boek is een goed medium om ideeën vorm te geven, concreet en toegankelijk te maken. Mijn eerste publicaties in oplage maakte ik in het 3e jaar van de Hoge School voor de Kunsten in Utrecht, voor vrienden, familie, klasgenoten en docenten. Het was een boekje met cartoons, 1 met gedichten en 1 met korte verhalen. Het was in 1998, vlak voor het internettijdperk, dus die optie kende ik toen niet”.

In 2006 studeerde Fontein af op de afstudeerrichting Schrijven aan de Gerrit Rietveld Academie. Fontein schrijft korte verhalen en maakt tentoonstellingen en performances. Een prachtig voorbeeld van een kunstenaarsboek met korte teksten is ‘Visdraad’ (Uitgeverij BASBOEK, vormgeving Ingeborg Scheffers, 2010). Het boek is gezeefdrukt met een UV lak wat wordt gebruikt voor blinden. In deze lak zit een heel klein beetje blauwe inkt. Omdat er een grove zeef is gebruikt vloeien de letters op het papier alsof het water is. Het boek is verpakt in een plastic zakje met een preeg van de titel, dit lijkt op visdraad.

Fontein voelt zich verbonden met kunstenaars en fotografen als John Baldessari, Erik Kessels, Peter Piller, Joachim Schmid, Hans Eijkelboom, Hans Aarsman, Hans van der Meer en Martin Parr. Evenals bij Kessels, Fiona Tan, Elisabeth Tonnard en Mariken Wessels is verder voor de kunst van Fontein het gebruik van 'found-footage' kenmerkend. Voor de meeste werken is bestaand beeldmateriaal uit archieven gebruikt. De bestaande beelden worden uit hun oorspronkelijke context gehaald en in een nieuwe context en beeldvorm geplaatst. Zowel autonoom als in opdracht opent hij diverse archieven en legt verbindingen waardoor ongezien en vergeten materiaal opnieuw tot leven komt. Fontein onderzoekt hiermee met tekst en beeld de rafels van het dagelijkse leven. Het gaat erom om beelden te presenteren en een verhaal: ideeën worden uitgebeeld door middel van tekst en fotografie, samen in een strakke vormgeving”.
 
 

Fragmenten uit: Noon till noon (2008)
Naast zijn (flip)boekjes waarvan je op zijn site vele voorbeelden te zien zijn, maakt Fontein ook fotolandschappen. Geen landschappen zoals je ze dagelijks tegen komt. Altijd is er iets wat helemaal niet klopt. Hierdoor raak je bewust van de geconditioneerde manier van kijken die we hebben. Fontein is namelijk een meester in het met minimale middelen veranderen wat je ziet. Hij hangt twee vellen toiletpapier op, kiest de juiste hoek en ineens verandert het balkon in een zwembad en de vogels op het papier komen tot leven. Fontein bewerkt zijn foto’s niet. Hij wacht op het juiste moment. Het licht valt bijvoorbeeld op een zodanige manier op de muur van de garage dat het precies een zonsondergang is. Fontein: “Ik wilde iets doen met toevallige vlekken door flitslicht, toen kwam ik bij toevallig gefotografeerde cirkels, en toen kreeg ik het idee er beweging in te brengen en toen het idee van een ondergaande en opkomende zon. In samenwerking met Rona Mathlener Projecten maakte ik een solotentoonstelling met een flipboek genaamd Noon till Noon' (Uitgeverij BASBOEK i.s.m. Rona Mathlener Projects, vormgeving Jeroen Disch, oplage 49 2008). De meeste foto's zijn van het fotoarchief van mijn vrouw. Op initiatief van Rona waren er wisselende solotentoonstellingen in het Opzichtershuisje, in A'dam-Oost. De dia's in het Opzichtershuisje waren hetzelfde als in het boek”.

