Tonnard publiceerde 25 kunstenaarsboeken, waarin zij tekst als beeld gebruikt en beeld als tekst. In de collectie kunstenaarsboeken van onder andere Centre Pompidou, Paris, Tate, London, MoMA Library, New York City, Kunst- und Museumsbibliothek Köln, Keulen en Nederlands Fotomuseum, Rotterdam, bevinden zich werken van Tonnard. Klik hier voor een overzicht van haar boeken die op de website staan van ABC Artists'Books Cooperative.
The Man of the Crowd (© foto Elisabeth Tonnard) |
Tonnard heeft op haar website haar werken zeer uitgebreid gedocumenteerd met foto's, reviews en interviews. Hieronder wordt slechts een kleine greep uit haar collectie besproken. Een representatief beeld om de karakteristieke stijl van Tonnard in relatie met het boek uit te leggen en te laten zien. Het kunstenaarsboek met haar schoonheid als een volwaardig kunstwerk, waarbij een directe relatie tussen de kunstenaar en haar publiek wordt gecreëerd. Tonnard is geïnteresseerd in beelden en ze heeft altijd visuele aspecten opgenomen in haar schrijven. Hiermee blijft ze niet altijd binnen de grenzen van de kunst. Johan Velter, uitgever van Druksel in Gent, heeft waarschijnlijk het meest treffend over Tonnard’s werk geschreven. Hieronder worden zijn woorden vaak geciteerd. Druksel heeft van Tonnard drie boeken uitgegeven. In 2007 'De wereld is er', in 2009 'De wereld zou meeuw' en in 2010 “Speak, eyes - En zie!.
Klik verder voor een
uitgebreid en recent interview in 2012 op: Andreas Schmidt in conversation with ElisabethTonnard.
Evenals bij Erik Kessels, Fiona Tan en Mariken Wessels is ook voor de kunst van Tonnard het gebruik van 'found-footage' kenmerkend. Het manipuleren van beelden vormt ook een belangrijk deel in het oeuvre van Tonnard. Voor een aantal werken is bestaand beeldmateriaal uit archieven gebruikt. De bestaande beelden worden uit hun oorspronkelijke context gehaald en in een nieuwe context en beeldvorm geplaatst. Dit gebeurt overigens niet alleen met beelden, maar ook met bestaande teksten en poëzie. Tonnard komt dingen tegen die haar fascineren, of dat nu in de tuin is of in een tekst of op televisie of in het nieuws of in een fotoalbum. Als het sterk genoeg is, de fascinatie, probeert zij vervolgens iets te maken dat die fascinatie als essentie heeft. De vorm moet dienstbaar zijn en uitdrukking geven aan dat wat haar fascineert. Het woord fascinatie moet overigens niet gezien worden als positieve waardering; fascinatie kan ook zijn kwaad worden over iets doms, verwonderd zijn over vormen of uitdrukkingen, of een gevoel van herkenning beleven.
Velter verwoordt het in het kader van found-footage als volgt: “De literatuurcollages die Tonnard maakt zijn geen eerbetoon aan een schrijver of een plaatsbepaling in de geschiedenis. De woorden, de citaten zijn door haar van de context ontdaan. Woorden zijn stenen. Gevonden stenen kunnen gebruikt worden. Het gebruik leidt tot kamers. In kamers is er interactie. Niet alleen de woorden zijn van alle bijbetekenissen (zoals psychologie, retoriek, betekenis, versopbouw, ritme, tijd en plaats) ontdaan ook de zinnen zijn dat. De bouwstenen van het gedicht, de roman, de redevoering worden als zelfstandige eenheden gezien en gebruikt” (bron: sfcdt’s posterous, 18 maart 2012).
Evenals bij Erik Kessels, Fiona Tan en Mariken Wessels is ook voor de kunst van Tonnard het gebruik van 'found-footage' kenmerkend. Het manipuleren van beelden vormt ook een belangrijk deel in het oeuvre van Tonnard. Voor een aantal werken is bestaand beeldmateriaal uit archieven gebruikt. De bestaande beelden worden uit hun oorspronkelijke context gehaald en in een nieuwe context en beeldvorm geplaatst. Dit gebeurt overigens niet alleen met beelden, maar ook met bestaande teksten en poëzie. Tonnard komt dingen tegen die haar fascineren, of dat nu in de tuin is of in een tekst of op televisie of in het nieuws of in een fotoalbum. Als het sterk genoeg is, de fascinatie, probeert zij vervolgens iets te maken dat die fascinatie als essentie heeft. De vorm moet dienstbaar zijn en uitdrukking geven aan dat wat haar fascineert. Het woord fascinatie moet overigens niet gezien worden als positieve waardering; fascinatie kan ook zijn kwaad worden over iets doms, verwonderd zijn over vormen of uitdrukkingen, of een gevoel van herkenning beleven.