Voor Fontein is een boek een goede uitdrukkingsmogelijkheid voor zijn kunstwerken. Fontein: “Het boek heeft iets laagdrempeligs dat mij ontzettend aanspreekt. Mijn boeken liggen in allerlei boekwinkels, in allerlei boekenkasten, op tafels, naast de w.c., het bad, ze duiken overal op. Je kunt de kunstwerken voor een minimaal bedrag bezitten en aan anderen laten zien. In een winkel gaan ze de concurrentie aan met al die andere boeken, meestal verzuipen ze, een enkele keer krijgen ze van een boekhandelaar een prominente plek en vinden ze enthousiaste kopers. Dit is iets heel anders dan een 'white cube' waarin een selectie wordt gepresenteerd. Dit laatste heeft voor mij iets ontzettend stroperigs en oubolligs, niet van deze tijd. Mijn laatste presentatie was in Dudok, een eetcafé. Daar hingen foto's en lagen mijn boeken op de leestafel. Ik vind het veel interessanter en spannender als mijn werk zich mixt met het leven van alledag. Blijft het overeind, kan het zich onderscheiden, lukt het me om mensen als het ware over te halen om ernaar te kijken en erover na te denken?"

De stijl van Fontein is helder, rechttoe rechtaan, Hollands. Deze stijl past in ieder medium. Op de vraag waarom hij zijn de werken meestal niet aan de muur van een museum ophangt, maar in boekvorm presenteert antwoord Fontein: “Dat heeft bijvoorbeeld te maken met het afdrukken van foto's. Ik geloof dat het in het jaar 2000 was, toen ik veel tijd en geld geïnvesteerd had om mijn foto's in een galerie te presenteren. Na 4 weken was de tentoonstelling voorbij en lagen de afdrukken in mijn atelier. Ik bedacht me toen dat ik het voortaan anders moest doen: mijn foto's moesten makkelijker, sneller en vooral langer toegankelijk zijn. Daarom maakte ik in 2002 mijn eerste fotoboek, zonder presentatie in een ruimte. Internet was toen al wel bekend, maar ik maakte er nog niet veel gebruik van. Overigens presenteer ik nu ook teksten op de muur, i.p.v. in boekvorm”.
 




Last Photos (2009 © foto's Bas Fontein)
In 2010 waren van hem bij de tentoonstelling ‘Quickscan’ in het Nederlands Fotomuseum twee flipboeken te zien en het project ‘Last Photos’: zijn verzameling tweedehands analoge camera’s waarin nog een fotorolletje zit van de oude eigenaar. Deze rolletjes laat hij ontwikkelen en alle foto’s (zonder te selecteren) gaf hij uit in 12 kleine boekjes, genaamd ‘Last Photos’ (Uitgeverij BASBOEK, vormgeving Jeroen Disch 2009) waarop je kon abonneren.

Ook verscheen van zijn hand ‘WAT TE DOEN’(Uitgeverij BASBOEK, vormgeving Ingeborg Scheffers, 1e druk 2010 en 2e druk 2012). Een publicatie waarin hij alle ongevraagde tips van afgelopen tien jaar heeft gebundeld hoe je met kunst geld kunt verdienen, nadat hij vertelde dat hij een beeldend kunstenaar met een bijbaan is. Eén van de tips: ‘Het eerste wat ik zou doen is een website maken, dat heeft iedereen. Eén met links naar andere sites, dan scoor je hoog bij Google’. Een andere tip: “Als je subsidie aanvraagt moet je je volledig afhankelijk opstellen. Ze moeten denken: als wij nu niets geven, maakt deze persoon nooit meer iets. Dan krijgen ze medelijden”. Nog één: “Waarom ga je niet op de zwarte markt in Beverwijk staan?”
 
Fragmenten uit: Einmal um die welt (2010)
In ‘Einmal um die welt’ (Uitgeverij BASBOEK, vormgeving Jeroen Disch 2010) maakt Bas gebruik van de familie foto`s van zijn opa en oma, maar wel zo dat ze helemaal in zijn concept van de flipboekjes passen. De titel is afgeleid van het lied ‘Einmal um die ganze Welt’van Karel Gott. Als kleine jongen heeft Fontein dit lied gezongen toen zijn Duitse grootouders 50 jaar waren getrouwd. Het lied vertolkte de levensdroom van zijn opa en oma om met zakken vol geld eenmaal rond de aarde re reizen. Verschillende keren zijn zij op reis geweest, maar om de wereld, daar kwam het niet van. Op een gegeven moment kon het niet meer. Bas heeft toen 37 foto`s van hun reizen in ansichtkaartvorm in een flipboekje gedaan.