Velter verwoordt het in het kader van found-footage als volgt: “De literatuurcollages die Tonnard maakt zijn geen eerbetoon aan een schrijver of een plaatsbepaling in de geschiedenis. De woorden, de citaten zijn door haar van de context ontdaan. Woorden zijn stenen. Gevonden stenen kunnen gebruikt worden. Het gebruik leidt tot kamers. In kamers is er interactie. Niet alleen de woorden zijn van alle bijbetekenissen (zoals psychologie, retoriek, betekenis, versopbouw, ritme, tijd en plaats) ontdaan ook de zinnen zijn dat. De bouwstenen van het gedicht, de roman, de redevoering worden als zelfstandige eenheden gezien en gebruikt” (bron: sfcdt’s posterous, 18 maart 2012).
Een prachtig voorbeeld waarbij woorden uit de context worden gehaald is het kunstenaarsboek 'Another world'(Leerdam, The Netherlands, 2011 oplage 75 gen.). Velter: “Op de rechterbladzijde is een foto afgedrukt, op de linkerzijde een 'kop' uit het nieuws. Foto’s zijn genomen op 10 juli 2011, de nieuwsberichten verschenen diezelfde dag. Tonnard heeft foto’s van bloemen en insecten genomen (er is ook een haan). Naast de dramatische berichten is er de natuur die blijft en zich onverstoorbaar voortplant. Moediger dan de mens. Het boekformaat is 8,50 op 12,5 cm. Behoorlijk klein, dus zo ook de letters. Tonnard is attent geweest en heeft bij elk exemplaar een vergrootglas geleverd”. Tonnard: "Another World is a small book containing 24 photographs and 24 news headlines taken on July 10, 2011. It presents two different worlds that somehow both exist and that both seem very distant. A magnifying glass is supplied to study another world closer. With it, you can see how the happy-go-lucky red soldier beetle is busy making love, and read how the ship in the Volga is sinking".
Tonnard houdt van verdwijnen. Dit procedé heeft ze toegepast op toespraken van president Bush en gepubliceerd in het tijdschrift Armada (december 2001). Deze zijn later uitgebracht in de uitgave 'Enduring Freedom. The Poetry of the President' (Leerdam, The Netherlands, September 2011). Velter: “Ze verknipte een aantal toespraken tot gedichten. Wie de oorspronkelijke redevoeringen leest, is verbaasd over - en eigenlijk ook aangenaam getroffen door - de retorische kracht van deze geluidsmachines. Het zijn arsenalen van trucs om een publiek te bewegen, mee te voeren op een tocht die onweerstaanbaar leidt naar het doel van de spreker. De president is een gospeladept, een fanfare. De toespraken tot de bevolking zijn preken. En dit beangstigt. Tonnard reduceert deze teksten - ze haalt het lawaai er uit. Ze maakt er poëzieregels van, schikt de woorden tot strofen. Ze gebruikt de Engelse woorden en op een of andere manier trekt ze die toch in de Nederlandstalige poëzie binnen. Ze ontmaskert deze retorica op een subtiele manier en tegelijkertijd erkent ze er de waarde van” (bron: Druksel website, 2007/2009).
Een prachtig voorbeeld waarbij woorden uit de context worden gehaald is het kunstenaarsboek 'Another world'(Leerdam, The Netherlands, 2011 oplage 75 gen.). Velter: “Op de rechterbladzijde is een foto afgedrukt, op de linkerzijde een 'kop' uit het nieuws. Foto’s zijn genomen op 10 juli 2011, de nieuwsberichten verschenen diezelfde dag. Tonnard heeft foto’s van bloemen en insecten genomen (er is ook een haan). Naast de dramatische berichten is er de natuur die blijft en zich onverstoorbaar voortplant. Moediger dan de mens. Het boekformaat is 8,50 op 12,5 cm. Behoorlijk klein, dus zo ook de letters. Tonnard is attent geweest en heeft bij elk exemplaar een vergrootglas geleverd”. Tonnard: "Another World is a small book containing 24 photographs and 24 news headlines taken on July 10, 2011. It presents two different worlds that somehow both exist and that both seem very distant. A magnifying glass is supplied to study another world closer. With it, you can see how the happy-go-lucky red soldier beetle is busy making love, and read how the ship in the Volga is sinking".
Tonnard houdt van verdwijnen. Dit procedé heeft ze toegepast op toespraken van president Bush en gepubliceerd in het tijdschrift Armada (december 2001). Deze zijn later uitgebracht in de uitgave 'Enduring Freedom. The Poetry of the President' (Leerdam, The Netherlands, September 2011). Velter: “Ze verknipte een aantal toespraken tot gedichten. Wie de oorspronkelijke redevoeringen leest, is verbaasd over - en eigenlijk ook aangenaam getroffen door - de retorische kracht van deze geluidsmachines. Het zijn arsenalen van trucs om een publiek te bewegen, mee te voeren op een tocht die onweerstaanbaar leidt naar het doel van de spreker. De president is een gospeladept, een fanfare. De toespraken tot de bevolking zijn preken. En dit beangstigt. Tonnard reduceert deze teksten - ze haalt het lawaai er uit. Ze maakt er poëzieregels van, schikt de woorden tot strofen. Ze gebruikt de Engelse woorden en op een of andere manier trekt ze die toch in de Nederlandstalige poëzie binnen. Ze ontmaskert deze retorica op een subtiele manier en tegelijkertijd erkent ze er de waarde van” (bron: Druksel website, 2007/2009).
Het procedé van verdwijnen wordt ook toegepast in
haar eerste boek 'Let us go then, you and I: T.S. tipp-exed' (Eigen
publicatie 2003 oplage 250 gen.). De gehele bundel is geboren uit een procedé
dat in de ondertitel benoemd wordt als 'T.S. tipp-exed'. “Je zou het tipp-ex
poëzie kunnen noemen”. Het gedicht 'The love song of J. Alfred Prufrock' van
T.S. Eliot vormde de basis. Op elke pagina staat deze strofe van Eliot opnieuw
afgedrukt, maar de gehele tekst is op een paar woorden of letters na
weggetippext. Deze overgebleven woorden of letters, die op precies dezelfde
plek op de pagina staan als in het origineel van Eliot, vormen nieuwe,
onvermoede en vaak verrassende gedichten. Sommige resultaten zijn ronduit
grappig. 'Like a' uit de tweede regel wordt 'ike a' en met twee woorden uit de
volgende vers en een deel van 'visit' uit het slotvers baart het gedicht van
Eliot opeens het volgende gedicht als smeekbede aan de meubelgigant: 'ike a /
Let us // sit'. Deze reflectie op onze verworden consumptiemaatschappij wordt
op de volgende pagina gespiegeld door 'shell // Let us go'. Het gedicht daarop
vat de twee voorafgaande samen als een religies credo: Let // ike a // And []
shell / follow // us'(bron: Ilja Leonard Pfeijffer, NRC Handelsblad, August 29, 2003). “Zoals voor andere dichters de
natuur of de wereld het materiaal zijn, zo is de literatuur zelf (of bij
uitbreiding de wereld der tekens) dat voor Tonnard. Bij haar dus geen scheiding
tussen leven en cultuur. En daarom is dit oeuvre belangrijk: er opent zich een
mogelijkheid, een nieuwe wereld zonder dat er sprake is van een tegenstelling.
Het is (ook) die evidentie die dit werk zo aantrekkelijk maakt” (bron: Johan
Velter, Druksel website, 2007/2009).
Er is een ander kunstenaarsboek van Elisabeth
Tonnard 'Whiteout' (eerste druk: oplage 10 gen.