Het boekje ‘I just arrived this morning’ (Uitgeverij BASBOEK, vormgeving Jeroen Disch 2009) is een verzamelboekje van foto’s die zijn broer heeft gemaakt tijdens reizen. Het is een vervolg op het boekje ‘Mijn broers reis naar Indonesië(Uitgeverij BASBOEK, vormgeving Jeroen Disch 2004). De foto’s heeft Bas in eerste instantie uit de prullenbak gehaald omdat ze daar terecht zijn gekomen onder de noemer ‘mislukt’. Zijn broer heeft zijn vakantie-foto's verknipt voor het maken van zijn vakantie-albums. Fontein heeft alleen de resten en snippers gebruikt om zijn reis te reconstrueren en door het restmateriaal er een nieuwe reis van te maken. Tegelijkertijd vormen zijn vakantie-albums de positieven, en de boeken van Fontein als het ware (zoals in de fotografie gebruikt) de negatieven. Het boekje zelf laat een reis van 24 uur zien. De reis start in de avond op het vliegveld om te vertrekken en eindigt daar weer bij thuiskomst. Het boekje bestaat uit foto’s van meerdere landen. De pagina’s zijn een soort collages waarin ook gaten zijn geknipt en verschillende foto’s komen meerdere keren voor. De collages zijn opnieuw gefotografeerd en afgedrukt op fotopapier van een ontwikkelcentrale. Eén enkele foto bestaat uit meerdere foto’s en laat ons geloven dat er meerdere dagen gefotografeerd zijn, waardoor we dit ook zo ervaren. Het is de herhaling van verschillende foto’s die dit bewerkstelligt. Door ook veel weg te laten door gaten te knippen wordt van de lezer eigen invulling verwacht. Het boekje ziet en voelt door zijn vorm als een stapel foto’s van een reis die nog ingeplakt moeten worden of in een doos terecht komt.

Fontein: “Mijn boeken gaan vaak over alledaagse dingen waar je in eerste instantie niet bij stil staat. Onopgemerkte dingen, ik noem het 'het afval van de waarneming'. Ieder boek met een ander concept en een andere invalshoek, een andere vormgeving, ieder boek in zijn eigen universum. Je kunt het in de hand nemen en deze wereld rustig in je eigen tempo tot je nemen. Met film zit je vast aan het tempo en internet heeft voor mij altijd iets onrustigst, omdat mail binnen komt en ik bijvoorbeeld tegelijkertijd mijn saldo, het nieuws en het weer wil checken. In boeken vind ik de rust die ik ook nodig acht voor het bekijken van mijn werk. Het is voor mij op de juiste manier afgesneden van mijn dagelijkse sleur”.
 


De zoektocht in archieven kan soms ook minder alledaagse dingen naar boeven brengen. In het kunstenaarsboek ‘Probleem Kunst Opgelost (Uitgeverij BASBOEK, vormgeving Ingeborg Scheffers 2011 oplage 297) heeft Fontein 48 krantenknipsels verzameld uit de periode 1980-2008 die berichten over de vernietiging van een kunstwerk. De oorzaken van de vernielingen lopen enorm uiteen; van schade door storm of aardbevingen, tot doelbewust vandalisme en onbegrip en onkunde van ambtenaren. Een man struikelt over zijn schoenveter en valt in eeuwenoude vazen. De burgemeester krijgt hoofdpijn van schilderingen en laat deze op doktersadvies overkalken.

Irene de Craen in Mister Motley (juni 2012) zegt hierover: “De kwetsbaarheid wordt benadrukt in het boekje zelf doordat het is gedrukt op kassabonpapier. Na veelvuldig gebruik verdwijnen de letters langzaam door het gewrijf van vingers over de bladzijden. Onder ieder bericht staat ‘Subtotaal’ en dan het nummer van het bericht. Een subtiele hint naar de kosten van beschadiging en vermissing van de genoemde kunstwerken. Daarnaast lijkt het boekje, doordat het een kleine ‘flip-over’ is, ook wel een beetje op een scheurkalender, waardoor ik het meteen met het toilet associeer. Dat is ook wel een leuke plek om het te hangen denk ik. Nadat je dan een bericht over de vernietiging van een kostbaar kunstwerk hebt gelezen, geeft dat een extra dimensie aan het afvegen van je billen en het doorspoelen van het toilet”.