Rochester, NY 2006. tweede druk oplage 10 gen. Rochester, NY 2008), waar ze
tekst tot beeld maakt. Een 'white-out' is 'een verschijnsel in voornamelijk
polaire gebieden waarbij er geen schaduw is, de horizon niet te zien is en
alleen donkere voorwerpen zich aftekenen'. Daarnaast is 'whiteout' in Amerika
de productnaam voor 'tipp-ex'. Het boek begint met twee Engelse definities van het begrip whiteout. De
volgende bladzijden zijn beelden: enkele woorden lichten op, de rest is
weggeveegd, getippext. Velter: “Je ziet nog de resten van de inkt, de woorden
zelf zijn niet meer te herkennen. Er is enkel een schaduw, een rest, het
landschap van een whiteout. Er is verlorenheid: de woorden staan er nog
gedeeltelijk maar de zin is verdwenen. Je kunt veronderstellen, samenstellen,
bewerken maar niet lezen. Het woord is beeld geworden. Toch is ook dit project
te situeren binnen een boekcultuur: alle pagina's zijn genummerd zoals je een
tekstboek zou nummeren. Het boek moet dus chronologisch gelezen worden waardoor
het zwijgende beeld een waarheid wil zeggen die niet met woorden te zeggen is.
Ook hier heb je weer de complexiteit van de (ontologische, morele) waarde van
het beeld en het woord. Doordat er geen horizon of andere kern is, is dit een
on-Hollands beeld. In de Nederlandse schilderkunst wordt het beeld opgebouwd
vanaf de horizonlijn. Hier is dit verdwenen en zelfs al bestaan de marges van
de bladspiegel hier nog, toch worden ze aangevreten door de leegten vanuit het
tekstblok” (bron: Druksel website, 2007/2009).
Tonnard neemt niet alleen beelden. Ze maakt ook
beelden. Het prachtige en poëtische kunstenaarsboek 'Mood: Potential' (Chicago
2010) is een fotoboek met 28 foto's van wolken en fragmenten van bomen. Een
soort flipboek. Er staan geen teksten bij de foto's. De foto's zijn niet
logisch achter elkaar geplaatst. Ze lopen niet logisch in elkaar over. De
foto's lijken willekeurig gekozen. Alleen door de keuze van het onderwerp zijn
de foto's met elkaar verbonden. Het enige houvast dat Tonnard de lezer biedt is
een Engelse tekst gedrukt op de binnenomslag:
Scenery: Dutch clouds and trees conversing in intimate landscapes of their own.
Mood of speech: the potential mood. Stage for this play: the spread, being both one and two.
Scenery: Dutch clouds and trees conversing in intimate landscapes of their own.
Mood of speech: the potential mood. Stage for this play: the spread, being both one and two.
Het kunstenaarsboek 'Terra nullius: acts of possession'
(Rochester, NY 2006) is wat Tonnard zelf 'a visual essay' noemt. Tonnard gaat
hier uitgebreid op in het radio interview met Wim Brands op 12 juni
2007 (De avonden VPRO). Ook hier weer haar eigen beelden en ook hier weer een
reflectie over de status van het woord en het beeld. Het essay is bij uitstek
een literair genre: het wil overtuigen door het geven van argumenten. Het is
een rationeel procedé omdat het abstraheert - terwijl de roman de anekdote, het
individu als uitgangspunt en rechtvaardiging heeft. Door in de titel zowel
'visual' als 'essay' op te nemen, komen we in een paradox terecht: het beeld is
het tegengestelde van het woord. Het ene is het concrete, het andere het
abstracte. Velter zegt hier verder over: “Tonnard brengt beide bij elkaar en
heft de tegenstelling op. De pagina's zijn verdeeld. Het bovenste deel bestaat
uit zes gelijke vakken. Deze zijn gevuld met getypte tekst of foto's. Er zijn
foto's van grenzen, van in beslagnames, van bezettingen. Onderaan de pagina -in
handschrift- vermeldt Tonnard de bron van de tekst. Er zijn woorden van o.a.
Columbus, Sir Humphrey Gilbert, master Martin Frobisher, Peter Nabokov, sir
Francis Drake. Eén dubbele pagina springt eruit en bevat geen tekst maar het beeld
van een afgezaagde boomstam. Door te lezen en te zien, komt de absurditeit van
de inbezitname tot uiting. Dat dit kan door het te zeggen, te schrijven, te
doen. Tonnard fotografeerde geen mensen maar landschappen zonder personen in.
Toch is hun aanwezigheid zichtbaar -door de borden 'No entry', door de
menselijke daad grenzen te trekken en te overschrijden. Ze werkt hiermee in het
spoor van Richard Long. De kunstvorm is een reflectie over de relatie tussen
mens en landschap, over wat natuur is. In dit essay gaat Tonnard nog een stap
verder. Het gaat hier immers niet alleen om woord en beeld maar ook om de
transformatie van de wereld door het woord en de daad. Ook al hebben de
veroverde landen een 'inheemse' naam, toch worden ze door de veroveraars anders
genoemd, worden ze in de cultuur van de veroveraar getrokken en verandert dus
ook de wereld van de 'inheemsen'. Als Columbus een eiland 'San Salvador' noemt,
wil hij eer betuigen aan zijn overleden koning. Ook al weet hij dat de Indianen
dit eiland Guanaham noemen. De taal verkracht en vernietigt. Maar
tegelijkertijd begint er een nieuwe werkelijkheid -en dit staat los van de
morele waarheid. De taal heeft een grens getrokken tussen verleden en toekomst.
De ene taal bevat alleen verleden, de ander begint aan de toekomst. Het is het
beeld van de boom. De natuur die honderden jaren heeft om te zijn, wordt
vernietigd om een nieuwe wereld te bouwen. Het in bezit nemen is een daad van
agressie: er moet ruimte komen waarin de nieuwe macht zich kan tonen. Zo ook de
artistieke daad: er moet ruimte gezocht worden om te scheppen” (bron: Druksel
website, 2007/2009).
Het kunstenaarsboek 'Two of
us' (Rochester, NY 2007)
is voortgekomen uit het werk dat Tonnard verrichtte met de 'Joseph Selle'
collectie, gehuisvest in de Visual Studies Workshop in Rochester, New York. Dit
archief bevat meer dan een miljoen negatieven van foto's die door een firma van
straatfotografen werden genomen. Als broodwinning fotografeerde men voetgangers
in de straten van San Francisco. Enkel de opnamen die besteld werden, werden
ook afgedrukt. Dit archief bevat dus nog nooit geziene beelden. En dat maakt
het spannend, te meer omdat men zegt dat er ergens ook een foto van Marilyn
Monroe te zien zou zijn. Tonnard gaat hier uitgebreid op in het radiointerview met Wim Brands van 12 juni 2007 (De avonden
VPRO). Verder is een schitterende beschrijving van dit boek door Velter op de
website van de Druksel te lezen: Het verborgen beeld, of Dewereld, het werkmateriaal: het werk van Elisabeth Tonnard.
Met haar uitgave ‘In this dark wood’
(Rochester, New York 2008) brouwt Tonnard verder op 'Two of us' en het procedé
van tekstreproductie en visuele elementen. Deze keer zijn de beroemde beginregels
van Dantes Inferno aan de beurt gecombineerd met nachtelijke stadsfoto's
van eenzame wandelaars. Tonnard: "This book is a modern gothic. It pairs
images of people walking alone in nighttime city streets with 90 different
English translations I collected of the first lines of Dante’s Inferno.
The images, showing a crowd of solitary figures, are selected from the same
archive as used for Two of Us (the extraordinary Joseph Selle collection at the
VisualStudies Workshop which contains
over a million negatives from a company of street photographers working in San
Francisco from the 40’s to the 70’s)".
Het manipuleren van beelden met bestaand
beeldmateriaal uit archieven. De bestaande beelden worden uit zijn
oorspronkelijke context gehaald en het in een nieuwe context en beeldvorm
geplaatst gecombineerd met bestaand poëzie. Dit alles komt ook samen in ‘Oceanus’(Rochester,
NY 2007). Tonnard: "This is a pocket book, good for bringing along on a
sea journey. This imagetext tries to evoke the feeling of a bewildered
traveling. The words are awkwardly placed, and clearly out of their element.
Still they continue on, going somewhere. The goddess whispers. The sea of the
book is composed of two photographs I found in a family album lost in an
archive. Here again, as in 'Two of us', the number two breaks off into the
infinite. The text cuts through Samuel Butler’s translation of Homer’s
Odyssey".
Omslag Oceanus (© foto Elisabeth Tonnard) |
"Werken in een literaire traditie; de boeken van Elisabeth Tonnard" is in september 2012 in samenwerking met Elisabeth Tonnard tot stand gekomen.