In een interview met Saskia van der Kroef (Metropolis M maart 2012) legt Fontein het uit: “Ik heb een half jaar geworsteld met het idee dat de pagina’s in het boek zwart moesten worden tijdens het lezen. Dit bleek erg lastig te realiseren. Mijn collega en goede vriend Michel van de Waart stelde voor om kassabonpapier te gebruiken. In plaats van dat de pagina zwart wordt, wordt deze weer blanco, omdat de thermische print in de loop van de tijd oplost. Een goed idee, maar de productie heeft veel hoofdbrekens gekost. Gelukkig had de vormgever met wie ik veel samenwerk, Ingeborg Scheffers, een stagiair. Zij heeft voor een belangrijk deel uitgezocht hoe je het beste de artikelen op de 8 cm. brede thermische rollen kunt printen. Als zij dat niet had gedaan, was ik nu nog aan het printen… In de oplage van 297 exemplaren zit in totaal zes kilometer papier, dat dankzij een grote groep vrijwilligers met de hand gevouwen is”.
 



De nietsvermoedende voorbijganger in Arnhem. Dat was voor beeldend Fontein de inspiratie om een flipboek met de titel ‘Wandeling door Arnhem’ (Uitgeverij BASBOEK i.s.m. Uitgeverij Plaatsmaken Arnhem, vormgeving Ingeborg Scheffers 2012) te publiceren en exposities in te richten. Fontein snuffelde in tienduizenden foto's van het Gelders Archief en maakte daaruit een selectie van 125 zwart-witfoto's. Fontein: "Monnikenwerk. Ik kan me helemaal in zoiets vastbijten, in de hoop dat het iets oplevert". Hij heeft de foto's van toevallige passanten in de Gelderse hoofdstad willekeurig verzameld en bijeen geplaatst. "Als je het boek rustig doorbladert, zie je mensen uit twee generaties die met elkaar verbonden worden. Zo ontstaat intuïtief een verhaal". Zijn beelden beslaan het tijdvak 1890-1984. Zo is te de invloed te zien van de ouderwetse fotografie op de hedendaagse beleving van de wereld om ons heen. Als je ‘Wandeling door Arnhem’ van achter naar voor doorbladert, zie je dat de toevallig gefotografeerde passant een personage wordt. Deze hoofdpersoon wandelt door Arnhem, door 120 jaar veranderend straatbeeld; door vooroorlogse straten en langs gebouwen die al lang verdwenen zijn. Het flipboek verbeeldt op originele wijze een stad die constant in beweging is. De geschiedenis van Arnhem wordt opeens heel tastbaar (bronnen: Gelders Archief en Plaatsmaken).

Niet alle ideeën van Fontein zijn een succes. In prachtig vormgegeven doosje zijn 15 kaartjes met mislukte ideeën verzameld en gepresenteerd. In deze publicatie, genaamd ‘mislukte ideeën’ (Uitgeverij BASBOEK, vormgeving Jeroen Disch 2007 gen.) opent Fontein niet zonder humor zijn fotoarchief om een aantal van zijn meest opmerkelijke en hopeloze pogingen toe te lichten. Het zijn pogingen om met betrekkelijk eenvoudige ingrepen de wereld om hem heen te verbeteren, te begrijpen en opnieuw te leren zien. Fontein in een interview: “Ik denk dat de wil om alles als het ware opnieuw uit te vinden voor een kunstenaar het meest waardevolle bezit is. Jezelf niet willen nestelen in wat er al is, maar de overtuiging dat wat waarnaar je op zoek bent nog gemaakt moet worden”.

"De conceptuele kunstenaar Bas Fontein en zijn zoektocht door archieve" is in september 2012 in samenwerking met Bas Fontein tot stand gekomen.
 
"Ik wilde zien wat een televisiescherm ziet al het de kamer inkijkt" (fragment uit: mislukte ideeën 2007)


De wereld bestaat uit pixels, zoals een digitaal beeld uit pixels bestaat. "Ik ging naar een naaiwinkel en begon met de vrouw achter de toonbank te onderhandelen over de korting die ik op doosjes met spelden kon krijgen. Ze gaf aan dat als ik meer dan tien doosjes zou kopen, ik op zeker twintig procent korting kon rekenen. Ze zag me twijfelen. De vrouw stelde voor in de eerste instantie één doosje te kopen. Mocht het later nodig zijn, kon ik er altijd meer bij kopen".
(fragment uit: mislukte ideeën 2007)
 
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...